Direct naar artikelinhoud
InterviewMagda De Meyer

‘Er moet een einde komen aan de straffeloosheid van geweld op vrouwen’

Magda De Meyer, voorzitter van de Vrouwenraad.Beeld RV

De moord op Julie Van Espen is dit jaar in België al de elfde gekende doodslag op een vrouw. Zo’n 36 vrouwenverenigingen uit Vlaanderen, Wallonië en Brussel vragen in een opiniestuk doortastende maatregelen om hun veiligheid te borgen. Magda De Meyer is voorzitter van de Vrouwenraad.

‘Wij eisen’, staat in jullie open brief, ‘dat 2 procent van het bnp naar de strijd tegen geweld op vrouwen moet gaan’. Omgerekend 8,7 miljard euro. Heeft u zich niet misrekend?

“Toch niet. Tegenover het gigantische bedrag staat een gigantisch probleem. Eén op de drie Europese vrouwen is het slachtoffer van geweld. Dat zijn louter aangegeven cases, veel geweld blijft onder de radar.” 

“Bij geweld op vrouwen, raak je aan heel veel domeinen: politie, justitie, wetgeving, werkgelegenheid en arbeidsmarkt, sociale diensten, gezondheidsdiensten... Die twee procent is berekend door de Wereldgezondheidsorganisatie en geldt voor alle landen. België heeft in 2016 het Verdrag van Istanbul geratificeerd, het eerste bindende internationaal verdrag om alle vormen van geweld tegen vrouwen te bestrijden. Met het middenveld hebben we een tussenstand opgemaakt, een ‘Schaduwrapport’ dat pijnlijk duidelijk maakte dat 80 procent van de artikelen van het Verdrag maar een beetje, slecht of helemaal niet nageleefd worden.”

Kunt u enkele voorbeelden geven? 

“65 procent van de dossiers met betrekking tot partner- of huishoudelijk geweld worden zonder gevolg geklasseerd. Of denk aan het Nationaal actieplan 2015-2019 ter bestrijding van gendergeweld. Dat bevatte 235 mooie maatregelen. Amper 17 procent daarvan blijkt uitgevoerd.” 

“Nog een flagrant cijfer? De wet van 2012 voorziet voor geweldplegers een tijdelijk toegangsverbod tot de gezinswoning. Heel goede wet, die wij steunen, maar tussen 2013 en 2016 is ze 197 keer toegepast. Belachelijk weinig als je weet dat er in 2016 alleen al 50.884 partnergeweldzaken zijn ingeleid. De aanpak van seksueel geweld moet veel, veel beter, zegt zelfs de Hoge Raad voor Justitie. We hebben nood aan een coherent beleid over alle overheidsniveaus heen.”

Kunnen dat veiligheidscamera’s zijn, zoals de vriendinnen van Julie Van Espen vroegen?

 “Dat kan een aspect zijn. Het gaat dan in ruimere zin ook over de betere inrichting van de openbare ruimte. Degelijke ruimtelijke ordening dus, met genoeg straatverlichting, goede sociale controle.”

“In onze brief doen we vier aanbevelingen. We vragen een grondige hervorming van justitie. Er moet een einde komen aan de straffeloosheid op vrouwen. Daders moeten voortaan veroordeeld worden, straffen uitgevoerd. In een behoedzame samenleving zou de moordenaar van Julie nooit zijn vrijgelaten in afwachting van hoger beroep. Daders moeten dus verantwoordelijk blijven voor de gevolgen van hun delicten, terwijl slachtoffers middelen moeten krijgen om hun leven terug in handen te nemen. Daar moeten we kijken naar herstel van lichamelijke en geestelijke gezondheid, maar ook inkomen dat je verliest als je een – soms lange – periode niet kan werken.”

Jullie brief hamert sterk op preventie. Hoe maakt u dat concreet?

“In het besef dat je niet alle kwaad uit de wereld kan helpen: onderwijs vind ik het allerbelangrijkst. We moeten bouwen aan betere relaties tussen jongens en meisjes. Dat komt te weinig aan bod. Daar moeten we veel meer aandacht aan besteden. Je ziet dat machogedoe tegenover meisjes al in de kleuterklas. Dat moet eruit. De koepels hebben daar ook oren naar.”

Is dat een kwestie van bnp of moraal?

“Daar heeft u een punt.”