Jobs, jobs, jobs: het regent sollicitaties bij de liberalen

Gwendolyn Rutten (Open VLD)

Op enkele dagen tijd heeft Open VLD opeens een kandidaat-premier en twee openlijke kandidaat-ministers. Zijn de liberalen zegezeker of is het juist een teken van hooggespannen zenuwen?

‘Het gaat voor ons in de eerste plaats om wat we willen doen en niet om wie het gaat doen’, dixit Open VLD-voorzitter Gwendolyn Rutten op 27 april. ‘We concentreren ons niet op de poppetjes, maar op de inhoud van het verhaal’, aldus Bart Somers op diezelfde dag.

Maar we schrijven 13 mei en op enkele dagen tijd kan er veel veranderen in de Wetstraat. Zowel Rutten als Somers ambiëren nu openlijk een post binnen een regering. Rutten wil zelfs de eerste vrouwelijke premier van het land worden.

Een echte kandidatuur noemt ze het zelf niet. De burgemeester van Aarschot beschrijft het omslachtiger: ‘Als de bal in ons kamp komt, dan zal ik dat graag doen.’ In een verkiezingscampagne, waarbij ieder woord en elk media-optreden wordt gewikt en gewogen, is dat echter een pure sollicitatie.

Bart Somers, de Mechelse burgemeester en Vlaams Open VLD-fractieleider, deed het afgelopen weekend minder subtiel. ‘Ik ben heel graag burgemeester. Ik ben dit al 18 jaar. Ik heb er lang over nagedacht en eerlijk gezegd ook getwijfeld. Maar ik heb voor mezelf een heel duidelijke beslissing genomen. Ik ga terug naar de nationale politiek’, zei hij op Facebook.

‘Ik ben Maggie De Block en ik ben kandidaat-minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken.’

Ook Maggie De Block stelt zich openlijk kandidaat. Zij wil een vervolg breien aan haar ministerpost op Volksgezondheid en Sociale Zaken. In een geanimeerd campagnefilmpje zegt ze dat de gezondheidszorg ‘nog beter kan’. ‘Ik wil meer doen’, vervolgt ze. ‘Ik ben Maggie De Block en ik ben kandidaat-minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken.’

Hoewel De Block een 12-puntenplan onder de arm meeneemt, verschuift de focus op deze manier verder weg van de inhoud en meer op ‘de poppetjes’, zoals Somers het verwoordde op 27 april.

Op zondag maakte een liberaal aan de overkant van de taalgrens, Charles Michel (MR), dan weer kenbaar dat hij zichzelf wil opvolgen.

Alexander De Croo

Is de partij dan zo zegezeker dat ze nu al aanspraak maakt op de hoogste ambten? Of is de kandidatuurstelling een toonbeeld van crisiscommunicatie?

Het klopt dat de liberalen deel zullen uitmaken van nagenoeg elke coalitie – zowel op Vlaams als federaal niveau. In Vlaanderen, waar N-VA-kandidaat Bart De Wever het minister-presidentschap ambieert, lijken de Vlaams-nationalisten vastgeklonken aan de liberalen. De vraag lijkt enkel nog of ze CD&V zullen inruilen voor SP.A of niet.

En ook op het federale vlak moet het al erg mislopen voor de liberalen om de regeringsvorming mis te lopen. Met andere woorden: een logische campagnezet van Open VLD.

Of toch niet? Want het ambiëren van de posten vloekt wel enorm hard met eerdere uitspraken van de partij. Zo was Rutten een tijdlang zelfs expliciet géén kandidaat-premier. ‘Je bent geen kandidaat-premier, want dan doe je aan politiek voor de posten en in ons land gaat het daar al veel te veel over’, zei ze in een interview op 1 mei op de nieuwswebsite Newsmonkey.

Volgens de laatste peilingen ben ik de eerste liberaal in de lijst van Vlaamse politici en de eerste Vlaamse politicus op de lijst van Wallonië en Brussel.

Alexander De Croo in Le Soir.

Wat is er ondertussen gebeurd? Een mogelijke verklaring zijn de peilingen. In de barometer van VRT stond de partij op licht verlies van 1,3 procent en werd het met 14,2 procent de vierde partij van Vlaanderen. Het verschil met de nabije concurrenten is echter zo klein dat een lichte verschuiving plots het doel om tweede partij te worden dichterbij brengt.

Problematischer was de peiling die Gazet van Antwerpen afgelopen weekend publiceerde. Antwerpen blijft nog altijd ’s lands grootste kieskring. Wat daar gebeurt, heeft ontegensprekelijk grote gevolgen voor het nationale beeld van een partij.

Daar stond de partij plots op de zesde plek. Met 8,2 procent van de stemmen bleef ze net groter dan PVDA. Nu is Antwerpen sowieso niet de sterkste provincie voor Open VLD, maar het zegt wel iets de tendensen. Een duidelijk kopstuk naar voren schuiven, kan ervoor zorgen dat de partij meer zichtbaarheid krijgt.

Daarnaast lijkt de demarche van Rutten een reactie op de woorden die haar partijgenoot en vicepremier Alexander De Croo vorige week deed in de Franstalige krant Le Soir. Op de vraag of hij kandidaat-premier was antwoordde hij niet nee – wel integendeel.

‘Volgens de laatste peilingen ben ik de eerste liberaal in de lijst van Vlaamse politici en de eerste Vlaamse politicus op de lijst van Wallonië en Brussel. Maar ik hou het hoofd koel. Het belangrijkste is wat er in De Zestien gebeurt, niet wie er verblijft’, aldus de oud-voorzitter.

Geen ja. Maar duidelijk ook geen nee.

Wil Rutten zo voor eens en voor altijd de lijn trekken binnen de partij en duidelijk maken wie de baas is? De kans is immers groot dat De Croo – die meer regeringservaring heeft dan zijn voorzitter – een goed resultaat neerzet in het liberale bastion Oost-Vlaanderen. En hoe je het nu draait of keer: wie stemmen haalt, bepaalt.

Binnen de partij wordt die suggestie weggewuifd. Volgens de liberalen is het de logica zelve dat de voorzitter het voortouw neemt. Ook het belang van het vooruitzicht op de eerste vrouwelijke premier ooit wordt extra benadrukt. Maggie De Block heeft overigens al meermaals te kennen gegeven dat ze haar werk op Volksgezondheid wil voortzetten, klinkt het.

In ieder geval neemt Rutten de handschoen op. Of ze die zet verstandig was, zal blijken na 26 mei.

Open VLD-voorzitter Gwendolyn Rutten op een debat op 4 februari 2019 in Bozar, Brussel.
Open VLD-voorzitter Gwendolyn Rutten op een debat op 4 februari 2019 in Bozar, Brussel.© Frederic Sierakowski / Isopix

Partner Content