Direct naar artikelinhoud

Nobelprijs Chemie voor lasermicroscoop

De Nobelprijs voor chemie gaat dit jaar naar de uitvinders van nieuwe geavanceerde microscooptechnieken met lasers en kleurstoffen. Dat is bekendgemaakt in Stockholm.

De prijs gaat naar de Amerikanen Eric Betzig (1960) en William Moerner (1953), en de Duitser Stefan Hell (1962). In de loop van twee decennia ontwikkelden ze nieuwe technieken waarbij met lasers en speciale actieve lichtgevende moleculen veel meer details aan het licht kunnen brengen in weefsels en cellen. Daardoor kunnen processen in levende systemen live worden gevolgd. Met elektronenmicroscopen kan alleen dood materiaal worden bekeken.

De Nobelprijs, een bedrag van 800.000 euro, wordt uitgereikt op 10 december. Dat is de geboortedag van Alfred Nobel.

Revolutie

Volgens het Nobelprijscomité is de prijs verdiend omdat die met een combinatie van chemische en optische technieken een nieuw venster op de levende materie biedt. Dat maakte een revolutie in de microbiologie mogelijk.

Met nieuwe technieken doorbraken de drie onderzoekers stap voor stap de klassieke beperkingen van lichtmicroscopie. Daardoor is tot tienmaal meer detail te zien dan eerder mogelijk leek. De basis daarvoor legde Hell, tegenwoordig directeur van het Max Planck Instituut in Göttingen, die met verschillende kleuren laserlicht storende effecten tegen elkaar wist uit te spelen, zodat veel meer precisie wordt bereikt.

William Moerner, nu op Stanford, was in 1989 de eerste die individuele lichtgevende moleculen onder de microscoop zichtbaar wist te maken. Betzig, verbonden aan het Howard Hughes Medical Institute in de VS, paste dat idee toe in microscopie van levende cellen.

Kort daarna gebruikte Moerner weer als eerste een speciaal tijdelijk fluorescerend molecuul om cellen tot extreem detail met lasers te scannen door er lichtgevende moleculen in te bouwen. In 2006 breidde Betzig die technieken uit naar drie dimensionale beelden van celorganellen.

Geen onbekende

Hoogleraar biofysica Rienk van Grondelle van de Vrije Universiteit Amsterdam reageert opgetogen. "Het interessante is dat Moerner en Hell niet echt samenwerkten, en toch samen geweldige nieuwe mogelijkheden hebben gecreeerd."

Dat het drietal de chemieprijs krijgt, noemt Van Grondelle terecht. "Het hing wel een beetje in de lucht. En chemie? Ik zou het werk fysische chemie noemen, maar wel met een enorme impact voor de biochemie."