Ongenaakbare Van der Poel pakt vier op vier in Wereldbeker
Valabele tegenstand voor Mathieu van der Poel (22)? Niet gezien, daar in Bogense. Of het zouden de wild klotsende golven van het onstuimige Kattegat moeten zijn geweest.
Zelfs zijn geteisterde knie hield het. En dat na een nieuwe crash, zaterdagnamiddag tijdens de laatste parcoursverkenning. "Er kwam een hechtingsdraadje los. Best wel even pijnlijk. Maar in de cross zelf had ik er totaal geen last meer van. Eigenlijk bleef de hinder puur beperkt tot wat stijfheid, de eerste twee dagen na mijn val in Gavere. Gelukkig maar."
Jammer, vond de fiere leider in de Wereldbeker na zijn klavertjevier, dat de technische passages door de diepe modderbrij werden herschapen in loopstroken. "Het had het spektakel kunnen dienen. Voor het WK 2019 zou ik de bochten op de steile heuvelrug, die we vijf keer op en af moeten rijden, toch iets minder scherp trekken.
"Je mag het technisch maken, maar niet in die mate dat we constant van de fiets moeten. Want dan heeft het bitter weinig effect. Voor de rest vind ik het een prachtparcours. Dit soort crossen doe ik graag. Ik had enkele aanpassingsronden nodig, maar eenmaal onder stoom ging ik me beter in mijn sas voelen. Ik zocht mijn moment om toe te slaan, want veel secties om het gaspedaal in te duwen bleven er niet over. Die ene tempoversnelling bleek voldoende."
Met zijn twaalfde Wereldbekerzege in drie profseizoenen ontdoet Van der Poel jr. zich op de alltime-zegeranking van Niels Albert en Kevin Pauwels, en is hij na de ongenaakbare Sven Nys en Richard Groenendaal alleen derde. Volgende week, in het Duitse Zeven, kan hij op plaats twee zijn voet zetten naast zijn landgenoot.