Duncan Laurence brengt Eurovisie-beker naar Nederland, samen met stevig prijskaartje

Het bleef spannend tot het laatst, maar uiteindelijk trok gedoodverfd favoriet Duncan Laurence aan het langste eind. De vakjury zette zijn nummer ‘Arcade’ op de derde plaats, de punten van de kijkers thuis katapulteerden hem uiteindelijk naar de eerste plaats. De tweede en derde plaats waren voor Italië en Rusland. “Dit is voor groots dromen. Dit is voor muziek op de eerste plaats, altijd”, reageerde Laurence meteen na zijn overwinning.

De eerste plaats van Duncan Laurence betekent meteen ook dat het hele Eurosong-circus volgend jaar naar Nederland komt. En daar is bij onze noorderburen nu al behoorlijk wat om te doen. Aan het Eurosong-feestje hangt namelijk een behoorlijk prijskaartje vast. Winnende landen die Nederland voorgingen, waren tussen de 15 en 30 miljoen euro kwijt. Het grootste deel van de factuur wordt betaald door AvroTros, de tv-omroep die in Nederland het Songfestival uitzendt. De European Broadcast Union (EBU), het samenwerkingsverband van Europese publieke omroepen, komt met 6 miljoen euro over de brug. De rest van het budget wordt ingebracht door de stad die het festival organiseert.

Geen cadeau voor stadskas

Normaal gezien wordt het Songfestival in de hoofdstad van het winnende land georganiseerd. Maar in Nederland liggen ook andere steden op de loer. Pr-medewerkers van Maastricht stuurden de nacht na het festival al e-mails rond waarin ze hun stad aanprijzen als ‘meest Europese stad van Nederland’. Maastricht staat in de startblokken en heeft het draaiboek voor het Eurovisiesongfestival 2020 al klaarliggen, klinkt het nog. 

Nochtans is dat geen cadeau voor de stadskas. The Royal Bank of Scotland becijferde drie jaar geleden dat de inkomsten uit het toerisme die gemoeid zijn met Eurovisie, soms ver achterblijven bij de kosten. Zo betaalde Denemarken in 2014 rond de 45 miljoen euro om het evenement te organiseren, terwijl het aan het Songfestival-toerisme niet veel meer verdiende dan 14 miljoen euro.