Direct naar artikelinhoud
‘De herinnering aan haar lippen had 35 jaar in mijn onderbewuste liggen wachten’
Lust & liefde

‘De herinnering aan haar lippen had 35 jaar in mijn onderbewuste liggen wachten’

Beeld EPA

Iedereen heeft weleens zo’n moment waarop hij denkt: hoe zou het toch met die allereerste jeugdliefde zijn? Walter (50) besloot om het eens te checken, gewoon voor de lol. Het werd een grapje met verregaande gevolgen.

“Ik was 13 toen ik verliefd werd op een meisje in het dorp. Ik ontmoette haar in het zwembad, waar ik me gedroeg als zo’n irritant spierballenkereltje dat haar bal afpakte in het water. Later zag ik haar weer tijdens de dansles waar onze ouders ons naartoe stuurden. Het werd iets tussen ons, kennelijk had de ‘afpaktruc’ gewerkt en samen gingen we vaak naar de duinen waar genoeg stille plekken waren om elkaar te ontdekken. We kusten zoveel dat we er rode ­kinnen van kregen en ik dacht met het brein van een jongen van 13 dat dit voor altijd zou zijn. Tot ze me uitnodigde op haar verjaardag. Ik durfde niet. Al haar vriendinnen zouden daar zijn en ik kende hen niet. Als ik haar thuisbracht, zette ik haar altijd een beetje verderop af, ik was ­zelden bij haar binnen ge­weest. Dus ik zei dat ik niet kon die avond. Ze was boos en maakte het uit en we raakten elkaar uit het oog.

“Eén keer heb ik haar nog gezien, een paar jaar later tijdens het uitgaan, we hadden allebei gedronken en ik dacht hey, dat zal ze toch niet zijn. O, die ogen, zo blauw. We aten samen een pita en gingen weer verder. Ik trouwde, zij trouwde, het contact werd nooit meer opgepakt.

“Tot ik op 1 januari 2016 – zes jaar na mijn scheiding, niet gelukkig, niet ongelukkig – alleen in de zetel zat en ze ineens door mijn hoofd schoot. Dat meisje met de ogen die zo goed kon kussen. En ik zat daar toch al met mijn laptop op schoot, glas rode wijn op tafel, kat ernaast, er was niet meer dan een kleine handeling voor nodig om haar naam in te tikken op LinkedIn. Voor ik het wist keek ik in die ogen die ik zo goed kende. Ze was ouder geworden, natuurlijk, maar onmiskenbaar het meisje van vroeger en ik besloot haar een berichtje te sturen. Ze antwoordde vrijwel meteen.

Ze woonde in Zwitserland, had twee kinderen en een ex, schreef ze. We begonnen te WhatsAppen en ergens in februari stelde ik voor om haar, op weg naar mijn skivakantie in Italië, op te zoeken voor een koffie. Ze vond dat grappig. ‘Koffie? Weet je wel hoe ver dat om is. Kom gewoon een nachtje logeren.’ En zo gebeurde. Ik zweer dat ik geen enkele andere bedoeling had dan een ontmoeting met een oude vriendin en precies dat werd het ook: een gezellige, ongedwongen ontvangst. We praatten een hele middag bij, aan het Meer van Zürich om ons daarna naar de supermarkt te haasten want er moest gekookt voor de kinderen. Plots stonden we met z’n tweeën in haar keuken en maakten een pasta. Die nacht sliep ik onder een Minions-dekbed op de bank en werd de volgende ochtend gewekt door dat typische opgewonden gebabbel van kinderen op weg naar school. Toen ik weer in de auto stapte, spookte ze door mijn hoofd, en nu ik eraan terugdenk, vraag ik me af: wat was er precies voor nodig om deze oude vriendschap te doen omslaan in nieuwe verliefdheid? Herhaling, in ons geval. Verse herinneringen.

“Een paar maanden later moest zij voor haar werk naar Wenen. Ik sloot me bij haar aan en, aangewakkerd door de berichtjes die eraan voorafgingen, raakte ik al wandelend door de zonnige straten met mijn hand haar rug. Als je dit liever niet hebt, moet je het zeggen, zei ik, maar ze ­mompelde dat ze geen bezwaar had en ’s avonds samen op de bank in die wat armoedige Airbnb, begonnen we te kussen. Even maar, toen ­lachten we. Verguld over de herkenning. Ik herkende haar lippen. De herinnering daaraan had 35 jaar in mijn onderbewuste liggen ­wachten tot het moment waarop die weer van pas kwam. Nu dus. Alles kwam weer boven, het zwembad, de duinen, de danslessen, die kussen die zo teder waren, en die ik altijd was blijven ­associëren met een tijd die achter me lag. Vervolgens stommelden we naar boven, waar we een paar minuten lang braaf elk aan een kant van het bed gingen liggen, tot we het niet meer hielden en in elkaars armen doken.

“De volgende ochtend moest ik alweer naar huis en ze stuurde me een liedje, after the love is gone. Drie dagen later vroeg ze het aan, alsof we nog steeds 13 waren. Ik antwoordde eerst als dat pestkopje van vroeger en hield me van de domme, maar voordat ik een ­herhaling van het verjaardagsincident riskeerde, zei ik snel: ja, natuurlijk wil ik je man zijn.

“Twee jaar later zegde ik mijn baan op en besloot te emigreren. Op 27 maart 2018 reed ik in een bestelbus vol huisraad en de kat op de passagiersstoel mijn straat uit, op weg naar Zürich. De nacht daarvoor had ik liggen woelen in bed, deed ik dit echt? Maar eenmaal in de bus was er geen twijfel mogelijk, natuurlijk deed ik dit. Ze had gezegd, weet je wat, rijd tot Freiburg, dan kom ik daarnaartoe met de trein en rijd ik het laatste stuk.

“Man, die ontmoeting daar op het station in Freiburg. Ik huilde, zij ook. Zo intens bewust van het feit dat dit de eerste dag was van de rest van ons leven. En met een dikke keel reden we Zwitserland binnen. Dat is nu een jaar geleden. Fouten die ik maakte in mijn zestienjarige ­huwelijk maak ik, wijs geworden, niet meer. Ergernissen krop ik niet langer op. Als er iets is, zeggen we elkaar dat gewoon. Maar er ís nooit iets. Alles is alleen maar fijn. Morgen begin ik op mijn nieuwe werkplek. Ik ben geslaagd voor Zwitsers-Duits en heb nu een job die gelijkwaardig is aan wat ik vroeger deed.”