Direct naar artikelinhoud
Klimaatjongeren

Na de spijbelacties, het rapport: zo moet klimaatverandering aangepakt worden

Vlaams bouwmeester Leo Van Broeck en klimatoloog Jean-Pascal van Ypesele overhandigen hun bevindingen aan Anuna De Wever en Adélaïde Charlier van Youth For Climate.Beeld Tim Dirven

‘De politici zijn een beetje de weg kwijt’, vindt Anuna De Wever van Youth for Climate. Dus heeft een panel van meer dan 140 wetenschappers nu een zogenaamde klimaat-gps opgesteld. Niet de route zelf, maar het eindpunt is uitgetekend: de klimaatverandering écht aanpakken. En dat vraagt volgens hen om een aanpak op alle fronten.

en

1. Het klimaat is meer dan CO2

Het klimaat, het ecosysteem en ons sociale systeem zijn één geheel, luidt het mantra van het klimaatrapport. Het lijvige pamflet met 27 concrete aanbevelingen werd dinsdag door Vlaams bouwmeester Leo Van Broeck en klimatoloog Jean-Pascal van Ypersele (UCL) overhandigd aan de jongeren van Youth for Climate. Beide heren zaten de afgelopen tien weken met meer dan 140 wetenschappers rond de tafel om een concrete handleiding voor de politiek op te stellen. “Ik hoop dat de politici ook dankbaar zijn voor dit werk. Het is nu aan hen”, besluit Anuna De Wever.

Centraal in het rapport staat de roep om een globale aanpak van de klimaatverandering. De onderzoekers willen zich niet blindstaren op CO2-reductie. “Stel je voor dat je moeder koorts heeft en je geeft haar aspirine. Je merkt dat ze ook allerlei andere symptomen heeft, maar je zegt ‘dat bekijken we later wel’”, geeft Van Broeck als metafoor. “Dat is wat wij nu doen op klimaatvlak. Op die manier sterft je moeder zonder koorts. Wij zeggen met dit rapport: kijk naar het geheel. Moeder heeft leukemie en dus is er chemo, een totaalaanpak, nodig.”

De opwarming van de aarde is maar één symptoom van een algemene crisis van ons ecosysteem, verduidelijken de onderzoekers. Die crisis tast evengoed de economie en de sociale rechtvaardigheid aan. En eigenlijk is het ook een bestuurscrisis, zeggen ze, omdat de gangbare vormen van beleid te weinig doortastend zijn om flexibel te blijven op de lange termijn. “Het moet allemaal veel sneller en fundamenteler. We varen met onze Titanic recht op een ijsberg af en kijken of er niet te veel roet uit de schoorsteen komt. Dat is waanzin.” 

Het meest opvallende aan het rapport is dat het geen menukaart is met in detail uitgerekende maatregelen. Er is niet één technische oplossing. “Het gaat dus om veel meer dan enkel CO2-reductie. Bijvoorbeeld ook over grondstoffengebruik, overconsumptie, onze eet- en woongewoontes die veel meer binnen de grenzen moeten vallen van wat de planeet aankan”, zegt Vlaams bouwmeester Leo Van Broeck. “Dit vraagt om een sociale en bestuurlijke omslag. Wij willen dat iedereen beseft dat voortdoen niet meer leuk zal zijn. Daarom moeten we alles uitdrukken in termen van kwaliteitswinst.” Dat laatste is belangrijk om iedereen mee te trekken, zegt van Ypersele: “Alleen door sociaal rechtvaardig oplossingen uit te werken, vermijd je dat gele hesjes terecht kwaad worden.”

2. Iedereen samen aan (burger)tafel

Om meer globaal te besturen, geeft het klimaatpanel de eerste minister en ministers-presidenten een coördinerende rol. Zij horen het overzicht te bewaken van alle verschillende bevoegdheden. Want klimaatbeleid is geen apart hokje binnen de politiek, zeggen de onderzoekers, wel een overlappend thema in elke domein. Elke minister zou zich bij een beslissing moeten afvragen welke effecten de maatregel heeft op het klimaat. Van Broeck: “Iedereen vindt het toch ook logisch dat we de menselijke gezondheid niet in het gedrang brengen? Ook als het gaat over klimaat is diezelfde reflex absoluut nodig onder beleidsmakers en burgers.”

Om die reflex te kweken, stellen ze een reeks sensibiliseringsacties voor. Ook burgerpanels zijn een aanbeveling, maar alleen als de burgers op voorhand duidelijk zijn geïnformeerd. Een jaarlijkse Klimaatdag moet de hoogmis worden van informatiecampagnes en maatschappelijk debat.

Behalve het debat moet ook de ambitie omhoog, zowel lokaal als federaal. Een Bijzondere Klimaatwet moet voor meer coherentie zorgen tussen alle beleidsniveaus. En elke provincie krijgt een klimaatintendant, die overleg kan organiseren. De politiek moet ook wendbaar blijven. “Uiteraard is technologie nodig, maar het beleid moet zich ook vlot kunnen aanpassen aan nieuwe inzichten en technologie”, zegt Van Broeck. Want goed klimaatbeleid moet zich eerst en vooral baseren op de wetenschap, vinden de wetenschappers. Graag krijgen ze dus meer middelen voor onderzoek en innovatie. 

2. Iedereen samen aan (burger)tafel
Beeld Tim Dirven

3. Meer natuur, minder beton

De betonstop ‘en wel vanaf morgen’ is essentieel. Het is ook perfect mogelijk, hebben de onderzoekers berekend. Vandaag zijn we met 6,4 miljoen Vlamingen en is er nog altijd plaats voor 2,5 miljoen extra inwoners. Maar volgens demografen zullen we in 2080 met hooguit 1,2 miljoen Vlamingen meer zijn dan vandaag. “Dat betekent dat een betonstop onmiddellijk kan ingaan”, zegt het rapport. De ruimte zal nog altijd ruimschoots voldoen om iedereen een dak boven het hoofd te geven.

Liefst ligt dat dak in de stad, want we moeten dichter bij elkaar gaan wonen. De kost van wegen en infrastructuur willen de onderzoekers laten afhangen van waar je woont. Op het platteland wonen moet dus duurder worden. “Maar je kan de verkavelingsbewoners niets kwalijk nemen als er geen betaalbaar alternatief is”, zegt Van Broeck. Hij stelt een salariswoning voor in plaats van een salariswagen, wat Didier Reynders (MR) vorige week ook opperde. De private huurmarkt moet fiscaal interessanter worden, net als coöperatieve woonprojecten. “Leuven laat private ontwikkelaars al via erfpachten bouwen op gronden van de stad.”

En wat met al die woningen die er al staan? Daar moet vooral ingezet worden op energiebesparing. Oude gebouwen moeten energiezuinig gerenoveerd worden, stelt het rapport, bijvoorbeeld met verplichte isolaties na de aankoop van een woning.

In de plaats van al dat beton vragen de wetenschappers dringend meer bos- en natuurgebied. Dat moet ook beter met elkaar verbonden worden. Het gaat om ideeën als stadsparken met inheemse planten, verwildering van onze tuinen en ecoducten over autosnelwegen. Om de stijging van de zeespiegel op te vangen, vragen ze een uitbreiding van de duingebieden aan de kust, en duurzaam water- en bodembeheer in het binnenland. 

4. Minder vlees, minder vliegen

“Een economie die dingen beter maakt, in plaats van meer dingen maakt”, zo vat Van Broeck de circulaire economie samen. Volgens een berekening van consultancybureau McKinsey kan de omslag daar naartoe 3 miljoen banen opleveren in Europa en 1,8 biljoen euro besparen tegen 2030.

Enkele pistes om circulair te worden zijn groene eisen in openbare aanbestedingen, een sterkere deeleconomie en producten vaker laten herstellen. Meer kleinschalige landbouw, met korte ketens, moet ons duurzamer doen eten. Vandaag eet een Vlaming gemiddeld 114 gram vlees per dag. Op een milieuvriendelijk bord zou dat getal omlaag moeten naar 28 gram per dag. 

Behalve de landbouw moet ook de industrie energiezuiniger. De wetenschappers stellen voor om een ‘klimaatneutraliteitstest tegen 2050’ in te voeren voor industrie en infrastructuurprojecten, zodat milieuvergunningen strenger worden. Fossiele brandstoffen moeten verdwijnen, dus moeten de subsidies daarvoor op de schop. Het rapport stelt ‘burgerfondsen’ voor om hernieuwbare energie te financieren. In Eeklo is er bijvoorbeeld een windmolenpark waarbij burgers aandeelhouder zijn. Van Broeck: “Dat is deeleconomie, dus links, maar het is ook kapitalisme, want ze zijn aandeelhouders. We moeten die oude tegenstellingen overstijgen.”

En ook onze mobiliteit heeft een shift nodig. De experten willen heel België fietsvriendelijk tegen 2030. In datzelfde jaar mogen fossiele personenwagens niet meer verkocht worden. Een vliegtaks moet ons meer met de trein doen rijden en de luchthaven van Zaventem mag niet meer uitbreiden.