Direct naar artikelinhoud

Poppentheater met een hart

De Zomer van Antwerpen (ZvA) begint beloftevol met de première van Nerf, een coproductie van historisch muziekensemble Zefiro Torna en Gents figurentheater Ultima Thule. Een muzikale vertelling voor jong en oud die meer dan 100 jaar liefdesgeschiedenis overspant.

Naast muziek, cinema en animatie brengt ZvA gewoontegetrouw ook theater op verrassende locaties. Bij Nerf is dat een verlaten loods in de haven. Hoewel de ruimte wordt teruggebracht tot een afgebakend, frontaal speelvlak, krijgt het kleine verhaal dat hier verteld wordt zo een mooie, epische dimensie, zoals het een echte histoire d'amour betaamt.

Als een lyrische meermin wordt sopraan Elise Caluwaerts, met muzikant Jurgen De Bruyn aan haar zijde, binnengerold op een karretje vol takken, als was het een Vlaamse versie van een Venetiaanse gondel. Puttend uit een veelzijdig muzikaal oeuvre - van barokke volksliederen tot een klassieke aria van Haydn en Brels 'La chanson des vieux amants' - verklankt het duo het levensportret van rusthuisbewoner Frans die morgen zijn eiken huwelijk viert met Hélène. De rimpels op Frans' voddenhoofd, samengehouden door een benig, houten geraamte op stoffen sletsen, zijn als levensnerven die tachtig jaar woelige geschiedenis verraden. In zijn ogen pinkt evenwel het verdriet om zijn dementerende geliefde die de feestvreugde overschaduwt. Als een elfenpop die stilletjes wegkwijnt, wacht ze in zijn veel te grote handen tot het haar tijd is om te gaan.

Het ritme van alzheimer

De prachtige figuren van ontwerpster Evelyne Meersschaut plakken meteen aan je ribben. Het is haast jammer dat ze beginnen te praten en in hun sappige dialect mensjes van vlees en bloed worden. Dat is echter een bewuste keuze van schrijver en regisseur Sven Ronsijn. Op het ritme van de alzheimer, waarin het onderscheid tussen verleden en toekomst vervliegt, gidst hij ons ludiek, dan weer aangrijpend door de herinneringen van dit stokoude koppel. We horen over hun eerste ontmoeting in een boomhut, het oorlogsgeweld dat Frans' familie uit elkaar rukte, verscheurende carrièreperikelen en de dood van hun enige kind die hun relatie minder of net meer vanzelfsprekend heeft gemaakt.

Hoewel Ronsijns (beeld)taal net iets suggestiever en minder 'klein' mocht zijn om écht te verrassen, zet zijn tekst dankbaar in op de poëzie van het alledaagse. Met het eindpunt reeds in zicht duurt het bovendien wat lang voor de cirkel helemaal rond wordt gemaakt, maar dat maakt de geslaagde wisselwerking tussen de poppen, de zorgzame spelers en de levenslustige muzikanten - die duidelijk samen aan dit verhaal bouwen - ruimschoots goed.

"En nu verder", zijn Frans' laatste woorden terwijl hij gestaag wegsloft, met een levensader die nog steeds even vurig klopt, ook al is zijn Hélène er niet meer. Je hoopt dat het applaus zo lang mogelijk op zich laat wachten opdat de ontroering van de liefde waarop geen leeftijd staat voluit kan nazinderen.