Direct naar artikelinhoud

'Optimisme is een virus'

De economische en ecologische wereld is om zeep, blijkt op voorgaande en volgende pagina's. Hou toch maar die mondhoeken omhoog. Leo Bormans, auteur van Word optimist!, ziet mogelijkheden genoeg om de aanzwellende zoektocht naar optimisme zelfs vandaag nog positief te beantwoorden. Of waarom deze grijze man op de Boekenbeurs evenveel publiek lokt als Pascale Naessens.

"Ik word ook geconfronteerd met uitspraken van de Griekse premier Papandreou waar ik niets aan kan veranderen. Je zou voor minder mistroostig worden." Bormans steekt een vurig pleidooi af achter zijn signeertafel. Het liefst van al zou de Klasse-hoofdredacteur alle nieuwsmedia daarom aanpassen. Omdat dat nu even geen optie is, toert hij alvast door binnen- en buitenland om mensen optimistisch te houden of te maken.

Dat kan volgens Bormans. Uit onderzoek onthoudt hij dat optimisme voor vijftig procent wordt bepaald door ons genetisch materiaal en voor tien procent door de omstandigheden waarin we leven en werken. Voor de overige veertig procent hangt een al dan niet positieve blik op de wereld af van onze mindset. Tja, de boeken van Bormans vallen onder de noemer mindfulness, de nieuwe naam voor zelfhulp.

Toch verzekert Bormans dat hij niet het type is dat de filosofie van 'don't worry, be happy' predikt. "De truc is om je wel zorgen te maken en toch gelukkig te zijn", vindt hij.

Het zonnetje in huis

Menige vrouw schuift daarom aan tijdens Bormans' signeersessie om 's mans boek te laten personaliseren voor pessimistische manlief. Terwijl ze er goedkoper vanaf zouden komen door gewoon zelf het zonnetje in huis te zijn. Bormans gaat er prat op dat optimisme net zoals een virus besmettelijk is. "Echt waar, ik heb het daar zelfs over gehad met viroloog Marc Van Ranst."

De dertig procent defensieve pessimisten die de bevolking volgens Bormans telt, kweken dus maar beter een goed immuunsysteem tegen het optimismevirus. Zij ondervinden namelijk meer negatieve effecten van optimisme dan positieve. "Zeker van naïef optimisme, genre 'morgen schijnt de zon wel opnieuw", vertelt Bormans. "Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat defensief-pessimistische studenten slechter presteren tijdens hun examens als ze vooraf naar vrolijke muziek moeten luisteren."

Het omgekeerde geldt voor de andere zeventig procent van de bevolking, en zij kunnen naar Bormans' mening gemakkelijk een positivo worden, al is het soms maar voor even. Door te glimlachen, gemeend of niet. Want wie zijn mondhoeken omhoog trekt, bedriegt volgens Bormans zijn brein zo dat het niet langer in staat is om af te dwalen naar negatieve gedachten.

Zo schudt Bormans nog wel enkele tips uit zijn mouw. Minder televisie kijken en meer gezelschap opzoeken, onder andere. "Je mag er geen karikatuur van maken, maar veel mogelijkheden om gelukkig te worden, kenden onze grootouders inderdaad al", geeft Bormans toe. "Alleen geloofden zij nog dat je moest lijden om de hemel te bereiken. Dat er dan wel een vlinder op je schouder zou landen. Niet dus, want er zit geen nectar in ons lijf."

Bormans vindt daarom dat we het werkwoord 'moeten' beter vervangen door 'willen'. Wie te veel moet en te weinig wil, verlegt volgens hem best de prioriteiten.

Het lijkt toch te simplistisch om te stellen dat een alleenstaande moeder die de eindjes amper aan elkaar knoopt daar een onvolprezen optimist van wordt.

"Klopt. Een maatschappij kan pas gelukkiger worden als iedereen gelijke kansen krijgt. Zolang die werkelijkheid niet verandert, moet je zelf veranderen en tegenslagen leren plaatsen. Dat is moeilijk, maar zodra je het kunt, verleer je het amper."