Direct naar artikelinhoud
Interview

‘Het hele pensioendossier is mislukt. Als de volgende regering ook zo tewerkgaat, zal het weer niet lukken’

Stefaan Decock.Beeld RV

De bediendenvakbond LBC-NVK, met bijna 300.000 leden de grootste centrale van het ACV, verandert van naam en wordt ACV PULS. “Het is meteen een nieuwe stap die we met de vakbond willen zetten”, zegt algemeen secretaris Stefaan Decock aan de vooravond van het congres waar de vakbond zijn toekomstvisie uit de doeken doet.

Na 85 jaar LBC-NVK is het tijd om met de bediendenvakbond een nieuwe weg in te slaan, zegt algemeen secretaris Stefaan Decock. Die inhoudelijke vernieuwing van een van de machtigste bonden van het land gaat gepaard met de lancering van een nieuwe naam. De huidige naam, Landelijke Bedienden Centrale, stamt al uit 1934. In 1985 werd daar dan nog eens Nationaal Verbond voor Kaderpersoneel aan toegevoegd. “Met als resultaat de onduidelijke en onuitspreekbare afkorting LBC-NVK”, lacht Stefaan Decock. Voortaan gaat LBC-NVK door het leven als ACV PULS.  Daarmee gaat voor de vakbond een nieuw tijdperk in, zegt Decock. “Want ook als vakbond willen we relevant blijven in een snel veranderende arbeidsmarkt.”

Het is meer dan louter een cosmetische opsmuk?

“Het begint met het feit dat onze naam al lang niet meer de lading dekt. We zijn niet ‘landelijk’, we vertegenwoordigen ook al lang arbeiders, en niet enkel bedienden. Bovendien is de context, de wereld daarbuiten, fundamenteel gewijzigd.

“We merken dat ook binnen onze eigen organisatie. Het hiërarchisch denken pikt men niet meer. Als organisatie moet je met je mensen werken. Dat betekent meer autonomie en respect voor de creativiteit en kennis op het werkveld. En daarmee komen we ook bij de essentie van het verhaal. Als we jongeren vandaag vragen hoe ze de vakbond kennen, dan overheerst het beeld van de groene jassen die actie aan het voeren zijn. Dat is de perceptie, en dat terwijl onze dagtaak veel meer omvat maar nooit in beeld komt. Dat willen we veranderen.”

Maak dat eens concreet?

“Onze werking is onderhevig aan ingrijpende veranderingen. Denk alleen al maar aan de digitalisering. Alles gaat steeds sneller, terwijl de vragen complexer zijn geworden. Kennis vind je overal op het internet, maar de complexiteit van die info maakt dat er voor ons als vakbond een grotere rol is weggelegd als coach en dienstverlener. Als vakbond moeten we focussen op nieuwe segmenten van de arbeidsmarkt, nieuwe doelgroepen, nieuwe generaties.

“We evolueren van vertegenwoordigend vakbondswerk naar een meer participerende rol. Als vakbond willen we samen met de werknemers hun loopbaan doorlopen. Wij willen werknemers laten groeien, in samenspraak met werkgevers. We gaan ervan uit – en misschien klinkt dat wat naïef – dat het in het overgrote deel van de gevallen voor de werknemer én werkgever het belangrijkste is dat mensen zich goed voelen op het werk. Misschien is dit een uitspraak die je niet verwacht van een vakbond, maar tot het tegendeel is bewezen gaan we daar ook van uit. We willen dus een meer participatieve vakbond worden, meer een partner. Dat vergt een mentaliteitswijziging, ja.”

U schuift op richting Mitbestimmung, het Duitse model waarbij de vakbond participeert via de raad van bestuur? 

“Neen, dat zou een stap te ver zijn. Partnerschap is wel het juiste woord. We willen voor de werknemer als een buddy zijn, en dat tijdens hun hele loopbaan. En als het kan ook voor de werkgever. Voor hen willen we een gesprekspartner zijn, in gezamenlijk overleg. Maar we willen wel gerespecteerd worden. Als er geen overleg mogelijk is, dan voeren we actie. Maar dat is niet onze eerste focus.”

Welk doel heeft u hierbij voor ogen? Groeien als vakbond?

“We willen de komende vijf jaar zowat 50.000 nieuwe leden aantrekken. Ja, dat is ambitieus, maar het lijkt ons een correcte doelstelling. Het is ook noodzakelijk om relevant te blijven als vakbond. Die schaalgrootte is belangrijk, en zolang we die macht van het getal hebben kan men ons ook niet in de hoek drummen. Die vernieuwing is daar een van de antwoorden op. Nieuwe leden moeten dus het logische gevolg zijn van een vernieuwde aanpak.”

Aan welke nieuwe doelgroepen denkt u dan?

“We gaan vanaf juni het lidmaatschap voor ‘zelfstandigen zonder personeel’ aanbieden. Dat is onderdeel van die veranderende arbeidsmarkt. Je hebt een steeds grotere groep mensen uit de platform- en deeleconomie. Er zijn best veel mensen die bewust kiezen voor zo’n zelfstandigenstatuut, maar die ook vrij snel het precaire van hun statuut ervaren. Met die mensen willen we samenwerken, om hun werkomstandigheden te verbeteren, hun sociale bescherming versterken. Al wie werkt met een sociaal zwakke bescherming verdient onze aandacht. De Uber-chauffeurs, de koeriers en andere ‘take-away’ers’. Ook in de mediasector zijn er wel bepaalde noden verbonden aan dat statuut, ondanks het hippe imago.”

De vakbond zit met een imagoprobleem.

“Dat klopt. Het is ook niet altijd makkelijk om de mensen uit te leggen dat wanneer de regering besparingen uitvoert in de sociale zekerheid, dit meteen gevolgen heeft voor die mensen. Het is vaak vrij technische materie. Dat betekent vaak dat men niet altijd meteen begrijpt waarover het gaat. We moeten nog beter de link uitleggen tussen de politieke besluitvorming en de alledaagse realiteit. Als we daarin slagen, dan zijn we geslaagd in onze rol. Dat vergt een andere aanpak, een meer strategische actie en dienende communicatie. Het is een oefening waar het hele middenveld voor staat, eigenlijk. De huidige politiek heeft dat versneld, maar het was een onvermijdelijke oefening.”

Wat verwacht u van de politiek na de verkiezingen?

“Na vier jaar zeer rechts en liberaal regeringsbeleid valt er voor werknemers en mensen met een uitkering heel wat recht te zetten, bij te sturen en te herstellen. We komen uit een moeilijke periode, maar ik hoop en denk dat we een aantal politici ervan hebben kunnen overtuigen dat het anders moet. Dat als ze ons niet serieus nemen – en deze regering nam ons niet serieus – ze niets gedaan krijgen. Het hele pensioendossier is mislukt. Dat heeft te maken met het feit dat ze ons aan de kant hebben gezet. En als de volgende regering ook zo tewerk zal gaan, zal het weer niet lukken. Want vergis u niet, we zullen blijven actie voeren. Ook met een nieuwe vlag en naam.”