Direct naar artikelinhoud
Column

Vandaag trouwt mijn dochter en ik weet niet waar het feest is. Zij kan haar lol niet op, mijn wraak komt nog. Codewoord: erfenis

Vandaag trouwt mijn dochter en ik weet niet waar het feest is. Zij kan haar lol niet op, mijn wraak komt nog. Codewoord: erfenis
Beeld rv

Mark Coenen is columnist.

Vandaag trouwt mijn dochter en ik weet niet waar het feest is.

Wij zijn gevraagd om bij het krieken van de dag samen te komen op een desolate plek in Antwerpen, waar ­vervoer zou zijn geregeld. Dat hoop ik van harte, want mijn nieuwe schoenen zijn nog niet ingelopen.

De jeugd van tegenwoordig: net wat u zegt, mijnheer. Het is voor de passief-dominante ­controlefreak die zich ­verschuilt ­achter mijn aanminnige kanis een grote oefening in loslaten.

Ik heb even gedacht mij ziek te ­melden, maar vond geen dokter die een briefje wilde schrijven voor ­aanstellerij.

Ik heb gedreigd, geweend en weer ­gedreigd en heb in arren moede met de hulp van de buren een volledige dag haar huis overhoop gehaald op zoek naar een adres: allemaal ­tevergeefs.

Zij kan haar lol niet op, mijn wraak komt nog. Codewoord: erfenis.

Die drie uur bikram-yoga per dag en een retraite bij de norbertijnen in Averbode hebben geholpen en ik ga met een zen-gelijke kalmte en grote glimlach het feest tegemoet.

Tandenknarsen kun je ook met je mond dicht, dus niemand zal iets doorhebben.

Het huwelijk is zoiets als die discussie over het pensioen van de laatste dagen: hoe langer je leeft, hoe langer je eraan moet werken.

Op rust ga je nooit.

Wie denkt dat men elke dag lepeltje-­lepeltje gaat slapen in moeiteloze ­verstrengeling, waarna men des ­ochtends in dezelfde houding wakker wordt, heeft te veel Courths-Mahler gelezen. Hooguit wordt men lepeltje-lepeltje wakker omdat in elkaars ­gezicht asemen met een ongepoetste ochtendbek een statie te ver is voor zelfs de hevigst verliefden.

En toch trouwen mensen veel en graag, en dikwijls en soms meer dan één keer, want zoals mijn groot­moeder altijd zei “Düren is mooi, maar blijven Düren is toch iets ­anders!” Daarbij reikte ze mij een draad wol aan om mee op te rollen voor weer de zoveelste wintertrui die ze aan het breien was.

Als ze in vorm was, breide mijn oma sneller dan haar eigen schaduw, daarbij tikten haar breinaalden als een dansbeat op Tomorrowland. Dat toen nog niet bestond.

O schone dagen mijner jeugd.

Ik ben hevige fan van het instituut en ben twee keer langs de kassa gepasseerd. De eerste keer wilden we – hoe gaat dat als je jong bent – eigenlijk niet trouwen maar gewoon samenwonen, maar dat was zonder onze ouders ­gerekend. Toen luisterden wij daar nog naar, zij het tandenknarsend.

De tweede keer wilde ik wel, maar voor mijn toekomstige moest het niet: met dat geld kunnen we een heel jaar op wereldreis, zag ik in haar ogen.

Dat bleek waar.

De passief dominante controlefreak die zich verschuilt achter mijn aanminnige kanis won uiteindelijk toch.

Trouwen is een daad van verzet tegen de lelijkheid en de tragiek van het ­bestaan. Zonder liefde, de warrrrme liefde, stopt de wereld.

Alles is beter met twee.

Hopelijk is het niet te ver stappen naar de zaal.