Direct naar artikelinhoud

Het koekje in de koffie

Guillaume Van der Stighelen

‘Een politieke leider voor de hele natie, dat kan niet in België’

‘Wij hebben geen natuurlijke vijanden. De Nederlanders hebben nog de dreiging van de zee, de Amerikanen hebben de terroristen om de boel bij elkaar te houden. Wij hebben niets, zelfs geen naties meer die ons nog willen bestrijden. Als je geen externe vijanden hebt, ga je ze blijkbaar binnenin zoeken.’

“Een scheiding komt niet van de ene dag op de andere. Je komt niet thuis met de boodschap: ‘Schat, wij moeten eens klappen, ik ben hier weg’. Er moet eerst een sfeer gecreëerd worden waarbinnen die scheiding legitiem wordt. Dat is het eerste proces, je begint dingen te zeggen die haar enorm storen en zij begint dingen te doen die jou de kast opjagen. Dan ontstaat er een klimaat waarbinnen uiteindelijk ook de vrienden en de familie beginnen te zeggen: ‘Zouden jullie inderdaad niet beter uit elkaar gaan?’ Dat is het stadium waarin we nu zitten met België.

“Het B-H-V-verhaal is eigenlijk dat van het koekje in de koffie. Hij weet dat het haar verschrikkelijk stoort wanneer hij telkens weer dat koekje in de koffie sopt. Maar tegelijk vindt hij dat het huwelijk geen goed huwelijk is als zij zich daarover telkens zo opwindt. En zij vraagt zich af: als je weet dat ik daar de muren van opkruip, zie je me dan wel graag genoeg als je het toch maar steeds blijft doen? Buitenstaanders vragen zich af waarom je over een stom ding als een koekje een huwelijk op het spel kan zetten.

“Er zijn twee mogelijkheden. Ofwel is dat koekje het kleine probleem dat nodig is om de verzuring te creëren waarbinnen een echtscheiding mogelijk wordt, ofwel is dat koekje het probleem waar we het altijd maar over hebben, om het uiteindelijk niet te moeten hebben over de echte problemen, en dan is het een angstexcuus. Wel, wat is uiteindelijk de lakmoesproef voor een goed huwelijk? Zie je jezelf elkaars karretje voortduwen op de dijk in Knokke als je tachtig bent? Heb je daar zin in of niet? Of zeg je: dit gezeik en dat nog tientallen jaren, vergeet het maar. Is er nog een gezamenlijk project, een gezamenlijke droom? Is er iets om naar uit te kijken? Zo niet, dan doe je alles om eruit te geraken, te beginnen met nog meer koekjes te soppen om de sfeer te verzuren. Je gaat een keer vreemd, je komt later thuis van je werk, je doet van alles dat niet hoort. Heb je wel een project, dan zeg je die avondvergadering af en je koopt een bloemetje. Of je kunt samen in therapie gaan.

“In België, waar die drie gemeenschappen met elkaar wringen, is het net hetzelfde: is er nog iets dat die mensen samenhoudt, is daar een gemeenschappelijke droom, een project? Wij hebben geen natuurlijke vijanden. De Nederlanders hebben nog de dreiging van de zee, de Amerikanen hebben de terroristen om de boel bij elkaar te houden. Wij hebben niets, zelfs geen naties meer die ons nog willen bestrijden. Als je geen externe vijanden hebt, ga je ze blijkbaar binnenin zoeken.

“Wie heeft eigenlijk de taak om dat gezamenlijke idee, die droom voor het project België te formuleren? Dat zijn de politieke leiders van een natie. Dat heeft Gandhi gedaan voor Indië, dat doet Obama voor de States, Sarko voor Frankrijk. Mandela heeft Zuid-Afrika doen dromen van een ander en beter land wanneer de apartheid afgeschaft zou worden. Het is de taak van een politieke leider zijn volk te doen dromen over een toekomst. En waarom doen ze dat? Omdat ze verkozen moeten worden door het hele volk om de hele natie te leiden. Wel, dat kan in België niet, zelfs niet als iemand zo’n droom zou hebben. Omdat iemand die zou durven zeggen dat België eigenlijk geen slecht idee is, dat daar wel degelijk een toekomst in zit, die daar warm en enthousiasmerend zou over spreken in de media, ja, die haalt daar geen stemmen mee, omdat het kiessysteem dat verhindert. Achthonderdduizend stemmen haal je in Vlaanderen alleen als je zegt dat de mensen aan de overkant van de taalgrens te lui en te dom zijn. En in het zuiden haal je alleen stemmen als je zegt dat de mensen ten noorden van de taalgrens rechtse separatisten zijn die het land willen kapotscheuren. Maar hoe haal je stemmen voor een Belgische droom?”

Homoseksuele migrantenzoon

‘Op den duur begin je te geloven wat je steeds maar hoort, dat die scheiding onvermijdelijk is. Maar dat verhaal is er net gekomen omdat je met een kiesstelsel zit dat systematisch de mensen bevoordeelt die met dat verhaal afkomen.’

“Vanuit mijn buikgevoel heb ik iets van: ja maar, momentje, waarom mag ik eigenlijk niet stemmen op Di Rupo? Als ik dat nu een fantastische zaak zou vinden dat een homoseksuele migrantenzoon het tot premier van België zou schoppen, waarom mag ik dat dan niet uitdrukken? Nee, ik moet stemmen op een Vlaming. Waarom? Omdat ik in Vlaanderen woon. Wat is dat nu voor onzin?

“Op het ogenblik dat ik kan stemmen op een Waal, en de Walen op een Vlaming, komt er op zijn minst een parcours vrij voor iemand als bijvoorbeeld Jacques Rogge. Stel dat die mens besluit de politiek in te gaan met een Belgisch project, omringd door goede mensen. Die man kan al geen nationale partij oprichten, kan nationaal geen stemmen halen. En wie zegt dat hij misschien geen betere ideeën heeft dan wat we nu voorgeschoteld krijgen?

“Men zegt dat ik op dat ogenblik van heel België een soort B-H-V maak, maar dat begrijp ik niet. Is dat dan zo’n gigantisch probleem? Je kan van een politicus niet vragen een systeem te kelderen waarmee hij zelf succes heeft. Ik kan mij moeilijk voorstellen dat Johan Vande Lanotte een nationale kieskring zou ondersteunen, want die heeft waarschijnlijk best wel wat Franstalige socialistische kiezers aan de kust, die nu alleen voor hem kunnen stemmen, en niet voor Di Rupo. Dus die mens zal daar niet in eer en geweten over kunnen nadenken.

“De echte tegenargumenteringen die ik hoor komen neer op dat eenvoudige verhaal: die nationale kieskring staat de scheiding in de weg. We waren nu zo goed aan het scheiden, komt daar een reclamejongen zich moeien met een voorstel tot therapie voor het huwelijk. We waren nu goed op weg naar een onafhankelijk Vlaanderen in Europa, waar we zo lang zo hard ruzie voor gemaakt hebben, en dan is dit een stap terug. Er wordt niet naar gekeken vanuit de gedachte of België voor een aantal mensen nog een goed idee zou kunnen zijn, nee, er moet en zal verder gescheiden worden.

“Maar we zijn nog niet in het stadium waarin we echt weten of we uiteen willen of niet. Volgens de meeste peilingen wil een meerderheid van de Vlamingen niet dat het land splitst. Ik weet het niet, het kan zoals in een scheiding - die de ene dag ondenkbaar is en de volgende dag ineens onvermijdelijk - alle kanten opgaan. Je weet nooit wanneer en waar dat keerpunt zit, maar de sfeer wordt wel hardnekkig geschapen. We weten het niet omdat er nooit een kiesstrijd over die natie wordt georganiseerd. We hebben daarover nog nooit een politiek discours gehoord. Want wat de Walen nu zeggen rond ‘Vive la Belgique’ is geen gemeenschappelijk project, maar verlatingsangst. Ik doe zelf ook niets voor onze relatie, maar als we uiteengaan, is het uw fout, dat is wat ze zeggen.

“Op den duur begin je te geloven wat je steeds maar hoort, dat die scheiding onvermijdelijk is. Maar dat verhaal is er net gekomen omdat je met een kiesstelsel zit dat systematisch de mensen bevoordeelt die met dat verhaal afkomen. Misschien hebben wij als kiezers dan wel de verantwoordelijkheid te zeggen dat we die mensen mogelijk op de verkeerde manier aan het kiezen zijn. We zijn met 7 miljoen Belgische kiezers die geen belangenvereniging hebben. Alle grote veranderingen in dit land worden afgedwongen door belangengroepen, iedereen is verenigd, maar de kiezers zijn dat niet, zodat ze niet kunnen vragen om op een andere manier te mogen kiezen.”

De middellijn op het voetbalveld

‘Als je morgen een referendum houdt over een onafhankelijk Vlaanderen haal je geen meerderheid. En toch is de partij die uitgesproken het meest separatistisch is de gedoodverfde winnaar. Daar klopt toch iets niet?’

“De eerste fase is: ze zeggen dat we elkaar niet kunnen uitstaan. De tweede fase: ik vind zelf ook precies dat we elkaar niet kunnen uitstaan. Derde fase: we kunnen elkaar echt niet meer uitstaan. Zo werkt communicatie, ook in de reclame. Kun je daar invloed op uitoefenen? Ik denk het wel, maar dan moet je gaan nadenken over waar de knoop zit. En volgens mij zit die heel simpel in ons kiessysteem, dat onvermijdelijk moet leiden tot een scheiding. Ik weet ook niet of zo’n gemeenschappelijk project mogelijk is. Maar als er mensen zijn die daar ideeën over hebben, hoor ik ze nooit, omdat ze er geen stemmen mee kunnen verdienen. Er is door de Warandegroep een behoorlijk argumentarium opgesteld om de stelling te ondersteunen dat een scheiding voor Vlaanderen én voor Wallonië beter zou zijn. Oké, goed. Bestaat er ook zo’n soort manifest voor België? Nee.

“Bart De Wever is de uitdager, en niemand neemt de handschoen op. Als je één kieskring hebt, krijg je zo’n tegenstander wel. Als je morgen een referendum houdt over een onafhankelijk Vlaanderen haal je geen meerderheid. En toch is de partij die uitgesproken het meest separatistisch is de gedoodverfde winnaar. Daar klopt toch iets niet? Waarom zou een Waal met een omgekeerde boodschap niet kunnen scoren in Vlaanderen? Die zal dan alles moeten doen om in de Vlaamse media te komen, om te tonen dat hij ook de Vlaamse verzuchtingen begrijpt, maar dat hij daaraan ook in een Belgisch kader tegemoet kan treden. Sterker, dat België misschien wel een beter kader is om bepaalde oplossingen te bedenken. Alleen: die hypothetische tegenstander zal er nooit komen in dit kiessysteem.

“Als je Waal bent, zie je alleen Bart De Wever, die nu al wordt afgebeeld als grote winnaar en nieuwe premier. En de Vlamingen in hun buurt bevestigen dat idee. De Vlamingen zien alleen Di Rupo en Milquet, die gretig brugpensioenen aan de Carrefour uitdeelt. Toen Onkelinx nog minister van Justitie was, ging ze tijdens de verkiezingen op alle Franstalige zenders haar justitiebeleid verdedigen. Je was het daar mee eens of niet. Maar Vlamingen wisten niet wat haar beleid was, en bijgevolg wisten ze niet of ze het er al dan niet mee eens waren. Waarom ook, ze konden niet voor of tegen haar stemmen. Terwijl justitie toch over alle Belgen gaat? Die mensen moeten een federaal beleidsdomein vormgeven, en de helft van het land weet niet waar ze mee bezig zijn.

“Ik heb alle respect voor politici, ik ben er nog nooit een slechte tegengekomen, waarschijnlijk omdat de slechten nog nooit met mij gesproken hebben. Die gasten werken als slavenarbeiders, vanaf 6 uur ‘s ochtends zitten ze te sms’en, en ‘s avonds is het na middernacht als ze van de zoveelste vergadering of prijsuitreiking thuiskomen. Zij gaan dat systeem niet kunnen en willen veranderen, het volk moet dat doen. Hoe hebben ze het gedaan met het vrouwenstemrecht in 1948? Of in 1919, met het algemeen stemrecht? Toch door de druk van de straat en de publieke opinie? De politici zelf hebben toen ook niet het voortouw genomen. Kan je je voorstellen dat vóór 1948 iemand in de mannenclubs waar politiek werd bedreven afkwam met het idee dat het geen stom gedacht zou zijn om vrouwen te laten stemmen? Dan werd er toch gezegd: ge gaat dáár toch niet mee beginnen, morgen gaan ze zich nog verkiesbaar stellen ook, waar eindigt dat? Het volk verandert het systeem, de politiek niet. Dus moet dat volk zich nu manifesteren en eisen dat er zo’n federale kieskring komt, zodat er tenminste een forum komt voor mensen met een federale gedachte.

“Men verwijt me dat ik de spelregels wil veranderen omdat de uitslag van het spel me niet goed uitkomt. Nee, ik stel alleen vast dat de regels niet aangepast zijn aan het spel. We spelen nu voetbal met als regel dat niemand van de twee ploegen over de middellijn mag komen. Als je een spel wil hebben moet het speelveld er zijn voor iedereen.

“Mij maakt het niet uit of we in een onafhankelijk Vlaanderen, België of direct maar in Europa leven. Hooguit vind ik dat er wat orde mag komen in al die bestuursstructuren die als een soort lasagne bovenop elkaar liggen en waar je niet meer van weet wie nu voor welke smaak verantwoordelijk is. Voor mij mogen er gerust wat weg. Maar wat ik voel, is dat de mensen worden meegesleurd in een verhaal waar ze achteraf van gaan zeggen: jamaar, zo hadden we het nu ook weer niet bedoeld. En dan mag je, zelfs als reclamejongen, aan de alarmbel trekken. Niet omdat ik per se wil samenblijven of wil scheiden, maar omdat ik dat huwelijk toch nog een bezinningsperiode wil gunnen, en een goede therapie. En als we dan tot de conclusie komen dat een scheiding de beste oplossing is, zal ik mij daar graag bij neerleggen.”

Identiteiten wisselen

‘Moet ik chocolade of bier verkopen, dan ben ik Belg, als ik textielfabrieken wil verkopen in China, dan ben ik Vlaming, als ik diamant wil verkopen ben ik Antwerpenaar en als ik in Amerika reclame wil verkopen ben ik een Europeaan. Geweldig, al die identiteiten waartussen ik kan zappen.’

“We gaan B-H-V missen als het opgelost is, want dan gaan we weer een nieuw koekje moeten zoeken om ergernis en ruzie op te wekken. Ik ben hier ook maar toevallig geboren, en België is maar wat het is, maar ik wil wel verstandig omgaan met wat ik gekregen heb. Ik heb nooit een probleem gehad met Belg te zijn. Ook niet met Vlaming, Antwerpenaar of Schotenaar te zijn. (lacht) Enfin, met dat laatste soms wel. En die identiteiten hebben elkaar nooit in de weg gestaan, integendeel, het is een rijkdom geweest. Moet ik chocolade of bier verkopen, dan ben ik Belg, als ik textielfabrieken wil verkopen in China, dan ben ik Vlaming, als ik diamant wil verkopen ben ik Antwerpenaar en als ik in Amerika reclame wil verkopen ben ik een Europeaan. It suits me fine, al die identiteiten waartussen ik kan zappen. Geweldig. En de meeste Belgen in de economische en commerciële wereld die ik tegenkom, vinden dat ook. Niemand heeft daar een probleem mee.

“Kijk, de havens en het verkeer binnen Europa veranderen. Waarom is Antwerpen een grote haven geworden? Omdat het een exporthaven was: daar kwam alles vanuit Europa bij elkaar en vertrok het naar de rest van de wereld. Nu draait het verkeer om in de wereld: het worden importhavens. Dan zijn Hamburg, Bremen en Rotterdam plots dichterbij, en heb je een concurrentieel nadeel om die boten de Schelde te laten opvaren. Hoe pakten we dat probleem aan? Eerst door ieder apart te gaan. Stel: je bent een Chinees, je begint stilaan te zoeken hoe je je containers naar Europa krijgt. Woensdag komt er een delegatie van Zeebrugge en die vertellen je dat die Schelde niet diep genoeg is, dat Gent geen echte haven is en dat Brussel helemaal om mee te lachen is. Donderdag komen de mannen van Antwerpen en die zeggen: ‘Zeebrugge? Da’s altijd last met de vakbonden en Gent is te klein’. En vrijdag staan de mannen van Gent daar. Zo gingen al die promotiediensten langs bij die Chinees, en die onthoudt maar één ding: bij al die Belgische havens is er wel een probleem, laten we naar Rotterdam gaan. Oei, zegden de Vlamingen, die ambras was niet goed, laten we ons voortaan samen ‘Port of Flanders’ noemen. Allez nu jongens, niemand in de wereld weet wat Flanders is, dat betekent dus niets, terwijl ‘Port of Antwerp’ een maritiem wereldmerk zou kunnen zijn.

“Als je België bekijkt als een geheel, dan kan je de kaart heel simpel tekenen: Oostende, Zeebrugge, Antwerpen, Gent, Brussel, Charleroi en Luik. Noem dat allemaal ‘Port of Antwerp’ en je zet dat op de kaart. Je ziet dat zo op een Powerpoint staan: dat is een hand die uitreikt naar heel Europa, terwijl Rotterdam dan gewoon een bolletje aan de kust is. Dan heb je een geweldig verhaal van ‘reach out to Europe’. Wel, die boodschap, hoe simpel en effectief ze ook zou zijn, is politiek niet haalbaar in dit land. Onwaarschijnlijk toch? Dat is toch totaal absurd, zeker omdat de mensen in de havens logistiek perfect samenwerken. Tien miljoen Belgen, als je zulke gemeenschappelijke troeven niet meer uitspeelt, hoe loemp kan je zijn?

“Als je je wil profileren in de wereld, en daar gaat het straks om, dan moet je toch niet permanent in de dynamiek van een burenruzie blijven zitten? Want wie wil er nu in godsnaam zaken doen met iemand die altijd ambras heeft met zijn eigen buren? Wie wil er kamperen op de camping naast die familie met de kinderen die voortdurend ruziemaken? Waar haalt men toch dat idee vandaan, zoals Rik Torfs het zei, dat de economische crisis opgelost zal zijn eenmaal de Ardennen in het buitenland liggen?

“België lijkt soms een omgekeerd Italiaans restaurant. Daar maken ze altijd grote theatrale ambras in de keuken, dan gaat de deur open naar de zaal en komen ze met een big smile iets lekkers op tafel zetten. In België is het grote vriendschap in de keuken, en dan gaat de deur naar de zaal open en ‘t is ambras en de borden vliegen in het rond. Verdienen wij nu echt niet beter dan dat?”