Direct naar artikelinhoud

Geachte heer Devlieger, Beste Michiel,

Doorgaans wordt er bij het aantreden van ‘verse’ presentatoren enig mededogen gehanteerd. In een vlaag van lankmoedigheid schrijven critici dan dat alle begin moeilijk is en er nog leergeld moet worden betaald. Dat krediet werd jou, toen je als opvolger van Frieda Van Wijck in de sofa werd neergepoot, niet gegund. Nu je weer een jaartje De laatste show hebt volbracht, denk ik nog af en toe terug aan de tijd dat je onbarmhartig werd neergesabeld. ‘Weg met Devlieger’ leek wel het nieuwe ordewoord in een groteske karaktermoord die zelfs de grootste televisionele beunhazen bespaard blijft. Het had iets van een georchestreerde afrekening. Barbertje moest hangen. Nog voor je goed en wel op het veld stond werd je al uit de ploeg geschreven. Alsof je een simpel groentje was in plaats van een rustig dirigerende nummer tien, die meer dan op zijn beurt een wereldgoal scoorde. Je werd een aanfluiting als gastheer genoemd en in een krant zag ik hoe je ‘gebreken’ paginagroot werden opgelijst. Onwaardig om de voetsporen te drukken van coryfeeën als Bruno Wyndaele, Mark Uytterhoeven of ‘tante Frieda’. Een droogstoppel zonder een spat charisma die de kijkcijfers van een succesvol format naar een nooit gezien dieptepunt zou leiden. Starre, humorloze ambtenaar met scheve tanden die achter de schermen thuishoort in plaats van erop. “Dat wordt moeilijk voor Michiel”, dacht ik toen, en het verbaast me nog steeds dat je hebt doorgezet na zo’n salvo onder de gordel. Daar was moed voor nodig. Velen zouden gedegouteerd de handdoek hebben gegooid om zich ver van de spotlights in stilte bezig te houden. Maar je hebt koppig volgehouden, Michiel. Gelukkig. Behoorlijk aangeslagen wellicht, maar nooit echt uitgeteld. Gaandeweg een beetje ‘bijgeplamuurd’ in vlotheid, interviewtechniek en looks, maar toch vooral je zelf gebleven als verwaaide, wat onhandige master of ceremony met droge, (zelf)relativerende humor als voornaamste wapen. “Eindelijk eentje die zijn gasten belangrijker vindt dan zichzelf”, zei mijn oude, wijze vader toen al. “Die jongen doet dat goed en het doet deugd op de late avond iemand tegen te komen die rust uitstraalt in plaats van irritatie op te wekken.”

Hij heeft overschot van gelijk gekregen. Jij een kletterende revanche. Geen enkele De laatste show-presentator haalde hogere kijkcijfers en niemand stoort zich nog aan die vent die vier keer per week op bezoek komt. Door met rustige vastheid steeds zelfzekerder je stempel te drukken en er niet per se een Michiel Devliegershow van te willen maken, heb je alle critici vakkundig de mond gesnoerd. Je zult wel nooit een volbloed entertainer worden of een klaterende spraakwaterval gespecialiseerd in de snedige witz, maar dat hoeft ook niet. Geef mij maar een bescheiden, af en toe stamelende gastheer die je met plezier zijn foutjes en gestuntel vergeeft omdat precies die hem tot een vriendelijke en bereikbare huisvriend maken. En daar mag je best trots op zijn, Michiel. Het is niet iedereen gegeven om het van noodoplossing tot vaste waarde te schoppen. Je hebt meer dan je gram gehaald en misschien moet je het daar wel bij houden. Stoppen aan de top - en dat was wat mij betreft vorige week die leuke, eigenzinnige ‘special’ over het gezegende jaar 1986 - heeft nog nooit iemand kwaad gedaan.

Jij kent mij niet. Ik jou wel. Ooit troonde een vriendin mij mee naar een prettig gestoord collectief dat zich de Belgische Improvisatieliga noemde en zich overgaf aan knotsgekke verbale duels. “Moet je zien. Die gasten zijn bangelijk goed.” Dat klopte. Ik was behoorlijk onder de indruk van die nobele onbekenden die in een chaotische voorstelling het publiek en zichzelf een hilarische avond bezorgden. Een jaar later zag ik je, onder gezag, leiding en toezicht van Mark Uytterhoeven, terug op het scherm in Onvoorziene omstandigheden. Geestig en gedurfd. Het was alsof ik in The Cavern de beginnende Beatles had gezien. Ongeduldig en ambitieus dansend op de springplank die hen naar de top moest katapulteren. Telkens als ik jou, Tom Lenaerts, Johan Terryn of Rob Vanoudenhoven terug zie, ben ik blij dat ik er toen bij was. Nog steeds een trouwe fan van dat groepje beeldenstormers dat stuk voor stuk tot bepalende tv-makers is uitgegroeid. Jou heb ik altijd als de stille Beatle gezien. Brave zoon van zelfstandigen uit Moen die na zijn studies Latijn-wiskunde in contact kwam met slechte vrienden en als lid van een creatieve club die Woestijnvis werd gedoopt een uitlaatklep vond voor zijn borrelende creativiteit. (Mede)auteur van een paar tijdloze tophits. Niet zo ontwapenend brutaal als de anderen, wars van sterallures en steeds een tikkeltje sterker als componist dan als performer.

Als Red Michiel de derde Schalkse Ruiter in de schaduw van Lenaerts en De Pauw, met wie je De mol bedacht. Misschien wel het meest succesvolle programma ooit. Een verslavend spelletje met jou als enigmatische presentator. Winnaar van de Gouden Roos van Montreux, nog steeds een kijkcijfertopper in Nederland en verkocht aan vijftig landen. Tel uit je winst. Ik heb genoten van De parelvissers. Sombere, broeierig spannende fictie (?) over list, bedrog en gefnuikte ambities binnen een productiehuis. Er was het spetterende Voor eens en voor altijd, waarin je met Tom Lenaerts komaf maakte met hardnekkige vooroordelen over je gasten. Van kardinaal Danneels over Urbanus tot die legendarische uitzending met Yves Leterme -“geen commentaar en als u geen andere vragen hebt dan ziet het er niet goed uit voor uw programma” - die zich aan heel Vlaanderen als een verzuurde eikel presenteerde. Toen Ivan De Vadder onlangs opstapte in De zevende dag begreep ik hem perfect.

En dan was er natuurlijk Van vlees en bloed. Onwaarschijnlijk sterk slagersepos waarmee je samen met Tom Van Dyck de lat voor Vlaamse fictie zo onbereikbaar hoog legde dat zelfs De ronde er niet over kan. Misschien moet jij het nog eens proberen, Michiel. Laat je, ondanks een goed rapport, niet vastspijkeren aan die Laatste show. Je hebt je job gedaan. Neem een lange vakantie met vrouw -“dag lieve Els!” - en kinderen. Kom uitgerust en herboren terug met een hoofd vol nieuwe ideeën en laat je vooral niet kisten door kritiek van gefrustreerde stukjesschrijvers.

Met hartelijke groeten

Je vriend Jules