Direct naar artikelinhoud
Reportage

Als je job je passie moet zijn: is werken om geld te verdienen echt niet voldoende meer?

Als je job je passie moet zijn: is werken om geld te verdienen echt niet voldoende meer?
Beeld Charlotte Dumortier

Voelt u zich een loser omdat u tevreden bent met uw werk, niet meer en niet minder? Stop daarmee. Niet elke baan hoeft een roeping te zijn. Hoe werken voor brood op de plank veranderde in een permanente zoektocht naar passie.

Als ik op feestjes vertel wat voor werk ik doe, zijn de reacties meestal positief. “Journalist? Cool vak! Dat wilde ik vroeger ook ­worden.”

Tot vorige week. Toen werd ik omringd door enkele millennials die zich hardop afvroegen hoe het toch mogelijk was dat ik al zo lang hetzelfde deed. 25 jaar? Hola, moest ik niet eens iets anders gaan doen? De passie en glans waren er nu toch wel van af? Onderweg naar huis zag ik nog hun verbaasde blikken en hoorde hun uitspraken over ‘ultieme drive’ en ‘je hart volgen’. Tja, in dat licht zijn mijn werkdagen wellicht niet altijd hemelbestormend, maar als ik een fijn artikel heb getikt, maakt me dat nog altijd blij. Is dat niet genoeg?

Terwijl ik me in de dagen erna vergaap aan het duizelingwekkende trainingsaanbod om van je werk je ‘passie’ te maken, moet ik aan mijn vader denken. Hij was als ambitieuze twintiger in het familietransportbedrijf gestapt – op nadrukkelijk verzoek van zijn vader. Dat betekende zes lange dagen werken. Hij hielp met laden en lossen en was verantwoordelijk voor de planning; hij maakte de rijschema’s. Hij werkte, bracht geld in het laatje en was blij met zijn zondagse uitslaapochtend. De woorden ‘passie’ en ‘je hart volgen’ nam hij nooit in de mond.

Werken voor brood op de plank, dat doe je kennelijk niet meer. Een job van nu moet gelukkig maken, vervullend zijn. ‘Gewoon’ een beroep waarbij je het door de bank genomen prima naar je zin hebt, zonder al te veel pieken en dalen, is vragen om problemen: voor je het weet ben je een grijze muis. Of erger, een gestampte muis – met een flinke burn-out. Werkgelukgoeroes prediken: stop met die middelmatige baan, gooi het roer om en volg je hart. Vooral dat laatste is een hardnekkig mantra. Net als de uitspraak: succes is een keuze. Wanneer werd werk ineens ‘passie’?

Bij de naoorlogse generatie van mijn vader paste het woord ‘droomjob’ niet. Wel gaf hij ons, zijn drie dochters, een dwingend carrière­advies: kies een beroep waar je gelukkig van wordt. Hij had vooral zijn vaders wens gevolgd, en daarvoor zijn geliefde vrije bestaan als wasmiddelenvertegenwoordiger opgegeven.

Jezelf als merk

Loopbaancoach Ciska Pittie, die al ruim twintig jaar werknemers begeleidt, zag tijdens haar carrière de kijk op arbeid veranderen. “Vroeger werkte je inderdaad om geld te verdienen. Je had geluk als je werk had dat bij je paste. Mensen hadden vaak een ‘psychologisch contract’ met hun werkgever; ze bleven er gerust hun hele leven werken.”

Met de stijging van de welvaart, in de gouden jaren 90, kwam er ruimte voor mensen om op zoek te gaan naar zichzelf. Eerst in hun persoonlijk leven, daarna in hun carrière. “Ik weet nog dat begin deze eeuw het boek Het merk IK van Huub van Zwieten (ondernemer en bestsellerauteur, red.) verscheen”, zegt Pittie. “Ineens ontstond het idee dat je van jezelf een merk kon maken, dat je je eigen talenten moest vinden en benutten.” Alles draaide om het individu. “Wat wil ik, waar word ik gelukkig van?”

Jezelf als merk
Beeld Charlotte Dumortier

Maar het was niet alleen de individualisering die een rol speelde, ook de komst van nieuwe generaties op de arbeidsmarkt veranderde de beleving van werk, ontdekte generatiedeskundige Aart Bontekoning: “Zodra een nieuwe generatie de werkvloer op komt, wordt de zittende generatie geconfronteerd met haar eigen gebreken. En dan gaat alles schuiven. Dat zie je nu bij de millennials, zij willen meer vrijheid, flexibeler werken en zeker niet vijf dagen van negen tot vijf. Ook willen ze meer ‘out of the box’ vergaderen en niet ‘top-down’ worden aangesproken.”

Dat heeft zo z’n invloed op de werkbeleving van de generaties voor hen, merkt Bontekoning. “Vijftigers beginnen zich af te vragen: wil ik dit werk nog wel doen op deze manier? Krijg ik er nog energie van? Door de andere kijk van jongeren op werk gaat ook bij hen een lampje branden en ontstaat een verlangen naar iets anders, iets nieuws.”

Torenhoge eisen

En zo is een gewone job verheven tot roeping. Met alle hemelbestormende verwachtingen, juist onder jongeren, van dien. In een reeks uitgaven van The School of Life van filosoof Alain de Botton verscheen ook een boek over werk: Een baan om van te houden. Daarin staat: ‘Door ons werk willen we worden wie we in onze ogen zouden moeten zijn: succesvol en gewaardeerd. Dat we ertoe doen. En wat kenmerkend is: het wordt ons ook voortdurend voorgespiegeld dat het kan.’ En daarin schuilt gelijk het gevaar.

De zucht naar werkgeluk is flink doorgeslagen. “Alsof werk vooral lollig moet zijn. De eisen die medewerkers aan elkaar en zichzelf stellen zijn inmiddels torenhoog. Dat begint nu zijn grenzen te bereiken. Kijk maar naar het toenemend aantal jonge mensen met een burn-out”, zegt Bontekoning.

In Een baan om van te houden staat dat er een ‘ongewilde, uitputtende wreedheid zit in dat idee van oneindige mogelijkheden en van talent dat uiteindelijk beloond wordt’. De realiteit is dat niet iedereen de top haalt en het je eigen schuld is als je daarin faalt. ‘De oude wereld beschouwde mislukken als toeval, als pech’, zo lees ik. ‘In de moderne wereld is mislukken geen toeval, maar eerder het gevolg van een persoonlijke tekortkoming.’

Dat merkt ook Pittie: “Mensen die het op hun werk best naar hun zin hebben, krijgen zo toch het gevoel dat ze losers zijn.” Volgens Pittie maken vooral jongeren elkaar gek op sociale media, waarbij alleen de succes­verhalen in beeld worden gebracht. “Er is niets mis met een job waarin je gewoon tevreden bent. Niet iedereen wil het maximale uit zichzelf halen.”

Energiegevers

Pittie pleit voor het doorprikken van de bubbel van werksucces, passie en glamour. “Relativeer! Hang niet je hele levensgeluk aan je job op, maar zoek kleine geluksmomenten binnen je ­huidige werk. Als je iets doet waar je plezier in hebt, is dat al heel wat. Haal je er ook inspiratie uit? Prijs jezelf dan gelukkig!”

Bontekoning noemt dat ‘zoeken naar energiegevers’. “Vraag naar opdrachten waar jij goed in bent, sla taken af waar je op leegloopt. Als je ergens energie van krijgt, ben je ­productiever, vitaler en houd je het langer vol.”

DM mag: je passie als werkBeeld Charlotte Dumortier

Bontekoning besteedt in zijn ­trainingen veel aandacht aan betere samenwerking tussen de verschillende generaties op één werkvloer. Oudere medewerkers adviseert hij: “Word niet zuur, maar gebruik de energie van de jongere generatie. Ik zie in veel trainingen dat veertigers en vijftigers thuis met hun eigen kinderen prima overweg kunnen. Ze hanteren daar succesvol het interactief ­overlegmodel, maar zetten vervolgens op hun werk een gedateerde directieve houding in. Dat werkt niet.”

Een open, samenwerkende ­houding zou veel effectiever zijn. “Jongeren willen inderdaad alle ­vrijheid, maar hunkeren ook naar ­kennis van ervaren collega’s. Geef aan dat ze je altijd kunnen bellen als ze iets willen weten. Zo ontstaat een betere samenwerking en meer werkplezier voor beiden.”

Daar zit de crux: vind de energieslurpers in je werk, elimineer die en zoek opdrachten die je energie geven. Dan ben je al een heel eind op de goede weg.

Recent verscheen het boek Plezier in je werk van de Britse ondernemer Bruce Daisley. Hij stelt dat mensen plezier in hun werk verliezen door de hoge werkdruk, de nimmer aflatende stroom e-mails en de 24-uurseconomie. Hij geeft enkele werkverbeterpunten:

1. Plan af en toe een monnik-modus-morgen in: werk de eerste uren van de dag thuis of in een rustige ruimte en maak in die paar uur een taak af. Laat je niet afleiden door anderen of e-mail. Dit geeft veel voldoening voor de rest van de dag.

2. Stop met urenlange vergadersessies. Organiseer een wandelvergadering. Ga in kleine groepjes wandelen en kom terug met enkele ideeën die je in tien minuten verzamelt.

3. Profiteer (soms) van je koptelefoon. Sluit je af van de kakofonie die kan heersen in kantoortuinen. Zo heb je minder last van energieverlies.

4. Onthaast. Beschouw lege plekken in je agenda niet als tijdverspilling. Vaak krijg je het beste idee als je stilzit en je gedachten de vrije loop laat.

5. Schakel je mailmeldingen uit. Check twee keer per dag je mail, aan het einde van de ochtend en de middag. Zo blijf je in je werkflow.

6. Ga uit lunchen. Verander even van sfeer en omgeving. Spreek af met iemand van buiten je werk. Verzet zo even je gedachten.

7. Neem digitaal vrijaf in het weekend. In deze maatschappij staat iedereen altijd aan. Dat is niet gezond. Neem af en toe echt vrij van je werk.

Bruce Daisley, Plezier in je werk, Luitingh-Sijthoff, 320 p., 19,99 euro