Direct naar artikelinhoud
Wellesnietes

Moeten de play-offs in het voetbal worden afgevoerd?

Stefan Kesenne (l) en Peter Croonen.Beeld rv

Een voor- en een tegenstander gaan in duel over een hot issue. Deze week: moeten de play-offs in het voetbal verdwijnen? Sporteconoom Stefan Kesenne (UAntwerpen) en KRC Genk-voorzitter Peter Croonen gaan met elkaar in de clinch.

STEFAN KESENNE: ‘PLAY-OFFS ZIJN EEN ONEERLIJK ROMMELBOELTJE’ 

“Het systeem van de play-offs is ingevoerd toen het aantal eersteklassers werd teruggebracht van achttien naar zestien clubs en men vreesde dat men vanwege het kleinere aantal wedstrijden minder inkomsten zou hebben. Vandaag, zo’n tien jaar later, zitten we met een systeem dat enerzijds oneerlijk is en anderzijds een rommelboeltje, waar de supporters nog amper wijs uit raken.

“Het kan niet dat een club die zesde eindigt in de reguliere competitie met 18 punten achterstand op de leider, toch nog kampioen kan spelen. De kampioen is de ploeg die over het hele seizoen het best presteert en niet toevallig tijdens de tien overbodige wedstrijden van de play-offs, die de reguliere competitie degraderen.

“De opdeling in een play-off 1 en play-off 2 is een slechte zaak voor wat men het competitief evenwicht noemt. Het zijn bijna altijd dezelfde clubs die in play-off 1 spelen, waardoor die clubs telkens weer die extra matchen spelen waar veel volk op afkomt en zo telkens weer veel meer inkomsten uit de competitie halen dan de andere clubs. Dat versterkt dus het onevenwicht tussen de eersteklassers. Uit onderzoek blijkt ook dat supporters massaal afhaken indien jaar na jaar dezelfde clubs aan de top eindigen of kampioen spelen.

“Het lijkt mij het beste om die play-offs gewoon af te schaffen. In de meeste Europese voetballanden heeft men geen play-offs, en dat maakt er de kampioenschappen niet minder spannend door. We zouden moeten terugkeren naar louter een reguliere competitie, met twintig of zelfs meer profclubs. Dan speelt elke club 38 matchen, wat slechts twee matchen minder is dan de 30 plus 10 die clubs nu spelen in de competitie plus play-offs. Tegenstanders van een ruime competitie zonder play-offs blijven beweren dat België te klein zou zijn voor 24 profclubs, maar dat is een fabeltje dat op geen enkele ernstige studie is gebaseerd. Voor het runnen van een profclub in ons land is een budget van 6 miljoen euro voldoende, en dat is perfect haalbaar.

Monopoliseren

“Het zijn ook altijd de grote clubs die aandringen op een inkrimping van het aantal clubs in de hoogste afdeling. Hun motivering is dat zo het niveau van het Belgische topvoetbal kan worden opgekrikt, en de aansluiting met de Europese top kan worden gerealiseerd. Een illusie van formaat: zelfs al zouden de Belgische topclubs hun budget met 50 procent kunnen verhogen, dan staan ze nog nergens in vergelijking met Europese toppers, die met budgetten werken die tot tien keer hoger liggen. 

“De echte reden waarom de grote clubs aandringen op een beperking van het aantal clubs, is dat zij maar al te graag het voetbalgeld in België willen monopoliseren in een beperkte groep, en het tv-geld niet graag delen met zoveel kleine clubs. Het is aan de overheid om paal en perk te stellen aan deze machts­politiek van de grote clubs, die al zoveel financiële voordelen genieten, zoals lage SZ-bijdragen, een gunstige pensioenregeling en de vele verborgen subsidies inzake beveiliging en infrastructuur. Geen enkele Belgische club is eigenaar van het stadion en de grond waarop dit is gebouwd. Die vrijgevigheid geeft de overheid wel het recht op te treden tegen deze monopolisering.

“Wetenschappelijk onderzoek heeft ook aangetoond dat het aantal clubs in de hoogste afdelingen van de Europese landen te laag is tegenover het sociaal optimale aantal clubs, waarbij ook rekening wordt gehouden met de belangen van de supporters, en niet alleen met die van de clubs.”

PETER CROONEN: ‘BELGISCH VOETBAL WINT BIJ DEZE FORMULE’

“Sportief is het voor onze competitie heel belangrijk dat we die play-off 1 hebben. Dat weten we uit ervaring: we hebben play-off 2 gespeeld, we hebben play-off 1 gespeeld. Play-off 1 kun je vergelijken met een Europese poule: de intensiteit, de inzet en het tactisch niveau maken play-off 1 misschien zelfs nog moeilijker dan de reeks wedstrijden in de groepsfase van de Europa League.

“Play-off 1 tilt het niveau van de nationale competitie echt op – het is geen toeval dat de Europese coëfficiënt van de Belgische ploegen sinds de invoering van de play-offs gestegen is. Destijds stonden we veertiende of vijftiende op die Europese ranglijst, nu achtste.

“Het economisch voordeel van play-off 1 is dat je vijf extra topmatchen thuis speelt. Voor onze club betekent dat dat we één tot twee miljoen extra kunnen verdienen. Waardoor er dus niet aan de afgesproken verdeelsleutel van de tv-rechten moet worden geraakt. Als de extra inkomsten van die vijf volle stadions zouden wegvallen, dan zal dat vroeg of laat moeten leiden tot een andere verdeling van de opbrengst van de tv-rechten. De financiële solidariteit tussen de grote clubs en de rest bij de verdeling van die tv-rechten is erg gebonden aan het feit of die play-off 1 behouden kan worden of niet. Wij staan daar wel iets solidairder in dan de G3 (Anderlecht, Club Brugge en Standard, JD), maar toch.

“De kritiek dat clubs te weinig geld uit die tv-rechten zouden investeren in jeugdwerking, is wat KRC Genk betreft alvast onterecht. Kijk, uitgaande transfers worden lucratiever omdat de Belgische competitie hoger wordt ingeschat door buitenlandse clubs, maar inkomende transfers worden ook duurder. Dus als je een haalbare mix van spelers wilt, dan moet je echt wel inzetten op je jeugdwerking. En ik zie daarin absoluut verbetering, zeker bij de G5 (Anderlecht, Club Brugge, Standard, AA Gent en KRC Genk, JD), maar ook bij ploegen als Charleroi.

Meer recuperatietijd

“Er bestaan bij de 24 Pro League-clubs in 1A en 1B verschillende benaderingen van de play-offs. Ploegen als Club Brugge, Anderlecht en Standard prefereren een reguliere binnenlandse competitie, omdat die makkelijker te combineren valt met Europees voetbal, waar je steeds meer je budgetten haalt. Maar je kunt in Europa alleen maar goeie resultaten behalen als je een goeie Belgische competitie hebt. Vandaar dat wij voorstander van de play-offs blijven. Oké, dat is in de eindfase van de competitie lastiger, omdat je spelers dan misschien al heel veel matchen hebben moeten spelen. Wat meer recuperatietijd tussen de matchen zou hiervoor een oplossing kunnen zijn.

“We moeten in de onderhandelingen over de play-offs ook kunnen spreken over een Europees ticket als beloning voor de winnaar van play-off 2. En we moeten bekijken hoe we de doorstroming tussen 1A en 1B kunnen optimaliseren. Als 1A groter zou worden, hou je geen 1B meer over. Achttien of twintig ploegen in 1A? Welke ploegen uit 1B zullen dan vrijwillig zeggen: oké, wij gaan wel bij de amateurs spelen?”