Direct naar artikelinhoud
Adoptie

‘Mijn adoptie-ouders dachten een daad van liefde te hebben gedaan. Het bleek een ontvoering’

Coline Fanon.Beeld Illias Teirlinck

Het gerecht onderzoekt of de adoptieorganisatie Hacer Puente zich schuldig maakte aan kinderhandel. Drie vrouwen die via de organisatie vanuit Guatemala in België terechtkwamen en op zoek gingen naar hun biologische ouders doen hier hun verhaal.    

Wat voorafging

Deze week wees Unicef België zijn pas aangestelde directeur de deur. Bernard Sintobin was penningmeester en medeoprichter van Hacer Puente, een Belgische organisatie die minstens van 1985 tot 1990 adopties organiseerde vanuit Guatemala. Het federaal parket onderzoekt of het om kinderhandel ging. De adopties van Hacer Puente riepen ook al vragen op in het Eén-programma Bargoens, dat Coline Fanon en Sophie Villers volgde in de zoektocht naar hun roots in Guatemala.

Ze zijn niet de enigen die via Hacer Puente naar Europa zijn gekomen en zich vragen stellen bij hun adoptieprocedure. In totaal zouden ondertussen een honderdtal geadopteerden zich gemeld hebben bij Racines Perdues, de organisatie van Coline Fanon en Sophie Villers. Zo is er ook een vrouw die kon vaststellen dat ze op haar vijf jaar ontvoerd is.

Zij willen hier getuigen, maar enkel op voorwaarde dat ze niet hoeven te oordelen over de artikels die zijn verschenen over Bernard Sintobin. Ze willen het gerechtelijk onderzoek niet hinderen. 

Coline Fanon (32)

Coline Fanon (32)
Beeld Illias Teirlinck

“Eigenlijk heb ik me nooit veel vragen gesteld bij mijn afkomst. Ik zie er niet echt Guatemalteeks uit, waardoor mensen me er niet op aanspreken. Achteraf gezien ben ik blij dat ik alles pas ontdekt heb op een leeftijd dat ik er voldoende matuur voor was.

“Mijn ouders hadden me al vroeg mijn adoptiedossier gegeven, maar pas in het najaar van 2017 kreeg ik door dat er iets mis was. Ik had contact gelegd met verschillende geadopteerden, en die zeiden allemaal dat ik moest spreken met Carmen Maria Vega, een bekende Franse popzangeres, die zelf geadopteerd is uit Guatemala. Zij zou mij alles uitleggen.

“Ik vertelde haar dat mijn adoptie via Hacer Puente was verlopen. ‘Oei, dat stinkt’, antwoordde ze. We ontdekten dat sommige namen in onze dossiers overlapten, zoals die van Ofelia Rosal de Gamas, de schoonzus van de toenmalige dictator. De Gamas regelde voor Hacer Puente de adopties, maar rond haar had ze een schare aan advocaten. Ik was in tranen, omdat ik begreep dat ik verhandeld was geweest. Ofelia de Gamas is daar meerdere keren voor gearresteerd in de jaren 80. Toen ik dat hoorde, moest en zou ik dieper graven.

“Mijn dossier zit vol fouten en onnauwkeurigheden. Ik heb twee verschillende geboortedata. De ene keer eindigt de naam van mijn moeder op een M, de andere keer op een N. De ene keer is ze 20 jaar, de andere keer 22. In augustus 1986 betaalden mijn ouders een eerste bedrag aan Ofelia de Gamas om een adoptie te regelen. In het najaar van dat jaar boden ze hen een kindje aan, dat even later dood werd gemeld. In februari 1987 meldden ze dat er een nieuw kindje was – ik. Terwijl ik een document heb waarin je ziet dat ze me al enkele maanden eerder, in november, aan deze ouders hadden toegewezen. Zo hebben ze mijn ouders twee keer doen betalen. Dat zie je in verschillende dossiers.

“Ik ben op zoek gegaan naar mijn moeder, op basis van de naam in mijn dossier, maar daarmee vind je honderden vrouwen terug. Ik schuimde dag en nacht het internet af. Ik sliep nog amper. Plots zag ik een foto op Facebook en wist ik: zij is het. Zo hard leek ze op mij. Ik durfde haar niet rechtstreeks aan te spreken. Ik heb dan maar een bericht gestuurd naar een dochter van haar, mijn vermoedelijke oudere zus.

“Ik stuurde haar de kopie van de identiteitskaart van de moeder uit mijn dossier. En toen gingen in Guatemala alle alarmbellen af. Mijn moeder stuurde me een bericht dat ik nooit zal wissen: ‘Hallo, hoe gaat het met je, mijn lieve schat? Ik ben je moeder. Mijn hart bloedt. Na al die jaren.’ Zes weken later stond ik in Guatemala, ook al was mijn baby maar acht maanden oud.

“Mijn hele familie stond me op te wachten op de luchthaven. De ontmoeting met mijn moeder was pure magie. Ik herinner me vooral haar geur toen ze me in haar armen nam. En haar huid tegen de mijne, koud van het lange wachten op de luchthaven, maar zo zacht.

“Mijn familie kon het niet geloven. ‘Hoe is het mogelijk? Jij was dood!’ Ik begreep aanvankelijk niet wat ze bedoelden.

“Enkele dagen na mijn geboorte ben ik blijkbaar naar het ziekenhuis afgevoerd met koorts. Toen mijn moeder me op een gegeven moment de borst wou geven, zei de verpleging haar dat ik was afgevoerd naar een ziekenhuis in de hoofdstad omdat het slecht met me ging. Mijn moeder heeft meteen de bus naar dat ziekenhuis genomen, maar daar zeiden ze dat ze me niet vonden in hun register. Ze keerde terug naar het eerste ziekenhuis. Daar stond een medisch team haar op te wachten. ‘Mevrouw, uw dochter is overleden.’ Ze vroeg het lichaam om haar kind te kunnen begraven, maar ze zeiden haar dat ik al in een massagraf lag.

“Mijn zoektocht is nooit een taboe geweest voor mijn adoptie-ouders. Toen ik mijn adoptiemoeder vertelde wat ik gevonden had, toonde ik haar een foto. Ze vroeg van waar ik dat T-shirt had. Zo hard lijk ik op mijn zus in Guatemala, dat mijn adoptiemoeder dacht dat ik het was.

“Ik heb veel antwoorden, maar er blijven vragen. Waar was ik in de eerste elf maanden van mijn leven, tussen mijn geboorte en de adoptie? Ik hoop dat justitie haar werk doet en met antwoorden komt.

“Ik heb mijn leven hier, met twee fantastische kinderen en een geweldige man, maar diep in mijn hart wil ik vertrekken. Ik mis mijn familie zo. Ik heb hen 31 jaar moeten missen en wil die tijd inhalen. Door het uurverschil met Guatemala ben ik vaak in het midden van de nacht aan het bellen met hen. Dat is een uitputtingsslag. In november ga ik zeker weer terug naar Guatemala.” 

Dolores met een traditioneel kledingstuk zoals ze droeg als kind.Beeld Illias Teirlinck

Dolores (39)

“Ik ben in 1979 geboren in Guatemala, maar ik was vijf jaar toen ik via Hacer Puente ben geadopteerd. Vanaf dat moment heb ik Guatemala van mij weggeduwd. Ik had posttraumatische amnesie, waardoor mijn hele leven in Guatemala, maar ook bijvoorbeeld mijn aankomst op de luchthaven in Zaventem, is uitgewist. Ik wou er niks mee te maken hebben, zeker niet toen ik in mijn adoptiedossier kon lezen dat mijn moeder me vrijwillig had afgestaan.

“Ik werd daardoor pas echt geconfronteerd met vragen over mijn adoptie toen ik dertig was en met mijn vriend een gezin wou stichten. Als mijn moeder mij verworpen had, kon ik mij dan wel aan kinderen hechten?

“Ik ben samen met mijn vriend naar Guatemala vertrokken, op zoek naar antwoorden. Een chauffeur die voor ons kon tolken, bracht ons naar het adres van mijn moeder uit mijn dossier. Het was een mooi bergdorpje, met mensen in traditionele Maya-kledij. Een vrouw deed open. We toonden haar mijn documenten.

“‘Dat is de naam van mijn zus’, zei die vrouw. ‘Maar mijn zus is verhuisd, en heeft nooit een dochter gehad die Dolores heette.’ Ik toonde mijn paspoort. Toen herinnerde ze zich dat er inderdaad een kleine Dolores was geweest, het kind van de overbuurvrouw. Ze wees het huis aan.

“Ik begreep er weinig van, maar we gingen naar dat huis. Mijn zus deed open. Ze riep mijn moeder, maar ze waren wantrouwig tegenover die vreemden voor de deur. Uiteindelijk mochten we binnen en stond ik na 25 jaar oog in oog met mijn moeder. We waren allebei in shock. Het waren zulke grote emoties. We hebben samen de documenten bestudeerd. Toen we begrepen dat het om een ontvoering ging, barstten we allebei in tranen uit.

“De vrouw die in mijn dossier optreedt als mijn moeder, was in werkelijkheid de vrouw die me had ontvoerd. Ze was wat ze in Guatemala een ‘jaladora’ noemen. Ze heeft ook mijn geboorteakte vervalst, met de hulp van haar tante, een vroedvrouw.

“Die waarheid was confronterend, maar ook een opluchting. Mijn moeder had me niet verstoten, ze had 25 jaar voor mij gebeden. Ze is me nooit vergeten. Ze vertelde hoe het dorp de dag van mijn verdwijning naar mij op zoek ging en er op de radio een opsporingsbericht is verspreid. Eind juni 1984 ben ik ontvoerd, en in september ben ik geadopteerd. Die drie maanden daartussen blijven een groot vraagteken.

“We zijn een week bij mijn familie gebleven. ‘Ga je nu bij ons blijven wonen?’, vroeg mijn moeder. Maar dat ging natuurlijk niet, ik had een heel leven in België. Eenmaal thuis wees een DNA-test uit dat ze inderdaad mijn moeder was. ‘Ga je me nog mama blijven noemen?’, vroeg mijn adoptiemoeder. ‘Natuurlijk, je blijft mijn moeder’, antwoordde ik. Ook voor mijn adoptie-ouders kwam deze ontdekking keihard aan.

Lees hier het standpunt van Bruno Struys

Zodra met adopties geld te verdienen valt, loert fraude om de hoek

“Ze waren er altijd van overtuigd dat die adoptie een daad van liefde was, en dan blijkt het om een ontvoering te gaan. Er is bij ons allemaal iets onherstelbaars gebroken. Ze hadden zo veel vertrouwen in Hacer Puente gesteld. Ikzelf ben al mijn hele leven ontzettend wantrouwig tegen vreemden, maar nu begrijp ik ook waarom. Ik heb mijn moeder dan wel teruggevonden, maar toch is het ook een voortdurend rouwproces, want je weet dat alles nooit meer wordt zoals het hoort.

“Met de hulp van de Guatemalteekse organisatie Sobrevivientes ben ik naar het gerecht gestapt. Ik wilde een halt toeroepen aan de kindontvoeringen en illegale adopties in Guatemala. Die jaladora is in 2015 veroordeeld tot vijftien jaar cel voor valsheid in geschrifte en ontvoering. Maar wat met de opdrachtgevers? Wat met Ofelia de Gamas, die in mijn dossier de tussenpersoon was en in zo veel andere dossiers? 

“Was Hacer Puente op de hoogte? Ze hadden mijn adoptiefamilie verteld dat ik in een noodsituatie was, dat ik verschrikkelijke zaken had gezien in het gewapend conflict, maar dat blijkt allemaal niet te kloppen. Er zijn zo veel dossiers zoals het mijne. Het is moeilijk voor te stellen dat ze op geen enkel moment op zijn minst twijfels hadden bij wat ze zagen.” 

Sophie Villers.Beeld Illias Teirlinck

Sophie Villers (34)

“Mijn adoptiemoeder was jong weduwe geworden, maar ze wou graag kinderen. Ze heeft verschillende adoptieorganisaties aangesproken, maar die weigerden een alleenstaande. Op een dag heeft iemand haar doorverwezen naar een organisatie met minder strenge voorwaarden, Hacer Puente. Vanaf toen ging het snel. Acht maanden, sneller dan een zwangerschap.

“Ik was van kleins af trots op mijn afkomst. Zo ben ik ook opgevoed. Mijn adoptiemoeder toonde me elke reportage op tv of elk artikel in de krant over Guatemala. Voor mij was het belangrijk om beelden te zien van mensen zoals ik, met wie ik me kon identificeren, want ik voelde me erg anders.

“Op mijn achtste stuurde ik voor het eerst een brief naar mijn moeder in Guatemala. In mijn adoptiedossier zaten vier verschillende adressen, dus ik schreef ze alle vier aan. Ik stuurde foto’s op, met enkele woorden Spaans die ik had geleerd van een kennis, maar ik kreeg nooit antwoord.

“In 2008 ben ik met mijn rugzak naar Guatemala gereisd. Ik ben er zes maanden gebleven. Ik ging niet echt op zoek naar mijn moeder. Een van de adressen heb ik wel opgezocht, in zone 18 van de hoofdstad, een van de armste wijken. Ik hoorde schoten en heb de benen genomen.

“Ondertussen heb ik met Coline Fanon de organisatie Racines Perdues opgericht om mensen te ontmoeten die met dezelfde vragen zitten over hun adoptie uit Guatemala. Zo hebben we mensen leren kennen die weten waar ze moeten zoeken. 

“Iemand heeft zo een adoptiedossier teruggevonden van een vermoedelijke zus. De naam van de moeder in haar dossier is dezelfde als de mijne, maar ze lijkt veel harder op de foto van de moeder. Ze is geadopteerd door een gezin in Canada, via een andere organisatie, maar hun contactpersoon was ook Ofelia de Gamas. Het is hetzelfde netwerk dus. Intussen heeft een DNA-test uitgewezen dat we geen familie zijn. Ofwel is mijn dossier dus vervalst, ofwel het hare, ofwel beide.

“Via de DNA-test van een commerciële firma heb ik in hun databank wel neven en nichten gevonden. Geen van hen heeft een naam die overeenkomt met de naam in mijn dossier. Ik weet dus niet meer waar ik op kan voortgaan. De grond onder je voeten valt weg. De vrouw van wie al 33 jaar de foto op de buffetkast staat, is dat wel mijn moeder? Of is het degene die me ontvoerd heeft? Haar naam komt ook voor in andere dossiers, maar dan als iemand die kinderen van andere moeders ter adoptie komt aangeven.

“Emotioneel is het zwaar. Elke keer dat je denkt dat je vooruitgaat, blijk je op het verkeerde spoor te zitten. Elk antwoord brengt nieuwe vragen. Elk gegeven in mijn dossier moet je in twijfel trekken. Wie ben ik eigenlijk? We hebben vaak uitleg gevraagd aan Hacer Puente, maar het antwoord was altijd dat ze geen archieven hadden en dat alles in ons dossier zit. De voorzitster, Michèle Huyberechts-Boucq, en haar echtgenoot hebben mij en zeven andere kinderen destijds met het vliegtuig naar België gebracht. In Zaventem kregen mijn ouders het kind, de papieren, en klaar.

“We zijn nochtans geen koopwaar. We zijn mensen met gevoelens. Mijn moeder is ook slachtoffer. De afgelopen week zal voor verscheidene gezinnen zwaar zijn geweest. Er zijn mensen die nu contact opnemen met Racines Perdues omdat ze zich plotseling vragen stellen bij hun eigen adoptie. We staan voor hen klaar.”