Direct naar artikelinhoud

Moordenaar van een fles wijn

Je hebt mensen die zich onsterfelijk maken met één heldendaad en je hebt er die hetzelfde bereiken door die ene, onvergetelijk bok te schieten. Zo iemand was William Sokolin. Hij sloeg per ongeluk een fles wijn stuk met een waarde van een half miljoen.

Het gebeurde op 23 april 1989, ten tijde van 'The Wolf of Wall Street', in het Four Seasons restaurant in Manhattan, waar Paul Bocuse die avond te gast was. De fles was een Château Margaux uit 1787, die in een kelder in Parijs was aangetroffen. Ze droeg de initialen van Thomas Jefferson, de grote president van de Verenigde Staten aan wie ze ooit toebehoord zou hebben.

Verkoper William Sokolin, derde generatie in een geslacht van drankhandelaars die vlak na de Grote Drooglegging waren begonnen, had de zaak van zijn vader overgenomen in de late jaren 50. Hij had zich al vlug toegespitst op wijnen, meer bepaald op de onbetaalbare. Voor de fameuze fles in kwestie hoopte hij 519.750 dollar te kunnen binnenhalen - de exactheid van dat getal mag verbazing wekken.

Het noodlot sloeg echter toe, toen Sokolin de fles per ongeluk tegen een metalen tafeltje stootte. Voor hij naar adem kon happen, bleken er twee gaten in de vuilgroene fles te zitten, waar wijn uit gutste. Een bloedrood spoor op het tapijt gaf de kamer al vlug de aanblik van een crime scene.

"It was gone, kaputt!", zei een verslagen William Sokolin die avond. "Het voelt alsof ik een moord heb gepleegd."

Hij was zo verbouwereerd dat hij telkens maar datzelfde stamelde, en naar huis vluchtte terwijl omstanders hun vingers in de verspilde wijn doopten. Ze getuigden achteraf dat het vocht sowieso al ondrinkbaar geweest was.

"De verzekering wilde er eerst niet van weten", zei Sokolin later, "maar toen het incident The New York Times haalde, konden ze niet vlug genoeg zijn om mij te vergoeden: 212.000 dollar. Leve de macht van de pers!"

Bij Sokolin was nooit helemaal duidelijk waar de flater overging in gewiekst-heid. Hij was niet vies van een stunt en geloofde rotsvast in wijn als betrouwbare investering.

Lang voor beleggingsspecialisten dat au sérieux begonnen te nemen, schreef hij al boeken met titels als The Complete Wine Investor. "Ik ken mensen die failliet gingen maar gered zijn door hun wijncollectie", placht hij op te scheppen.

Als zakenman in hart en nieren probeerde hij zelfs nog de gemolesteerde fles bij Guernsey's te verpatsen. Toen de veilingmeester het deerlijk toegetakelde stuk glas tevoorschijn haalde uit zijn met fluweel beklede kistje, schijnt Sokolin verschrikt te zijn opgesprongen. "Hoho", riep hij. "Dat doe ik wel!"

De instelprijs was bepaald op 30.000 dollar.

"Oké dan, 10.000...", voelde de veilingmeester zich echter al vlug gedwongen te zeggen. "... Of hoorde ik daar misschien 5.000?"

"Ik geef je er honderd voor!", riep in de zaal een brutaal iemand.

Aangezien er toch vrijwel niets aan viel te verdienen, werd de kapotte fles uiteindelijk geschonken aan een organisatie die ijverde voor de rechten van kinderen.

Sokolin zou zijn blunder een kwarteeuw overleven, alvorens alsnog ijlings naar de eeuwige wijngaarden te vertrekken.