Margrethe Vestager: ‘De markt creëert kampioenen, niet de politiek’

MARGRETHE VESTAGER "De markt creëert kampioenen, niet de politiek." © Jesse Dittmar/Redux
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur bij Trends

Wie de vrije markt verdedigt, heeft nooit rust. Europees commissaris voor Mededinging Margrethe Vestager pareert aanvallen uit vele hoeken: internetgiganten die de economie kapen, of Europese politici die dromen van monsterfusies. Met de Europese Unie komt het uiteindelijk wel goed, want het alternatief is veel slechter. “Wie niet wil samenwerken, verliest de controle.”

We kunnen het ons niet meer voorstellen, een leven zonder Google, Amazon of Facebook. Even iets opzoeken, een pakje bestellen of communiceren met de halve wereld, het kan in enkele klikken. In geen tijd zijn de internetspelers zo machtig geworden dat ze nieuwkomers met betere ideeën uit de markt houden of gewoon opkopen, zodat ze nog machtiger worden. Langzaam bloedt de concurrentie dood in de digitale economie. De consument, die zich goed gediend waant, is de dupe. De Deense domineesdochter Margrethe Vestager doet als Europees commissaris voor Mededinging wat ze kan om dat recht te zetten, vaak met harde hand. De trekker van de Europese kiescampagne van de liberale partij ALDE staat erom bekend dat ze de karwats niet schuwt voor Google en consorten, die ze geregeld miljardenboetes aansmeert. Maar het blijft een ongelijke strijd. Het aantal gebruikers van Facebook overtreft de bevolking van China. Amazon controleert een zakelijk ecosysteem dat groter is dan veel nationale economieën.

Alstom en Siemens hebben mij nooit uitgelegd hoe ze door een fusie betere treinen hadden kunnen maken

“De grote internetplatformen lijken op natiestaten”, stelt Competition Policy for the Digital Era, een rapport opgemaakt in opdracht van Vestager. Internetbedrijven stellen hun eigen wetten, breiden hun actieterrein almaar verder uit, zodat marktgrenzen vervagen en de overheid haar greep dreigt te verliezen. Toch moeten de Europese concurrentieregels niet op de schop, besluit het rapport. Aanpassing en verfijning zijn voldoende. Het oogt wat mager.

Voelt u zich goed gewapend tegen de digitale kolossen?

MARGRETHE VESTAGER. “Ja en neen. De logica achter het machtsmisbruik is dezelfde gebleven. Google gaf smartphoneproducenten pas toegang tot zijn app-winkel Play Store als zij er ook de zoekmachine en de browser bij namen, zodat concurrerende zoekmachines en browsers geen kans kregen. Die koppelingstactiek bestond ook al in de jaren zeventig, toen bijvoorbeeld een bedrijf de verkoop van zijn spijkerpistolen koppelde aan de verkoop van de bijbehorende spijkers. Maar anders dan vroeger ligt de snelheid van het spel veel hoger. Dankzij schaalvoordelen en netwerkeffecten kunnen internetbedrijven in een recordtempo de markt domineren, terwijl het lang duurt om dat te corrigeren. Vergelijk het met een inbraak in uw huis. De dieven stelen in vijf minuten uw waardevolle bezittingen, maar de politie en het gerecht hebben veel meer tijd nodig om verdachten te vinden en te veroordelen.”

De nieuwe economie draait om data. Ook dat maakt uw werk niet gemakkelijker.

VESTAGER. “Een algoritme mag nog zo innovatief zijn, zonder toegang tot alle data zal het duizend keer slechter presteren dan een voorbijgestreefd algoritme mét toegang tot alle data. Vandaar het belang van de overdraagbaarheid van data naar een concurrerend internetbedrijf, en ook multi-homing, waarbij een consument verschillende digitale platformen tegelijk kan gebruiken. Als consumenten zich laten opsluiten in één digitaal ecosysteem, komen nieuwe bedrijven met goede ideeën moeilijk aan de bak.”

Kunt u als mededingingsautoriteit digitale bedrijven niet verplichten hun data open te stellen voor andere spelers?

VESTAGER. “Zo eenvoudig is het niet. Wij kunnen enkel ingrijpen als een bedrijf te dominant geworden is op de markt. Zo’n bedrijf heeft veel geïnvesteerd in de opbouw van data. De overheid kan die investering niet zomaar te grabbel gooien. Daarom bekijkt de Europese Commissie hoe ze het delen of poolen van data kan bevorderen. Als bijvoorbeeld producenten van zelfrijdende auto’s toegang hebben tot elkaars data, zullen zij hun klanten des te beter kunnen bedienen. Zolang de burger maar de controle bewaart over zijn privacy. De GDPR-regels (General Data Protection Regulation, de EU-regels rond databescherming, nvdr) geven mij recht op privacy. Maar het uitoefenen van dat recht is nog altijd onbegonnen werk. Wie heeft de tijd om de vele pagina’s met gebruiksvoorwaarden te doorworstelen vooraleer ‘I accept’ aan te vinken?”

Zo worden de dominante internetbedrijven nog dominanter.

VESTAGER. “De markt kan helpen. Er bestaan al kleine programma’s om bijvoorbeeld je zoekgeschiedenis te schrappen in je browser of je te helpen bij het selecteren van cookies. Maar het vergt wat moed die programma’s te vinden en te installeren. Er duiken nu bedrijfjes op die dat voor jou doen. Vergelijk het met het opeisen van de vergoeding bij een vertraging van je vlucht. Van particulieren vergt dat veel tijd en moeite, maar er zijn bedrijven die dat in hun plaats doen tegen een commissie. Zulke bedrijven hebben we ook nodig in de digitale economie. Want van de grote jongens moeten we zulke dienstverlening niet verwachten. Zij zijn enkel geïnteresseerd in onze data.”

Als consumenten zich laten opsluiten in één digitaal ecosysteem, komen nieuwe bedrijven met goede ideeën moeilijk aan de bak

U blokkeerde de fusie van de treinactiviteiten van het Franse Alstom en het Duitse Siemens, zeer tegen de zin van Parijs en Berlijn. Bent u een van die “technocraten die in het verleden leeft”, zoals de CEO van Siemens reageerde?

VESTAGER.(Fijntjes) “De controle op geplande fusies gaat nochtans over de toekomst. Met de fusie van Alstom en Siemens waren slechts twee problemen: de hogesnelheidstreinen en de treinsignalisatie. Op die twee deelmarkten zou een fusie van beide bedrijven zeer grote marktaandelen opgeleverd hebben in Europa, zonder geloofwaardige concurrentie. In hogesnelheidstreinen is weliswaar een grote Chinese concurrent, maar die heeft nog geen treinen geleverd buiten China. En dan is er nog deze bedenking: Alstom en Siemens hebben mij nooit uitgelegd hoe ze door een fusie betere treinen hadden kunnen maken.”

Daar gaat het Parijs en Berlijn niet om. Zij willen Europese kampioenen creëren, die op de wereldmarkt kunnen optornen tegen de gesubsidieerde Chinese concurrenten. Ook al moeten de Europese concurrentieregels daarvoor wijken.

VESTAGER. “De markt creëert kampioenen, niet de politiek. Een bedrijf dat moet knokken op de Europese markt, heeft des te meer kansen op de wereldmarkt. We kunnen nog veel doen om de Europese vrije markt te versterken: uniforme regels, onderwijs van de beste kwaliteit, investeringen in onderzoek en innovatie, herscholing van werknemers. Zo zorgt de overheid voor een vruchtbare voedingsbodem voor sterke bedrijven. Maar het is niet aan politici om te zeggen: ‘Dit is mijn geliefkoosde bedrijf, en die andere bedrijven niet.'”

Want dat opent de deur voor politiek cliëntelisme.

VESTAGER. “En voor spectaculaire mislukkingen.”

Op kosten van de belastingbetalers.

VESTAGER. “Nogal wat van die belastingbetalers verdienen niet veel geld. Een politicus moet daar respect voor opbrengen. Concurrentie spoort aan tot investeringen en innovatie, maar zorgt ook voor lagere prijzen, en voor veel mensen is dat belangrijker. Als je van een klein inkomen moet leven, kan de prijs van een treinticket een groot verschil maken.”

Politici willen ook hun zeg hebben als Chinese staatsbedrijven azen op een overname van strategisch belangrijke bedrijven in Europa, zoals energie- of nutsbedrijven. Gaat u daarmee akkoord?

VESTAGER. “Helemaal. Als een overname de concurrentie niet verstoort, kan ze nog steeds botsen met andere maatschappelijke bekommernissen, zoals veiligheid of milieu. Europa is niet alleen een markteconomie, het is een sociale markteconomie. De democratie heeft het laatste woord. Onze democratie leert nu ook hoe ze moet omgaan met de duistere kanten van de digitale revolutie, zoals de beïnvloeding van verkiezingen. Net zoals zij controle kreeg over de uitwassen van de eerste industriële revolutie – denk aan de onmenselijke arbeidsomstandigheden en de kinderarbeid – zal de democratie ook controle krijgen over de uitwassen van de digitale revolutie. De Europese democratie heeft het best wel ver gebracht, hoor. Na twee wereldoorlogen zat Europa fysiek en mentaal aan de grond. Vandaag is Europa de meest welvarende plek op aarde.”

Maar kunnen we die welvaart behouden? De grote technologische doorbraken komen niet meer van Europa, maar van de Verenigde Staten en China.

VESTAGER. “De toekomst is niet iets waarop we moeten wachten. De toekomst moeten we zelf maken. De vele innovatieve start-ups in Parijs, Berlijn en andere Europese steden stemmen mij optimistisch. Maar als je ziet hoe ze opgekocht worden door Google en andere groten, wijst dat op een gebrek aan doorgroeimogelijkheden. Zo’n start-up heeft groeikapitaal en deskundigheid nodig. Daarom werkt de Europese Unie aan een eengemaakte kapitaalmarkt. Daar krijgt een starter niet altijd kapitaal, maar ook nieuwe aandeelhouders met de kennis om zijn bedrijfje groot te maken. Misschien komt in Europa zo een nieuwe generatie van bedrijven met naam en faam.”

MARGRETHE VESTAGER
MARGRETHE VESTAGER “Europa verwelkomt Chinese bedrijven, maar dan moeten Europese bedrijven ook welkom zijn in China.”© Jesse Dittmar/Redux

Hopelijk is ook de consument daarmee gediend.

VESTAGER. “De consument zou nieuwsgierig moeten zijn naar die nieuwe bedrijven. Als je je laat opsluiten in het digitale ecosysteem van een reus, krijg je ook maar dat: een reus. Nogmaals: de toekomst maken we zelf, maar dan het liefst een toekomst waarin we graag willen leven. Ik wil niet leven in de Chinese toekomst, waar iedereen een sociale kredietscore krijgt op basis van zijn gedrag. Als je door een rood licht rijdt, daalt je score (een Chinese burger met een lage score kan rechten verliezen, zoals de toegang tot sociale voorzieningen, nvdr). Zoals de wereld nu draait, vrezen vele mensen dat ze radertjes worden in een grote machine.”

De echte uitdaging voor Europa is niet het todolijstje. De echte uitdaging is het overstijgen van onszelf

In het handelsconflict met China oogst de Amerikaanse president Donald Trump bijval voor zijn harde aanpak, ook bij de Democratische oppositie in de Verenigde Staten. Is Europa te soft voor China?

VESTAGER. “Laat ons maar Europees blijven, daarin zijn we het best. Ik laat het over aan de Amerikanen om Amerikaans te zijn. Voor Europa heeft dat als voordeel dat China een belangrijke partner blijft op andere gebieden, zoals het klimaat. Maak u geen zorgen, na de financiële crisis heeft Europa een tijdlang in zijn eigen zeepbel gezeten, maar het bouwt nu zelfvertrouwen op. We zeggen de Chinezen waar het op staat. Europa verwelkomt Chinese bedrijven, maar dan moeten Europese bedrijven ook welkom zijn in China (grote delen van de Chinese economie blijven gesloten voor westerse bedrijven, nvdr). En als Europa zijn eigen markt onderwerpt aan eerlijke concurrentie, dan mag het ook opkomen voor Europese bedrijven die in China kampen met oneerlijke concurrentie, zoals goedkope kredieten en andere steun voor lokale bedrijven. We kunnen evenmin dulden dat China bedrijven overneemt in Europa en ze vervolgens vol goedkoop geld pompt, om zo de concurrentie te vervalsen. Al die kwesties liggen op de onderhandelingstafel, maar zullen tijd vergen.”

U spreekt van een groeiend Europees zelfvertrouwen. Wie de opgang van de Europese populisten ziet, krijgt een andere indruk.

VESTAGER. “Populisten zijn er altijd geweest. Ze krijgen meer greep op het publiek zodra de andere politici geen antwoord durven te geven op de diepste zorgen van de kiezers, zoals de angst dat hun kinderen het minder goed zullen hebben dan zijzelf. Laat ons blij zijn met de Europese democratie. Het is perfect mogelijk haar te steunen en toch kritisch te blijven. We moeten discussiëren hoe we vooruit willen met de Europese democratie. Als de lidstaten iets willen doen aan de illegale immigratie, de klimaatverandering of de cybercriminaliteit, dan zullen ze het samen moeten doen. Wie niet wil samenwerken, verliest de controle. De echte uitdaging voor Europa is niet het todolijstje. De echte uitdaging is het overstijgen van onszelf. Dan maakt het niet langer uit of het jouw oplossing wordt of de mijne. Dan tellen alleen nog oplossingen die werken.”

Bio

– 51 jaar, dochter van twee Deense dominees

– Studeerde economie aan de universiteit van Kopenhagen

– Zat op haar 21ste in het partijbestuur van Det Radikale Venstre, de sociaal liberalen van Denemarken

– Werd in 2011 vicepremier, bevoegd voor Economie en Binnenlandse Zaken

– Is sinds 2014 Europees commissaris voor Mededinging

– Staat bekend om haar moeiteloze aanpak van wereldbedrijven als Google en Apple

– Wordt door de Europese liberale partij ALDE in stelling gebracht als toekomstige voorzitter van de Europese Commissie

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content