Tunesië, 8 jaar na de Arabische Lente: ‘Mijn broer zou nooit zelfmoord plegen’

Abderrazek Zorgui voltrekt zijn martelaarschap. 'Wat heeft acht jaar revolutie ons opgeleverd?' © .

In december vorig jaar stak de populaire Tunesische journalist Abderrazek Zorgui zichzelf in brand. Een protest tegen werkloosheid en corruptie, zo klinkt het in zijn afscheidsvideo. Wilde Zorgui echt als martelaar sterven of werd hij geflikt? In Kasserine raken ze er niet uit. Knack ging op onderzoek in het land waar de Arabische Lente begon – met een zelfverbranding.

Abderrazek Zorgui had zijn bühne goed uitgekozen. De Place des Martyrs is de drukste plek van Kasserine, langs de centrale verkeersader die, zoals overal in Tunesië, de naam van oud-president Habib Bourguiba draagt, de man die het Maghrebland in 1956 naar de onafhankelijkheid leidde. De martelaren van die strijd worden hier geëerd met een gedenksteen en fresco’s. Daar, bij dat monument, verwerkt in de omheining van het onder Frans bewind gebouwde en al lang gesloten treinstation, heeft de tweeëndertigjarige cameraman-journalist zijn eigen martelaarschap aangekondigd en voltrokken. Op 24 december, om 11.40 uur, begon zijn livestream, die nog altijd terug te vinden is op YouTube.

De corruptie en de armoede zijn allesbehalve verdwenen. De werkloosheid in Kasserine ligt boven de 40 procent.

Med Tahar Kadraoui van het burgerplatform AMAL SDS

Voor een professionele cameraman ziet het er wat stuntelig uit. Zorgui houdt een microfoon voor zijn mond, een prul verwerkt in de kabel van de oortjes die hij doorlopend in houdt. Zijn boodschap is er niet minder pertinent om. Zorgui houdt een striemend betoog tegen de armoede en werkloosheid die jongeren in Kasserine treft. ‘Wat heeft acht jaar revolutie ons opgeleverd?’ vraagt hij retorisch. Alleen corruptie, loze beloftes en aanhoudend gevaar van terrorisme.

De bijna 4 minuten durende video eindigt met de oproep om een nieuwe revolutie te ontketenen, met brandende autobanden en rondvliegende stenen. Zelf, zo onderstreept hij tot tweemaal toe, zal hij al een eenmansrevolutie starten. Over 20 minuten zal hij zich overgieten met de oranje vloeistof in de fles die hij in close-up toont. Wie erbij wil zijn, moet zich naar de Place des Martyrs reppen. ‘Nog 20 minuten’, herhaalt hij, ‘en dan steek ik mezelf in brand. In de hoop dat de autoriteiten dan wél naar Kasserine zullen omzien.’

Het zou uiteindelijk 45 minuten duren vooraleer de dreiging werd uitgevoerd. Ook daarvan circuleren beelden op de sociale media. Erg scherp zijn die niet, huiveringwekkend des te meer. Vanuit de verte valt te zien hoe een man, omgeven door een hoop mensen, ineens vuur vat. Schreeuwend van de pijn zet hij het op een lopen, terwijl de vlammen almaar feller oplaaien. Na tien meter zakt hij neer, waarop omstanders het vuur vergeefs met hun jassen proberen te doven.

Abderrazek zou een dag later in het plaatselijke ziekenhuis aan zijn verwondingen bezwijken. Een van zijn wensen kwam meteen uit. Drie dagen op rij werd Kasserine het toneel van zware onlusten. Betogingen, plunderingen. Alleen met veel traangas en massa-arrestaties slaagde de oproerpolitie erin de orde te herstellen. Ook in verschillende andere steden bracht de dood van de journalist woedende betogers op de been.

Kibbelkabinet

Dat de schokkende beelden in Tunesië extra hard binnenkwamen, komt omdat ze een berucht precedent oprakelden. Acht jaar eerder, op 17 december 2010, had in Sidi Bouzid een 27-jarige straatverkoper zichzelf in brand gestoken, kort nadat de lokale politie voor de zoveelste keer zijn handelswaar in beslag had genomen. De vernedering was er te veel aan voor Mohamed Bouazizi, die met zijn daad protesteerde tegen de corruptie van de autoriteiten en de uitzichtloosheid van zijn bestaan. Hij stierf na een agonie van ruim twee weken, zonder te beseffen dat hij de geschiedenis zou ingaan als de aanstoker van de Arabische Lente. Zelfs onwetend van de regimewissel die hij in eigen land had teweeggebracht. Dictator Zine El Abidine Ben Ali vluchtte op 14 januari 2011 naar Saudi-Arabië, onder druk van straatprotest dat na Bouazizi’s overlijden tot een ware volksopstand was geëscaleerd.

De Tunesische Jasmijnrevolutie wordt het enige succes van de Arabische Lente genoemd. 330 doden zijn geen detail, maar ze zijn niets vergeleken bij het bloedvergieten in Syrië, Libië of Jemen. Anders dan in Egype heeft de val van de dictatuur in Tunesië bovendien tot een daadwerkelijke democratisering geleid. De vrijheid van meningsuiting is verworven, het land kreeg na een woelige overgangsperiode in 2014 een democratische grondwet.

Tunesië, 8 jaar na de Arabische Lente: 'Mijn broer zou nooit zelfmoord plegen'

De huidige regering van premier Youssef Chahed is een wankele coalitie van vijf partijen en een resem onafhankelijken. Grofweg vallen twee blokken te onderscheiden, de seculiere centrumpartijen versus de islamistische Ennahda. De rol van die laatste partij, ideologisch verwant met de Egyptische moslimbroeders, is omstreden. Ennahda ondernam tussen 2011 en 2014 verwoede pogingen om het van oudsher seculiere Tunesië in een islamitische republiek te transformeren. In het najaar vinden er zowel parlements- als presidentsverkiezingen plaats, de tweede stembusgang sinds de val van de dictatuur. Het is weinig waarschijnlijk dat de monstercoalitie, een kibbelkabinet ondermijnd door onderling wantrouwen, voor herhaling vatbaar is.

Politieke stabiliteit is in deze regio sowieso een relatief gegeven. Terwijl we door Kasserine lopen, wordt in buurland Libië de zoveelste ronde van de burgeroorlog met zware wapens uitgevochten. De stad van 100.000 inwoners ligt vlak bij de grens met dat andere buurland, Algerije, waar het straatprotest ook na het aftreden van president voor het leven Abdelaziz Bouteflika voortduurt.

Was de Jasmijnrevolutie – de zoetsappige term wordt hier net zoals het begrip ‘Arabische Lente’ als een verzinsel van westerse persagentschappen uitgespuwd – écht een succes? Waarom heeft een jonge journalist zich dan in brand gestoken uit protest tegen armoede, werkloosheid en corruptie, exact dezelfde motieven die een jonge straatverkoper acht jaar eerder tot zijn wanhoopsdaad aanzetten?

In zijn videoboodschap legde Abderrazek Zorgui zelf nadrukkelijk de link. Dat de revolutie niets had veranderd, en dat hij geen zin had om zijn actie uit te stellen tot de herdenking in januari. In tegenstelling tot Mohamed Bouazizi’s zelfverbranding bleef de impact van zijn vuurdood relatief beperkt. Na een paar dagen rellen was de rek eruit. In Tunis kunnen we het vaststellen: zijn naam doet amper nog een belletje rinkelen, het drama is zoals in een palimpsest door recentere verhalen overschreven. Door de dood, onder meer, van twaalf landarbeidsters, omgekomen in het weekend voor 1 mei in een vreselijk verkeersongeval vlak bij Sidi Bouzid. In Tunis stond het Feest van de Arbeid helemaal in het teken van dat ongeluk, dat niet alleen door een jammerlijke stuurfout werd veroorzaakt. Meer dan dertig arbeidsters stonden opeengepakt in de laadruimte van een bestelwagen op weg naar hun werk. Onverantwoord, maar tekenend voor de uitbuiting in de landbouwsector. Vrouwen krijgen voor een dag labeur 13 dinar (4 euro) en een vierde van dat belachelijk lage bedrag gaat op aan transportkosten.

Mijn broer heeft niet eens een afscheidsbrief achtergelaten. Tegen moeder heeft hij alleen gezegd dat hij een koffie ging drinken.

Hamma Zorgui, broer van Abderrazek

In Kasserine, daarentegen, is Abderazzek Zorgui nog niet vergeten. Alleen al omdat er nog altijd grote onduidelijkheid bestaat over de precieze toedracht van zijn dood.

Koortsthermometer

Van één ding is Med Tahar Kadraoui zeker: het drama heeft zich niet toevallig in Kasserine afgespeeld. Kadraoui heeft een verleden bij de PDP, een linkse oppositiepartij die al onder Ben Ali actief was. We spreken hem op het kantoor van AMAL SDS, een door hemzelf opgericht burgerplatform dat onder meer inspraak bevordert, vorming geeft in scholen en jongeren in probleemsituaties ondersteunt. ‘Kasserine is de koortsthermometer van Tunesië’, zegt hij. ‘De opstand tegen Ben Ali is hier echt begonnen, op 5 januari 2011. Drie dagen lang was het oorlog, in het centrum en de cités zijn 21 martelaren gevallen. We hebben een hoge prijs betaald en weinig teruggekregen. Natuurlijk is vrijheid van meningsuiting belangrijk, ik heb geen heimwee naar de dictatuur. Maar de corruptie en de armoede zijn allesbehalve verdwenen. Officieel bedraagt de werkloosheid hier 24 procent – 9 procentpunten boven het landelijke gemiddelde. Maar het echte cijfer ligt een stuk boven de 40 procent.’

‘Diploma of niet, voor jongeren is er geen werk. Iedereen droomt van Europa, vorig jaar zijn meer dan tweehonderd Tunesiërs in de Middellandse Zee verdronken. Veel van die jongens kwamen uit deze streek.’ Kadraoui haalt er een landkaart bij. Kasserine, Sidi Bouzid, Gafsa, het zijn drie hoofdsteden van gelijknamige provincies die aan elkaar grenzen. Samen vormen ze het centraal-westelijke binnenland, de meest verpauperde, minst ontwikkelde regio van Tunesië. ‘De achterstelling is historisch gegroeid’, legt Kadraoui uit. ‘Of Bourguiba of Ben Ali nu de plak voerde, alle investeringen gingen naar de kustprovincies en de hoofdstad. Ondanks alle beloftes is dat na de revolutie niet veranderd. Kasserine, Sidi Bouzid en Gafsa worden le triangle détesté genoemd. Dat zegt precies hoe we ons voelen, vergeten en geminacht door de overheid.’

Groezelig is een mild adjectief voor Kasserine. Dit is een stad waar armoede en werkloosheid van het straatbeeld vallen af te lezen. Wij zijn er vlak voor het begin van de ramadan. Cafés en theehuizen zitten de hele dag vol. Uitsluitend mannen, al bestaan er volgens onze tolk ook discrete plekken voor koppels en gezinnen. Alle leeftijden zijn vertegenwoordigd, maar het overwicht van twintigers en dertigers is manifest. Ze roken, drinken thee, tokkelen op smartphones en kijken naar de zoveelste herhaling van een voetbalmatch. De Europese of Afrikaanse Champions League, de Tunesische of Engelse competitie, Koning Voetbal rijgt hier de dagen zonder werk aan elkaar.

Kasserine na Zorgui's dood. 'We worden vergeten en geminacht door de overheid.'
Kasserine na Zorgui’s dood. ‘We worden vergeten en geminacht door de overheid.’© Reuters

Kasserine lijkt een paradijs voor geheelonthouders, maar schijn bedriegt. Achter de schermen wordt volgens ingewijden stevig gedronken. Ook drugsverslaving is een bekend fenomeen. De stad is een draaischijf op de smokkelroute tussen Algerije en de Middellandse Zee. Vooral hasj en xtc van onbestemde kwaliteit richten ravages aan in de cités.

Drie jonge mannen

Abderrazek Zorgui hekelde het contrast in zijn videotestament. Arrogante politici drukken miljoenen dinars achterover, terwijl de zonen van Kasserine bij hun moeders om 500 millimes (een halve dinar of 0,15 euro) moeten bedelen als ze met hun vrienden een koffie willen drinken. Heeft hij zijn leven geofferd om dat onrecht aan te klagen? Hamma Zorgui gelooft er niets van. ‘Mijn broer zou nooit zelfmoord plegen’, zegt hij fel. ‘Hij hield van het leven, hij was kunstzinnig aangelegd. Dat hij depressief was, zoals sommigen beweren, klopt niet. Hij had werk, kwam niets tekort. Ja, hij was gescheiden en hertrouwd, zijn vrouw was trouwens zwanger van zijn tweede kind. Stel je voor, hij heeft niet eens een afscheidsbrief achtergelaten. Tegen moeder heeft hij die ochtend alleen gezegd dat hij in het centrum een koffie ging drinken.’

Hamma, een forsgebouwde dertiger, is fotograaf. Specialiteit: trouwfoto’s – zijn kleine studio in cité Ennour puilt uit van de witte plastic rozen, nepvogels en andere gelukzalige accessoires. Het leven gaat voort, de klanten blijven komen, maar die fatale dag in december heeft alles veranderd. Op zijn computer heeft hij foto’s verzameld die zijn vermoedens moeten staven: Abderrazek is in een val getrapt die onbekenden hebben gespannen. ‘Kijk naar de videoboodschap’, zegt Hamma. ‘Waarom houdt hij die oortjes in? Het lijkt alsof hij de woorden herhaalt die anderen hem influisteren.’

Op een foto zie je hem op een terras zitten, vlak bij de plek waar hij even voordien zijn videoboodschap heeft opgenomen. Hij houdt de fles met brandstof op zijn schoot en kijkt geconcentreerd omhoog, alsof hij een overvliegende jet probeert te determineren. Niet de pose die je verwacht van iemand die op het punt staat zichzelf een afgrijselijke dood in te jagen. Op andere foto’s zie je dat hij gezelschap heeft. Drie jonge mannen, ze glimlachen naar de camera. Niks te verbergen, zo lijkt het wel. Maar volgens Hamma zitten ze mee in het complot. ‘Niemand weet wie ze zijn’, zegt hij. ‘Ze komen niet uit Kasserine, want hier kent iedereen iedereen.’

De Tunesische justitie geeft geen commentaar op lopende onderzoeken. Bekend is wel dat de speurders het denkspoor van een complot onderzoeken. Een verdachte zit al maanden in de cel, een achttienjarige jongen die enkele straten verder in deze cité woont. Hij zou de man met de aansteker zijn, de protagonist van een verhaal dat we meermaals hebben opgetekend, ook in Tunis. Telkens werd verwezen naar videobeelden van het gebeuren: wie goed kijkt, zou kunnen zien hoe een jongen achter Zorgui’s rug een aansteker opraapt en aanklikt. Daarom de paniekerige reactie van de cameraman, die even onverwacht als ongewild in een levende toorts verandert. Het klinkt aannemelijk, maar we hebben het tafereel met de beste wil van de wereld niet uit de schokkerige beelden kunnen distilleren. De arrestant zelf schreeuwt bij monde van zijn moeder en zijn advocaat zijn onschuld uit. Hij zou zijn buurman alleen hebben willen helpen.

Hoe vaker ik naar de video keek, hoe meer ik ervan overtuigd raakte: er was geen complot. De situatie in Kasserine vrat écht aan Zorgui.

Borhen Yahyaoui, radiojournalist

Hoe, waarom en door wie zijn toch pientere broer zich heeft laten manipuleren, daar blijft Hamma het raden naar hebben. Hebben ze Abderrazek geld geboden? Hebben ze hem wijsgemaakt dat hij als journalist de geknipte man was om een politiek statement te maken, uiteraard zonder hem te vertellen dat hij daarbij echt zou sterven? Het zijn vragen die zijn broer en moeder uit hun slaap houden. De oude vrouw woont ons gesprek zwijgend bij. ‘Ze is er nog altijd kapot van’, zegt Hamma. ‘Soms praat ze hardop tegen Abderrazek: “Maar jongen toch, waarom heb je dat gedaan?”‘

Geen werk, wel terrorisme

Het raadsel wordt er niet minder op als we diezelfde avond Borhen Yahyaoui spreken, de correspondent van Mosaïque FM, het populairste radiostation van Tunesië. Hij verontschuldigt zich voor het eerdere uitstel. Eergisteren heeft de nationale garde in de bergen rond Kasserine een terrorist gearresteerd. Groot nieuws, want het is zelden dat er zich eentje levend laat vangen. Het gaat zelfs om een interessante vangst, een vijfentwintigjarige die zich bij de AQMI, het Maghreb-filiaal van Al-Qaeda, had aangesloten. Hij was betrokken bij alle grote terreuraanslagen die de voorbije jaren in de regio werden gepleegd, zoals de aanval tijdens de ramadan van 2014 op twee legerposten, waarbij 24 militairen werden afgemaakt. Begrijpelijk dat Yahyaoui daarmee de handen vol had. Hij heeft zich gespecialiseerd in terrorisme, zijn recente boek over de vuile oorlog in de bergachtige grensstreek van Kasserine is een nationale bestseller: KalashSteyr, de titel verwijst naar de twee types aanvalsgeweren waarmee terroristen en militairen elkaar bekampen.

‘Behalve de AQMI heeft ook de IS actieve cellen in de bergen’, zegt Yahyaoui. ‘Het gaat om een beperkt fenomeen, een stuk of zeventig terroristen, maar dat volstaat om veel onheil te stichten. Er zitten Algerijnen tussen, geharde jihadi’s. Maar de meesten zijn Tunesiërs, afkomstig uit arme regio’s zoals Kasserine, Gafsa en Sidi Bouzid. Vooral tussen 2011 en 2014 hebben velen de overstap gemaakt, in de periode dat de islamisten van Ennahda van Tunesië een shariastaat probeerden te maken. Ze hebben toen de deuren opengezet voor buitenlandse jihadi’s en tegelijk jongeren geronseld om mee te strijden. Honderden zijn toen naar Syrië en Irak getrokken, terwijl anderen in Tunesië bleven om te vechten.’

Dat is dus waar Abderrazek Zorgui meermaals op alludeerde: de mensen hebben hun politici om werk gevraagd, en in plaats daarvan krijgen ze terrorisme. Die verdachtmaking greep hij niet uit de lucht. Het gonst in Kasserine van de samenzweringstheorieën. Aanslagen zouden worden gestuurd vanuit Tunis om op kritieke momenten de aandacht af te leiden. Zoals in 2017, toen een amnestiewet voor corruptie werd goedgekeurd. Terreur zou een middel zijn om heimwee naar het tijdperk Ben Ali op te kloppen, toen orde en rust in het land heersten, de dinar sterk stond en jaarlijks 11 miljoen toeristen de badplaatsen van Sousse, Monastir en Djerba overspoelden. ‘Dat is allemaal onzin’, zegt Yahyaoui. Hij benadrukt dat Al-Qaeda en de IS hun eigen agenda’s volgen.

Hamma Zorgui, de broer van de journalist. 'Het klopt niet dat hij depressief was.'
Hamma Zorgui, de broer van de journalist. ‘Het klopt niet dat hij depressief was.’

De radiojournalist mag het dan oneens zijn met Zorgui’s terrorisme-analyse, hij is nog altijd diep onder de indruk van de dood van de dierbare collega met wie hij vaak sigaretten rookte, koffie dronk en lol trapte. ‘Eerst dacht ik zelf aan een complot’, zegt hij. ‘Maar hoe vaker ik naar zijn afscheidsvideo keek, hoe meer ik van het tegendeel overtuigd raakte. Zijn boodschap komt authentiek over. De werkloosheid en armoede in Kasserine vraten écht aan hem, net zoals de corruptie. Ik keur zijn daad niet goed, maar ik breng wel respect op voor zijn idealisme.’

‘Dat zijn familie een andere verklaring zoekt, begrijp ik volkomen. In deze conservatieve maatschappij is zelfmoord bovendien een enorm taboe.’

Benzine

Samah Gharsalli was meer dan een collega van Zorgui, ze was een van zijn beste vriendinnen. We spreken de jonge hoofdredactrice van de lokale radio Cillium FM in café Diesel, een van de zeldzame gemengde theehuizen van Kasserine. Modern ingericht, het zou niet misstaan als brasserie aan de Belgische kust. Gharsalli’s versie spoort aanvankelijk met die van Borhen Yahyaoui. ‘Abderrazek was altijd vrolijk in de omgang’, zegt ze. ‘Als hij thuis problemen had, kropte hij die op. Dat deed hij ook met zijn frustraties als journalist. Hij werkte eerst als reporter bij Kasserine FM, de voorbije jaren was hij cameraman bij Telvza TV. Nu ja, cameraman, hij trok er vaak alleen op uit. Hij was de vliegende reporter die tot in de meest afgelegen dorpen doordrong. Hij zag de ellende van de mensen, en beschouwde zich als hun spreekbuis. Daarom heeft zijn dood zoveel emoties opgewekt.’

Net wanneer je denkt dat de mist optrekt, neemt haar relaas een scherpe bocht. Ja, ze is ervan overtuigd dat Zorgui’s livestream authentiek is. Het script lag klaar. Maar het martelaarschap stond daar volgens Gharsalli niet in. Haar theorie: Zorgui wilde zijn boodschap kracht bijzetten met een gefingeerde zelfverbranding. Het gefilmde resultaat zou viraal gaan op de sociale media. Hij voerde de regie en speelde de hoofdrol, maar er waren andere betrokkenen. De foto’s op het terras, tussen de aankondiging en de uitvoering, stralen de rust uit van een filmploeg tijdens een koffiepauze. En een extra aanwijzing: een week voor de feiten werd op Facebook al druk gespeculeerd over Abderrazek, die zichzelf in brand zou steken.

Waarom de als mediastunt opgezette onderneming dan uitliep op een echte zelfverbranding? ‘Iemand heeft hem geflikt’, zegt Gharsalli. Naar het wie en waarom heeft ze het raden.

Er is nog een vraag waarvoor ze moet passen. Waarom heeft de door iedereen als intelligent omschreven cameraman zich met echte benzine – het zou gaan om een mengsel voor mobylettes – overgoten? Als het om een geveinsde zelfverbranding ging, was appelsap een even geloofwaardig en beslist veiliger rekwisiet geweest. Hamma Zorgui snapte het niet, en ook Gharsalli kan er niet bij. ‘Dat zal altijd een mysterie blijven.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content