Direct naar artikelinhoud
AnalyseCentrumpartijen

Crisis in het centrum: waarom Open Vld een onbestaande ministerpost claimt

Bart Somers (Open Vld) wil straks ‘Vlaams minister van Samenleven’ worden.Beeld BELGA

De centrumpartijen CD&V, Open Vld en sp.a hebben alle moeite van de wereld om zich in de kiescampagne te wurmen. Het centrum bloedt leeg, al hoeft dat niet te betekenen dat die partijen geen rol meer spelen aan de onderhandelingstafel.

Joris Vandenbroucke blaast even aan de telefoon. Of sp.a goed in de campagne zit? “In de kranten en op televisie is het niet evident voor ons. Als je ziet hoe Meyrem Almaci (Groen) en Bart De Wever (N-VA) elkaar uitschelden. Ik begrijp dat de media daarvan smullen. Ik zeg dit ook zonder waardeoordeel: het lijf-aan-lijfgevecht tussen die twee is wel relevant. Maar het maakt dat wij minder gemakkelijk aandacht krijgen.”

Het is volgens Vandenbroucke, de nieuwe federale kopman van de partij, vooral zaak om je daar als partij niet te zenuwachtig in te maken. “Ik blijf 100 procent overtuigd van onze beslissing om een inhoudelijke campagne te voeren toegespitst op zorg, de pensioen en de facturen”, vertelt hij. “Tijdens al mijn huisbezoeken merk ik dat de mensen vooral daar echt wakker van liggen. Ik ben zeker dat onze sociale voorstellen opnieuw aanslaan bij de bevolking.”

Sp.a, CD&V en Open Vld, de drie traditionele centrumpartijen die decennialang de politieke macht onder elkaar hebben verdeeld, zitten alle drie in de hoek waar de klappen vallen, op anderhalve week van de verkiezingen. In de peilingen staan ze elk op min. Samen vertegenwoordigen ze nog maar vier op de tien Vlamingen – een historisch dieptepunt. Sp.a flirt al langer met de electorale ondergrens van 10 procent, maar ook de liberalen zien over de schouder dat scenario naderen. In Antwerpen, de grootste en belangrijkste kieskring, peilde de partij vorige week op amper 8 procent.

Joris Vandenbroucke (sp.a) in het Vlaams parlement.Beeld BELGA

Stuurloos

Binnen Open Vld borrelt ongenoegen over de manier van campagnevoeren op. Aan het begin van de kiesstrijd was afgesproken dat de partij haar pijlen op het federale niveau zou richten op de PS van Elio Di Rupo. In Vlaanderen zou ze zich gematigd opstellen, met als exponent daarvan paginagrote advertenties in de kranten waarin wordt opgeroepen tot een hoffelijke campagne. Maar kiesstress doet iets met een partij: de laatste dagen zijn die lijnen steeds meer verlaten. Om zich in het duel tussen N-VA en Groen te wringen is Open Vld de ecologisten gaan viseren. Regelmatig op het randje, vooral dan over hun rijkentaks.

Nog een afspraak die intussen overboord ging: Open Vld wil focussen op de inhoud, niet op de postjes. De sollicitaties vliegen bij de liberalen in het rond. Voorzitster Gwendolyn Rutten heeft deze week uit het niets bekendgemaakt dat ze zichzelf als kandidaat-premier ziet, Bart Tommelein staat te trappelen om haar plek aan de top van de partij in te nemen, Bart Somers verklaart zich al kandidaat-minister op het voorlopig onbestaande departement Samenleven. Binnen de partij worden grote ogen getrokken bij zoveel persoonlijke profileringsdrang. Een liberaal zegt: “Ik kan me niet herinneren dat we ooit afgesproken hebben om Groen aan te vallen. Laat staan dat Gwendolyn zich zou outen als kandidaat-premier. Onze campagne lijkt stuurloos.”

De neergang van de klassieke machtspartijen is geen uniek Vlaams of Belgisch fenomeen. Ook in andere Europese landen taant de macht van het centrum en versplintert het politieke landschap. In Nederland werd Forum voor Democratie van Thierry Baudet met amper 14,5 procent onlangs de grootste partij bij de Provinciale Statenverkiezing, en in de Tweede Kamer zetelen liefst 13 fracties. De Franse traditionele partijen zijn de voorbije jaren zelfs volledig van de kaart geveegd: de PS bijvoorbeeld bezet in het parlement nog amper 30 van de 577 zetels. 

Open Vld-voorzitter Gwendolyn Rutten.Beeld Photo News

Charisma

Het centrum bloedt leeg, maar dat hoeft niet voor elke traditionele partij onomkeerbaar te zijn, zegt professor politicologie Dave Sinardet (VUB). “In Spanje deden de sociaaldemocraten het bijvoorbeeld erg goed bij de laatste verkiezingen. Bijvoorbeeld onder impuls van charismatische figuren kunnen traditionele partijen terug naar boven drijven.”

Het is een strategie waar de Vlaamse centrumpartijen ook op inzetten. Sinardet: “CD&V en Open Vld zien dat hun partij geen echt sterk merk meer is. Hilde Crevits is dat wel, en CD&V speelt haar uit in de hoop dat haar populariteit zou kunnen afstralen op de partij. De liberalen proberen dat ook, maar op een meer klungelige manier. Eigenlijk had Open Vld Somers naar voren moeten schuiven als minister-president, want hij is over de partijgrenzen heen zeer populair. Als tussenoplossing heeft hij zich nu kandidaat-minister verklaard. Federaal hadden ze zich beter achter Michel geschaard, want ook hij blijft bij ons erg populair.”

Er wordt ook nadrukkelijk over de taalgrens gelonkt. Het concept van de politieke familie is weer hip. Sp.a en PS trekken samen op campagne, zij het soms een beetje schoorvoetend. Open Vld en MR liggen lepeltje lepeltje in de campagne, ook al zijn de Vlaamse liberalen een stuk rechtser dan de Franstaligen. “Het opmerkelijkst is de toenadering tussen CD&V en cdH, die elkaar bijna 20 jaar kwijt waren, eigenlijk sinds de onderhandelingen over de vijfde staatshervorming. CD&V dreef daarna naar rechts, cdH veeleer naar links”, zegt Sinardet. Dat CD&V-voorzitter Wouter Beke en cdH-voorzitter Maxime Prévot nu toch de banden aanhalen, is deels te danken aan een koerswissel: CD&V zwenkte weer een beetje naar links, terwijl nieuwkomer Prévot veel centrumrechtser is dan zijn voorgangers. 

De drijfveer achter deze familiereünies is de winst in soortelijk gewicht op federaal niveau. Aan een onderhandelingstafel weegt de liberale familie een stuk sterker dan MR of Open Vld elk apart. Handig meegenomen voor de traditionele partijen: N-VA heeft geen pendant in het zuiden, en moet het dus alleen rooien.