Direct naar artikelinhoud

Kazakh-commissie kruipt richting start

Dirk Van der Maelen (sp.a) vervangt Francis Delpérée (cdH) als voorzitter van de onderzoekscommissie naar Kazakhgate. Delpérées positie was niet langer houdbaar nadat aan het licht kwam dat hij zelf door het gerecht ondervraagd werd in het dossier. Maar het wantrouwen binnen de commissie blijft bestaan.

Liters inkt zijn er al over gevloeid, terwijl de onderzoekscommissie nog uit de startblokken moet schieten. Delpérée lag de afgelopen weken al onder vuur omdat hij gedecoreerd werd door de Orde van Malta, een organisatie die een aantal spilfiguren in het dossier met elkaar in contact zou hebben gebracht. Daardoor stelden heel wat commissieleden zich hardop vragen over zijn onpartijdigheid als commissievoorzitter. Dat Delpérée bovendien nooit vermeld had dat hij ondervraagd werd in het gerechtelijk onderzoek, zoals woensdag naar boven kwam, bleek de druppel. Peter De Roover (N-VA) sprak van een farce, en Vincent Van Quickenborne (Open Vld) dreigde met een boycot door zijn fractie. Ook Delpérées partijgenote Catherine Fonck gaf aan dat het, zonder het vertrouwen van de commissie, "bijzonder moeilijk is om te functioneren" als voorzitter.

Daarmee was de druk op Delpérée zo groot geworden dat hij besliste om de eer aan zichzelf te houden. Aangezien hij er wel op stond deel te blijven uitmaken van de commissie, als enige cdH'er, was zijn partij genoodzaakt om het voorzitterschap af te staan. Zo kwam sp.a'er Van der Maelen op die stoel terecht. Zijn kandidatuur werd unaniem aanvaard, maar dat betekent niet dat de commissie zich vanaf nu met de grond van de zaak kan bezighouden, namelijk de vraag hoe de afkoopwet precies tot stand is gekomen.

Tijdens de openingsvergadering gisteren prezen alle commissieleden de "wijze beslissing" van Delpérée, al viel in de wandelgangen wel wat wrevel te noteren over het feit dat hij toch in de commissie blijft. Zo blijft de vrees bestaan dat hij bepaalde zaken zal trachten toe te dekken.

Het wantrouwen blijft overigens niet beperkt tot de figuur van Delpérée. Van der Maelen vindt ook Van Quickenbornes positie in de commissie onhoudbaar. Die maakte in 2011 als minister van Pensioenen deel uit van de regering-Leterme die voorstelde om de afkoopwet snel te regelen via een amendement, en niet via een volwaardige wet. "Als Van Quickenborne in de commissie zit, hebben we een mol. We kunnen hem toch moeilijk zijn eigen bijdrage aan de totstandkoming van de afkoopwet laten onderzoeken?", vindt Van der Maelen.

Open Vld noemt de aanval onterecht. Van Quickenborne was niet betrokken bij de totstandkoming van de wet, klinkt het. Bovendien benadrukken de liberalen dat liefst 12 van de 17 commissieleden over de afkoopwet stemden. "Sonja Becq (CD&V) schreef zelfs mee aan het wetsvoorstel."

Om elke zweem van partijdigheid of betrokkenheid te vermijden, besliste de commissie dat de magistraat en de experten die de commissie bijstaan, zullen moeten oordelen of er 'onverenigbaarheden' zijn bij bepaalde commissieleden. "Hoe moeten we het woord 'betrokken' interpreteren? Geldt dat voor mensen die gehoord zijn als getuige, die hebben meegeschreven, of die hebben gestemd in de commissie of de plenaire? Dat moet objectief uitgeklaard worden, zodat we met een propere lei kunnen beginnen", zegt Sophie De Wit (N-VA). "We moeten vermijden dat we in rondjes blijven draaien."

Experts aangesteld

De commissie bracht alvast één opdracht tot een goed einde: ze duidde twee experts aan. Het gaat om de Duitstalige grondwetspecialist Christian Behrendt en de Franstalige Christine Matray, gespecialiseerd in deontologie bij gerechtelijke onderzoeken. De derde expert, een specialist fiscaal strafrecht, zal op de eerste echte commissievergadering, op 11 januari, worden aangeduid. Dat moet een Nederlandstalige zijn.