Osteopaat vervolgd voor onopzettelijke doodslag op veertienjarig meisje met tuberculose

Het meisje overleed in het UZ in Gent © fvv

Christoper R., een 57-jarige osteopaat uit Beersel, moet zich donderdag voor de Brusselse correctionele rechtbank verantwoorden voor onwettige uitoefening van de geneeskunde en onopzettelijke doodslag op een veertienjarig meisje. R. had het meisje een ‘alternatieve behandeling’ gegeven.

pvm

Het kind overleed in 2015 in het Universitair Ziekenhuis Gent aan tuberculose. Het meisje was maanden eerder gezien door een huisarts, die onder meer antibiotica had voorgeschreven. Haar pleegouders consulteerden vervolgens echter R., die een alternatieve diagnose en behandeling voorstelde.

Het meisje belandde in mei 2015 op de spoeddienst van het UZ Gent, waar het een kleine twee weken later overleed aan tuberculose. Een kinderarts bij het UZ Gent diende daarop een klacht in bij de Provinciale Geneeskundige Commissie van Vlaams-Brabant en Brussel en de Nationale Orde der Geneesheren, die het parket van Halle-Vilvoorde inschakelden.

‘Het meisje was in 2006 door de Dienst Voogdij bij pleegouders geplaatst, omdat ze als niet-begeleide minderjarige het land was binnengekomen’, zegt Carol Vercarre, woordvoerster van het parket Halle-Vilvoorde. ‘Twee maanden voor haar overlijden had een huisarts haar onderzocht en antibiotica voorgeschreven voor een luchtweginfectie. Hij had de pleegouders ook een doorverwijzing voor het nemen van foto’s meegegeven.’

‘Meisje had gered kunnen worden’

Het gezin uit Herzele vroeg echter eerst nog het advies van Christopher R., een osteopaat uit Beersel bij wie ze regelmatig langsgingen. Hij stelde een alternatieve diagnose en behandeling voor, en de pleegouders volgden zijn adviezen op.

‘Volgens de klacht die wij ontvingen, had het meisje nog gered kunnen worden, als ze wel correct was behandeld en de adviezen van de huisarts waren opgevolgd’, gaat de parketwoordvoerster verder. ‘Er werd een onderzoeksrechter gevorderd, die de medische dossiers van het meisje in beslag heeft laten nemen en een wetsdokter aanstelde om deze te onderzoeken.’

Homeopathische behandeling

Volgens het parket zijn er voldoende bewijzen dat R., die de geneeskunde niet mocht beoefenen, alternatieve diagnoses stelde, zoals een asbestbesmetting, een depressie, en verminderde immuniteit, en dat hij die behandelde met homeopathische middelen. Daardoor zou de kans gemist zijn om tijdig vast te stellen dat het om tuberculose ging en een correcte behandeling te starten.

‘Hoewel het meisje aanhoudend bleef vermageren en wekenlang hoge koorts had, bleef R. de pleegouders geruststellen dat dit tekenen waren dat zijn behandeling aansloeg, en ‘het keerpunt’ hopelijk nabij was’, klinkt het.

Beklaagde ontkent

De pleegouders hebben zich volgens het parket geen burgerlijke partij gesteld in deze zaak, zij zouden zich het slachtoffer voelen van de twist tussen twee types van geneeskunde, de klassieke en de homeopathische. ‘Beklaagde zelf betwist de feiten, hij meent niet dat hij iets verkeerd heeft gedaan’, aldus nog het parket.

‘Mijn cliënt is inderdaad van oordeel dat zijn tussenkomst niet aan de oorzaak ligt van het overlijden van dat meisje’, zegt Jef Vermassen, de advocaat van R. ‘Om hem te veroordelen, moet niet alleen bewezen worden dat hij een nalatigheid begaan heeft, maar ook dat er een oorzakelijk verband is tussen die nalatigheid en het overlijden. Volgens ons is er geen sprake van nalatigheid geweest, en is er geen enkel bewijs van een oorzakelijk verband tussen zijn eventuele nalatigheid en het overlijden. Het meisje werd ook nog opgevolgd door twee huisartsen.’