Colombiaanse FARC gealarmeerd over moorden op ex-rebellen

door
Belga
Leestijd 2 min.

De gewezen guerrillagroep FARC in Colombia beschuldigt de regering van president Ivan Duque ervan de gewezen rebellen niet te beschermen. Volgens de FARC zijn meer dan 140 gewezen rebellen gedood sinds het vredesakkoord uit 2016. Dat akkoord voorzag beschermingsmaatregelen voor voormalige guerrillero's, maar toch zijn er nog om het leven gebracht. Duque reageerde niet op een verzoek van de FARC tot een vergadering over de toepassing van het vredesakkoord, aldus FARC-leider Rodrigo Londono. "Op hoeveel meer doden moeten we wachten tot u, als staats- en regeringsleider, beslist om ons te ontvangen?", schreef FARC-lid Sandra Ramirez op Twitter.

Ramirez riep de autoriteiten op om paramilitaire groepen te ontmantelen. Volgens analisten kunnen zulke groepen achter de moorden zitten. Zulke groepen worden gelinkt aan de partij van Duque, die kritisch staat tegenover het vredesakkoord, en aan andere conservatieve politici op lokaal en nationaal niveau. Ook kunnen andere gewapende groepen en drugsbendes achter de moorden zitten, die de controle willen over de gewezen FARC-gebieden.

Critici beschuldigen Duque ervan het vredesakkoord niet volledig te willen implementeren. Het akkoord was getekend door zijn voorganger, Juan Manuel Santos, na 52 jaar van gewapend conflict. Ongeveer 7.000 FARC-strijders legden hun wapens neer. De guerrillagroep ging over in een politieke partij met dezelfde naam. Het akkoord garandeerde ook 10 zetels in het Colombiaanse Congres.

De FARC haalde de kwestie aan een dag nadat een van de voormalige leiders van de guerrilla, Jorge Enrique Corredor Gonzalez, werd doodgeschoten toen hij lunch had in een restaurant in Tulua.

Duque zei woensdag dat hij de moord veroordeelde en de autoriteiten de opdracht had gegeven de moordenaars op te sporen. Hij zei dat de regering geëngageerd is voor "de veiligheid van alle ex-strijders in het proces van de reïntegratie".

Op 22 april was nabij de grens met Venezuela het lichaam gevonden van Dimar Torres, een andere guerrillero, met sporen van marteling. Minister van Defensie Guillermo Botero zei aanvankelijk dat Torres had geprobeerd een soldaat te ontwapenen en dat hij per ongeluk was gedood in het daaropvolgende gevecht. Een generaal gaf later toe dat soldaten hem hadden terechtgesteld.

Bron: Belga