Direct naar artikelinhoud
EnergieVijf vragen

Waarom betalen Belgen zoveel voor elektriciteit?

elektriciteitBeeld Fernando Leon

De energieprijzen zijn de voorbije jaren enorm gestegen in België. Belgische gezinnen betalen na Duitse het meest voor elektriciteit als je de prijzen vergelijkt met die in de ons omringende landen. Dat blijkt uit een onderzoek van de VRT. Hoe komt dat, en vooral, wordt het nog duurder?

Hoeveel verschilt onze elektriciteitsfactuur met die in de buurlanden?

Een doorsnee Vlaams gezin moest vier jaar geleden zo’n 780 euro voor zijn stroomfactuur betalen. Vorig jaar was dat bedrag opgelopen tot 1.040 euro, een stijging met 33 procent.

De energiewaakhond CREG vergeleek de prijzen in ons land met die in de ons omringende landen. Daaruit blijkt dat Duitse gezinnen 1.097 euro per jaar betalen voor elektriciteit. In Frankrijk en Nederland liggen die bedragen op respectievelijk 614 euro en 629 euro per jaar.

Maar terwijl bij ons de factuur met liefst 33 procent steeg, stegen de facturen over de voorbije vier jaar in Duitsland en Frankrijk met amper 4 procent. In Nederland was er tussen 2015 en 2018 zelfs een daling met 1,8 procent. Onze stroomfactuur steeg zo 17 keer meer dan het gemiddelde van onze buurlanden.

Hoe kan die snelle stijging worden uitgelegd?

De oorzaak kan niet gevonden worden in de effectieve stroomprijs zelf. Die maakt amper een kwart uit van de totale stroomfactuur en is in reële termen vergelijkbaar met die in de buurlanden. Ook de stijging van de stroomprijs is met 4 procent tussen 2015 en 2018 vergelijkbaar.

De oorzaak ligt besloten in andere componenten van onze energiefactuur. 75 procent van die factuur bestaat uit btw, verschillende heffingen en de kosten voor de elektriciteitsnetten. Het zijn die componenten die de voorbije jaren fors in prijs stegen.

“De stijging is een combinatie van elementen”, zegt professor staats- en bestuursrecht Steven Van Garsse (Universiteit Hasselt en Antwerpen). “Ze houdt onder meer verband met allerhande investeringen in vernieuwde netwerkinfrastructuur en kosten voor de bestaande infrastructuur. Maar het heeft ook te maken met allerhande verplichtingen die de netbeheerders worden opgelegd door de overheid, zoals het opkopen van groene stroom- en warmtekrachtcertificaten, het uitreiken van premies voor isolatie en huishoudtoestellen, enzovoort.”

Hebben de buurlanden dan geen extra heffingen?

Toch wel. Nederland heft een vergelijkbaar btw-tarief van 21 procent op zijn elektriciteit. In Duitsland is dat 19 procent, terwijl in Frankrijk – door een verlaagd tarief op een gedeelte van de factuur – de reële btw zakt tot 17 procent.

Voorts komen er ook energiebelastingen aan te pas. Maar die liggen toch een stuk lager dan bij ons. Voor Nederland bijvoorbeeld maken alle extra heffingen ongeveer 45 procent uit van de totale stroomfactuur, tegenover 75 procent bij ons. De netvergoedingen zijn in België gemiddeld 40 procent duurder dan in de buurlanden, vooral omdat in Vlaanderen de kosten voor zonnepanelen rechtstreeks verrekend worden in de distributienettarieven. Ook de bijkomende heffingen zijn bij ons zo’n 28 procent duurder dan het gemiddelde van de buurlanden.

Het is dus een politieke keuze?

Dat klopt. In 2014 schrapte de Vlaamse regering de gratis stroom. Elk gezin kreeg een gedeelte van zijn stroomverbruik gratis, afhankelijk van de grootte van het gezin. Die maatregel werd ongedaan gemaakt.

De federale regering verhoogde de btw op elektriciteit in 2015 van 6 procent naar 21 procent. Tegelijk werd een vennootschapsbelasting van 34 procent ingevoerd voor de intercommunales. Die rekenden die extra kosten gewoon door aan de consument.

In 2016 voerde de Vlaamse regering de zogeheten Turteltaks in, om de schuldenberg van de groenestroomcertificaten weg te werken. Die taks werd in 2018 wel weer afgeschaft. Bovendien wordt een deel van de factuur gebruikt om het zogeheten fonds voor het evenwicht in de sociale zekerheid te helpen stijven. Dat heeft niks meer te maken met de elektriciteitsprijs. Daardoor wordt onze stroomfactuur ook weleens een verkapte belastingbrief genoemd.

Wordt het dan nog duurder in de toekomst?

Zowat alle politieke partijen beseffen dat dit niet langer houdbaar is. Maar ze verschillen nogal van mening over de oplossing. De oppositiepartijen PVDA en Vlaams Belang willen dat de btw op elektriciteit opnieuw daalt tot 6 procent. PVDA wil tevens dat de kosten voor groene stroom uit de factuur van de consumenten worden gehaald.

Ook de sp.a zegt dat elektriciteit een basisbehoefte is. Daarom moet de btw weer op 6 procent worden gebracht. De socialisten noemen het zelfs een breekpunt om aan een volgende regering deel te nemen.

Open Vld zegt dan weer dat een verlaging van de btw niet automatisch tot een verlaging van de energiefactuur leidt. In plaats daarvan moeten in de eerste plaats de ‘niet-energie-gerelateerde kosten’ uit de factuur worden gehaald, klinkt het. Daarmee zit de partij op dezelfde lijn als Groen.

Ook N-VA en CD&V zien in een verlaging van de btw een omgekeerd effect. Het zet geen zoden aan de dijk voor de energieprijs, maar zou integendeel leiden tot een uitgestelde indexering, waardoor de koopkracht daalt.

Geen enkele partij heeft evenwel een antwoord op de vraag hoe de niet-energie-gerelateerde kosten gecompenseerd moeten worden. Die inkomsten moeten dan via een andere weg opgehaald worden, bijvoorbeeld via de personenbelasting. Het eindresultaat is dan dat de consument alsnog de rekening betaalt.