Direct naar artikelinhoud

Ook lowcostvlucht wordt duurder

Uw ticket naar de zon wordt dit jaar allicht een tikje duurder. Stijgende brandstofkosten en lonen zijn daar de oorzaak van. Om van de milieukost nog niet te spreken. 'Het besef groeit dat de sector eigenlijk te goedkoop is.'

Het gaat goed met de luchtvaartsector. Nadat 2017 al een recordjaar is gebleken, voorspelt de International Air Transport Association (IATA) dat 2018 andermaal een recordjaar wordt voor de luchtvaartsector wereldwijd. De sterke economische groei legt de sector geen windeieren waardoor de bezettingsgraden van de vliegtuigen recordhoogtes halen. Maatschappijen hebben vorig jaar 4,1 miljard passagiers vervoerd, een nieuw record. Alles samen goed voor 37 miljoen vluchten.

Niet helemaal verbazingwekkend is dat de stijging vooral gedragen wordt door de lagekostenmaatschappijen. Die zowat 30 procent van het totaal voor hun rekening namen. De prijsvechters winnen volgens de internationale luchtvaartorganisatie ICAO nog steeds aan terrein.

Overnames en fusies

Het kan misschien paradoxaal klinken, maar ondanks het stijgende marktaandeel van die lagekostenmaatschappijen, mag u zich toch aan een duurdere ticketprijs verwachten. De maatschappijen zelf laten vooralsnog niet in hun kaarten kijken, maar de consensus bij analisten is breed. Zeker Europa is een van de markten waar een vliegticket in 2018 duurder zou worden.

Consultant Advito verwacht dat op regionale vluchten de prijzen van businessclasstickets met 1 procent stijgen, terwijl economytickets 2 procent meer gaan kosten. Op intercontinentale vluchten stijgen de prijzen van businessclasstickets met 2 procent, terwijl de prijzen van economytickets gelijk zouden blijven.

IATA merkt op dat de capaciteitsgroei wereldwijd vertraagt, waardoor de luchtvaartmaatschappijen in 2018 beter in staat zijn om de stijgende kosten door te rekenen in hun ticketprijzen. Analist Alex Martens van KBC Asset Management deelt die mening, net als luchtvaartspecialist Luc De Wilde. "De overnames en fusies in de sector vormen daarvoor de belangrijkste factor", schetst De Wilde. "Die beweging rolt nu al enkele jaren over de Europese luchtvaart, en wordt met de dag groter en neemt in kracht toe. Dat hertekende het landschap en voor Europa betekent dat vier grote spelers: Lufthansa Group (met dochterbedrijven Swiss International Air Lines, Austrian Airlines, Eurowings en Brussels Airlines), Ryanair, EasyJet en IAG Group (British Airways, Iberia, Aer Lingus en Vueling)."

Die beweging, die leidt tot minder maar grotere spelers, zorgde ervoor dat de capaciteit niet toeneemt, terwijl het aantal passagiers wel groeit. De olieprijzen zijn ook aan het stijgen, en ook al zijn de meeste maatschappijen ingedekt, op termijn wordt die kerosineprijs aangepast. Tot slot, de lonen in de sector gaan ook naar omhoog. Ook - en vooral - bij de lagekostenmaatschappijen. Symptomatisch daarbij is de loonsverhoging bij Ryanair. In ons land onderhandelt de Ierse maatschappij momenteel over een loonsverhoging van 14 procent. In het Verenigd Koninkrijk werd vorige week een akkoord getekend voor een loonsverhoging van 20 procent.

Trein is zinvoller

Een hogere ticketprijs moet de marges helpen opkrikken, want die zijn klein. De gemiddelde winstcijfers per passagier ligt in Europa op amper 4,4 euro, in de Verenigde Staten is dat 15,5 euro. Dat verschilt uiteraard per vlucht, en per maatschappij. Zeker de gevestigde waarden hebben een zwaardere kostenbasis, wat weegt op hun marges.

Intussen groeit wereldwijd het besef dat de luchtvaartsector eigenlijk te goedkoop is, in verhouding tot zijn impact op het milieu. In Nederland denkt het kabinet hardop na over de invoering van een vliegtuigtaks, waarbij alle vertrekkende vluchten een taks zouden moeten betalen. De Wilde: "Landen die dat probeerden, hebben die snel afgevoerd, want luchtvaart is een belangrijke economische motor. Toch valt er iets te zeggen over de waanzin voor vluchten op minder dan pakweg 500 kilometer. Dan is de trein wellicht zinvoller."