Direct naar artikelinhoud
InterviewFamilieklap

Karolien Debecker en papa Jos: ‘Hoe kon deze man, die zo anders is, mijn vader zijn?’

Karolien Debecker en papa Jos: ‘Hoe kon deze man, die zo anders is, mijn vader zijn?’
Beeld Bob Van Mol

Zij is 39 jaar, had vroeger een skateboard en een BMX en kondigde eerder deze week aan dat ze stopt met Bij Debecker op Radio 1. Hij is 69 jaar, vroeger IT-specialist bij de NAVO, nu gepensioneerd. Karolien en Jos Debecker, dochter en vader.

KAROLIEN

“Wie is mijn vader? Wat gaat er in zijn hoofd om? Dat heb ik me heel lang afgevraagd. Het lijkt alsof er vogeltjes fluiten in zijn hoofd, terwijl mijn hoofd een bouwwerf is. Ik weet het eigenlijk nog altijd niet, omdat vader niet veel prijsgeeft. Vroeger ook niet. Veel vader-dochtergesprekken kan ik me niet herinneren.

“In mijn jeugd was mijn vader altijd in stilte aanwezig, maar liep het fout, dan stond hij op. Toen ik ooit uit mijn kamer was geslopen om naar een feestje te gaan, kreeg ik vier maanden huisarrest. De angst om te puberen zat er goed in, waardoor ik in mijn twintigerjaren meer heb uitgestoken dan in mijn tienerjaren.

“Die stilte van mijn vader is te verklaren, denk ik. Ik weet uit welk gezin hij komt. Allemaal lieve mensen, maar er werd nooit gepraat over gevoelens. Die stilte had wel consequenties: ‘Zou papa trots zijn op ons?’, vroegen mijn broer en ik ons af. ‘Zou hij blij zijn met wat we doen?’ We twijfelden aan onszelf.

“De laatste jaren is dat veranderd. Mijn vader durft nu te zeggen dat het goed is, wat ook echt deugd doet. Hij luisterde blijkbaar soms naar Generation M, (Karolien presenteerde lange tijd dat jongerenprogramma op MNM, red.) maar haakte af omwille van de muziek. (lacht)

“Ooit heb ik eens gevraagd hoe hij zich voelde. ‘Ach, Karolien’, antwoordde hij, ‘ik heb geen behoefte om te graven in mezelf. Wat daar zit, zit daar goed.’ Ik vraag me nog altijd af hoe je zo’n rustige geest kunt hebben. Lange tijd vertrouwde ik die rust niet, alsof mijn vader denken en voelen scheidde, alsof hij van een andere planeet kwam, hoe hij – zo anders zijnde – mijn vader kon zijn. Ikzelf ben geen gesloten mossel en heb geprobeerd door te dringen tot zijn gevoelswereld, maar doe dat niet meer. Uiteindelijk is dat peuteren behoorlijk agressief. Nu respecteer ik dat.

“Alles werd duidelijk toen ik mijn vader ooit bezocht op het werk. Hij was toen IT- specialist bij de NAVO. Na een heleboel scanners te zijn gepasseerd zag ik op zijn bureau documenten liggen met alleen maar bits en bytes, het binaire systeem met eentjes en nulletjes, en ik snapte het: dat is hoe mijn vader denkt. Hij houdt van handleidingen van laptops, ik houd van psychologische magazines.

Karolien Debecker: ‘Het lijkt alsof er vogeltjes fluiten in zijn hoofd, terwijl mijn hoofd een bouwwerf is.’Beeld Bob Van Mol

“Toen ik op mijn 24ste voor de derde keer herviel en er dus voor de vierde keer botkanker werd geconstateerd, stortte hij in. De keren daarvoor was dat niet zo. Pas jaren later, toen ik 30 was, begreep ik waarom. Toen kreeg ik van mijn huisarts een medisch boekje in handen waarin een geanonimiseerd verhaal over botkanker stond. Het bleek om mij te gaan, en ik las hoe uitzonderlijk mijn casus was. Ik las ook dat de overlevingskans bij een derde herval maar 5 procent bedroeg. Dat was een enorme schok voor mij. Ik nam de telefoon en belde mijn vader.

‘Papa, wist jij dat, van die 5 procent?’
‘Ja.’
‘Waarom heb je me dat nooit gezegd?’
‘Dat had toch geen zin. Wat konden we daar aan veranderen? Wie zou daar iets aan gehad hebben?’
‘Heb je dat nooit tegen iemand gezegd?’
‘Nooit, tegen niemand.’”

JOS

“Ik heb de ziekte van Karolien bijna statistisch opgevat. Kans op herstel bij een tweede terugval? 15 procent, las ik. Kans op herstel bij een derde terugval? 5 procent. Máár, dat gaat niet om 5 procent van die 15 procent, hè. Neen, dat gaat over 5 procent van degenen die dat hele parcours hebben moeten afleggen. Dat is een groot verschil.

“Natuurlijk schrok ik enorm toen ik die cijfers voor het eerst las op internet. Ik heb ze afgedrukt en bewaard in een map met belastingaangiften, wetende dat daar toch niemand in zou kijken. En neen, ik heb er nooit over gesproken. Met niemand. Dan zat ik aan tafel met Karolien, haar moeder en haar broer, en ik zweeg. Wat kon ik anders doen? Die cijfers zouden voor een enorme angst hebben gezorgd, en dat moest ik vermijden.

“Ik heb in mijn leven al zes maagzweren gehad, vijf tijdens de ziekte van Karolien. Het een zal wel met het ander te maken hebben. Toen we de chirurg volgden naar zijn bureau, en hij sloeg al wandelend geen praatje met ons, dan wisten we hoe laat het was. Slecht nieuws. Maar eerlijk? Ik heb nooit getwijfeld aan de afloop. Dat kan vreemd klinken, maar ik had er altijd vertrouwen in.

“Karolien en haar broer Bart heb ik samen met mijn vrouw de nodige vrijheid gegund als kind. We woonden hier in Linden in het groen en zagen de kinderen ’s avonds voor het donker thuiskomen na een dag ravotten, onder de muggenbeten en schaafwonden. Karolien was een van de weinige meisjes in de buurt en trok daarom op met de jongens. Ze droeg ook jongenskleren, had een skateboard en een BMX, en af en toe stond er een jongen aan de deur: ‘Jos, Karolien durft de boom niet meer uit.’

“Op die vrijheid werd later, in hun puberteit, wel strikter toegezien. Sommige jongeren uit de buurt belandden op het verkeerde pad, raakten aan de drugs. Wij waakten toen wel over onze kinderen, ja.

Jos Debecker: ‘Af en toe stond er een jongen aan de deur: ‘Jos, Karolien durft de boom niet meer uit.’Beeld Bob Van Mol

“Ik ben inderdaad anders dan Karolien in het uiten van emoties. Terwijl ik geen behoefte heb daarover te spreken, werkt dat voor haar juist helend. Dat zijn twee contrasten die ik ook herken in mijn eigen relatie. Mijn vrouw is onrustiger, wat angstiger ook, in tegenstelling tot mij.

“Al moet ik toegeven dat ik, samen met mijn vrouw, ook altijd wat beducht was voor een aanslag. Logisch ook: ik werkte bij de NAVO en mijn vrouw werkte aan de ticketbalie van British Airways op Zaventem. Die angst is later dus bewaarheid, toen mijn vrouw gelukkig al op pensioen was.

“Hoewel wij dus van elkaar verschillen – zowel Karolien en ik als mijn vrouw en ik – vullen we elkaar goed aan. Vanzelfsprekend ben ik opgelucht dat het nu goed gaat met mijn dochter, zowel op het werk als privé, dat de medische problemen achter ons liggen. Maar als de dingen goed gaan, moet je dat niet telkens herhalen. Een mens wordt beter niet te euforisch.”