Direct naar artikelinhoud
AnalyseCD&V

Zeggen dat de campagne van CD&V moeilijk van de grond komt, lijkt stilaan een understatement

Kandidaat-minister-president Hilde Crevits (CD&V).Beeld Photo News

In de aanloop naar 26 mei analyseert De Morgen de programma’s en ambities van de partijen. Vandaag: de CD&V. Voor de christendemocraten telt maar één ding: zo weinig mogelijk stemmen verliezen. Als dat lukt, zit de partij al zeker op federaal niveau gebeiteld.

“Een echte kutweek”, zo noemt een bron bij CD&V de voorbije campagneweek van de christendemocraten. Terwijl de troepen van Wouter Beke koelbloedig proberen vasthouden aan hun mantra van de rustige redelijkheid, zien ze hoe andere partijen hun stempel op deze campagne drukken.

Amper 15 procent dichten de jongste peilingen CD&V toe. Zij kunnen er altijd naast zitten, maar de pijl wijst al dertig jaar naar beneden. Eind jaren 80 waren de christendemocraten nog meer dan 31 procent waard. In de jaren 90, onder Jean-Luc Dehaene, ging die score door onder andere de opkomst van het Vlaams Blok en de dioxinecrisis omlaag. De historische nederlaag in 1999 dwong de partij voor het eerst in veertig jaar in de oppositie.

Onder Yves Leterme – ‘de man van de 800.000 voorkeurstemmen’ – leek CD&V zich in 2007 te herstellen, met net geen 30 procent, weliswaar dankzij het kartel met de toen nog kleine N-VA. Sinds de breuk van dat kartel in 2008 tuimelen de christendemocraten echter de dieperik in, terwijl de voormalige kartelpartner het electorale veld verovert. Bij de federale verkiezingen in 2014 haalde CD&V 18,6 procent, tegenover 32,5 procent voor N-VA.

Yves Leterme haalde in 2007 800.000 voorkeursstemmen. Maar sinds de breuk van het kartel met N-VA in 2008 tuimelen de christendemocraten de dieperik in.Beeld BELGA

Wat niet helpt, is de eindeloze saga rond de 800.000 Arco-coöperanten. Hoewel CD&V zich opwerpt als de grote verdediger van hun belangen, kregen ze nog altijd niets uitbetaald. Op 26 mei hangt Arco dus opnieuw als een molensteen om de nek van de christendemocraten. Federaal kopman Kris Peeters, die vorig jaar persoonlijk ten onder ging in een Antwerpse strijd tegen Bart De Wever (N-VA), kan enkel verwijzen naar de geplande beursgang van Belfius, die mogelijk gekoppeld wordt aan een gedeeltelijke vergoeding.

Handicap

Wat ook niet helpt, is de uitschuiver van Joke Schauvliege, die begin februari met een vermeend complot over de klimaatmarsen de reeds wankele milieureputatie van CD&V verder de grond inboorde. Het kostte haar een ministerpost in de Vlaamse regering en bezorgde CD&V een handicap in de kiescampagne nog voordat ze goed en wel begonnen was. Schauvliege probeert nu haar persoonlijke toekomst in Oost-Vlaanderen veilig te stellen.

En dan moest de echte ‘kutweek’ nog komen, vorige week. Met de verontwaardiging over de moord op Julie Van Espen, die onvermijdelijk afstraalt op de beoordeling van het justitiebeleid van minister Koen Geens (CD&V). En met het Limburgse stemmenkanon Yasin Gül, die met zijn openlijke sympathie voor de ultranationalistische Turkse Grijze Wolven de partij kwetsbaar maakt in Limburg. Zeggen dat de campagne moeilijk van de grond komt, lijkt stilaan een understatement.

Joke Schauvliege boorde begin februari de reeds wankele milieureputatie van CD&V de grond in met een vermeend complot over de klimaatmarsen.Beeld Eric de Mildt

Intussen sluimert de strijd om de interne macht. Het mandaat van voorzitter Wouter Beke, die de partij sinds 2010 leidt, loopt af na de verkiezingen. Hoewel zijn zitje niet vacant is, ziet het ernaar uit dat Beke een federale functie ambieert. Dat is voor federaal parlementslid Hendrik Bogaert alvast voldoende om zich op minder dan drie weken voor de verkiezingen kandidaat te stellen. Terwijl elk politicus weet: een café waar gevochten wordt, trekt geen volk.

Toch zijn er ook lichtpunten. Op 14 oktober 2018 bleven de lokale burchten van Beke en co goed overeind. Vooral op het platteland botste de gele golf op een oranje muur, met dank aan de sterkhouders in West-Vlaanderen en Limburg. Over heel Vlaanderen klokte CD&V op provinciaal niveau af op 19,7 procent. Ook dat is een opsteker, want het provinciale resultaat wordt gezien als een belangrijke graadmeter voor het nationale potentieel.

Troefkaart

Met Hilde Crevits beschikt de partij over een sterke troefkaart. Zij werd vorige maand op een groot congres uitgeroepen tot kandidaat-minister-president. Ze is de grote concurrent van De Wever, die de job ook ambieert. Hoewel Crevits relatief weinig kans heeft om de post te claimen – haar partij is veel kleiner dan N-VA – leek haar kandidatuur de campagne van CD&V eindelijk wat punch te geven. De partij kwam meer in beeld in debatten en nieuwsbulletins.

Dat de campagne na die opflakkering weer wat begon te kabbelen, wijst echter op een gebrek aan ‘fond’. Met de ‘revolutie van de redelijkheid’, zoals Beke ze bepleit in zijn boek, zetten de christendemocraten zich af van het geschreeuw op links en rechts. Ze rekenen erop dat de kiezer hen daarvoor zal belonen. Maar de twijfel is groot. Zal de kiezer hen wel opmerken? En wat betekent dat concreet, ‘redelijk zijn’? Inhoudelijk blijft de boodschap van CD&V vaag.

Mocht de federale coalitie naar links kantelen, zou het premierschap voor Wouter Beke dichtbij komen.Beeld Tim Coppens

Eén voordeel hebben de christendemocraten wel. Als op federaal niveau de voortzetting van de Zweedse coalitie mogelijk is, al dan niet met cdH erbij, dan zal niemand van de huidige coalitiepartners aarzelen. In dat geval zal Wouter Beke ook een Vlaamse regeringsdeelname kunnen afdwingen, zoals Gwendolyn Rutten in 2014 deed namens Open Vld.

Kantelt de federale coalitie naar links, dan is CD&V ook onmisbaar. Het gevaar is wel dat N-VA op Vlaams niveau een Bourgondische coalitie zonder hen vormt, om een hele legislatuur vanuit Vlaanderen op hen in te beuken. Maar voor Beke kan een linkse coalitie ook kansen scheppen. Na twee Franstalige premiers gaan er in de Wetstraat stemmen op dat het misschien de beurt is aan een Vlaming. Voor Beke komt het premierschap dan dichtbij.

Uitslagen CD&V

• 1987 (Kamer): 31,39%
• 1991 (Kamer): 26,87%
• 1995 (Kamer): 27,26%
• 1999 (Kamer): 22,21%
• 2003 (Kamer): 20,99%
• 2004 (Vlaams Parlement): 26,1% *
• 2007 (Kamer): 29,6%*
• 2009 (Vlaams Parlement): 22,86%
• 2010 (Kamer): 17,6%
• 2014 (Kamer): 18,6%

*= In kartel met N-VA