Direct naar artikelinhoud

Piepschuim raakt juiste snaar

Vinyl was lang de enige geluidsdrager, maar kreeg gezelschap van onder meer audiocassette, cd en mp3. Waarom is hout dan nog steeds het enige materiaal voor cello's, en niet ook, pakweg, piepschuim?

Al meer dan driehonderd jaar worden cello's gemaakt van hout. Tijd voor verandering, dacht instrumentenbouwer Tim Duerinck. Hij ging aan het experimenteren. Het resultaat: de allereerste piepschuimcello.

Het atelier van Tim Duerinck (24), in het hart van Gent, is niet veel groter dan een studentenkamer. De instrumentenbouwer is dan ook nog maar pas afgestudeerd. Zijn eindwerk, de piepschuimcello, haalde het VRT-journaal, nog voor Duerinck zijn punten had gekregen - een ruime 8. "Het is eigenlijk heel logisch om piepschuim te gebruiken", zegt Duerinck. "De naam zegt het al: piep-schuim. Als je iets uit een verpakking van piepschuim haalt, maakt dat ontzettend veel lawaai. Dan weet je als instrumentenbouwer dat je daar iets mee kunt doen."

De voordelen van piepschuim zijn wetenschappelijk te verklaren. Het materiaal is licht, waardoor het goed kan trillen, en heeft een lage densiteit. Dat betekent dat geluidsgolven er snel doorheen kunnen zonder veel energie te verliezen.

Duerinck: "De piepschuimcello klinkt meer dan twee keer zo luid als een houten cello, maar ook voller. Piepschuim geeft meer bas dan hout."

Inderdaad, als Duerinck de cello ter hand neemt en erop speelt, grommen de basnoten meer dan die van een houten cello. Ook de klank van de hoge noten is voller. Duerinck heeft zijn cello al laten testen in Polen en door de KU Leuven.

"Ik wil heel graag verdergaan met mijn onderzoek en daarvoor heb ik een beurs om te promoveren aangevraagd", zegt Duerinck. "Het instrument is een evenwichtsoefening tussen verschillende materialen. Het perfecte evenwicht ben ik nog aan het zoeken. Het grootste deel van de piepschuimcello bestaat nu nog steeds uit hout, enkel het bovenblad is piepschuim."

Protest verwacht

Eline Duerinck, de nicht van Tim en professioneel celliste, heeft de cello al uitgeprobeerd. Volgens haar is het een krachtig instrument. "De piepschuimcello produceert heel snel geluid, terwijl klassieke cello's soms wat logger zijn."

Wil de piepschuimcello een succes worden, dan is er nog wel een obstakel te overwinnen: de wereld van de klassieke muziek staat niet bekend om zijn progressieve karakter. Klassieke musici houden vast aan instrumenten die er bij voorkeur oud en afgeleefd uitzien; Duerinck verwacht dan ook protest. "Ik denk dat de piepschuimcello eerder zal worden opgepikt in modernere muzieksoorten als jazz", zegt hij.

Met zijn piepschuimcello is Duerinck een kruistocht begonnen tegen een hardnekkige mythe die de klassieke muziek in zijn greep houdt. Hij verwijst naar de beroemde Italiaanse instrumentenbouwer Antonio Stradivari (1644-1737) en zijn familie. Hun violen en cello's worden volmaakt geacht, maar in de loop der tijd is er aan zo'n Stradivarius meestal flink geschaafd en zijn onderdelen ervan vervangen. "90 procent van de klank van een Stradivarius is niet origineel", zegt Duerinck. "Maar de mythe dat die instrumenten wel origineel zijn, belemmert de ontwikkeling van nieuwe instrumenten."

Zijn bedenkingen verwoordde hij in een manifest, dat hij aan de deur van het Gentse conservatorium geplakt heeft. De boodschap: 'We moeten stoppen Stradivarius te analyseren en we moeten voor onszelf leren denken.'