Twee gieren rusten uit in Limburg. En we gaan ze steeds vaker zien

Het is iets na acht uur in de avond als vogelliefhebber Jelle van den Berghe op een akker bij Hees twee enorme vogels ziet zitten. De vogelaar weet te vertellen dat het gaat om een vale en een monniksgier. Vooral de laatste is een zeer zeldzame verschijning. “De vale gier komt heel af en toe langs, maar bij mijn weten is het pas de derde keer dat we een monniksgier zien in België.” De tweede streek overigens onlangs nog neer, op 9 mei in Heist-op-den Berg in Antwerpen. 

Het is ook de tweede gier die Van den Berghe zelf op korte tijd ziet. Gisteren nog was een vale gier op doortocht richting Noord-Europa. Het dier zou zijn doorgevlogen naar Noorwegen, maar werd op zijn weg nog gesignaleerd op de Strabrechtsche Heide in Noord-Brabant. Dit keer vloog het beest door, maar geregeld zoeken ze een plekje op een akker om even bij te komen.

Gieren leven normaliter in Zuid-Europese landen als Spanje, Portugal en Frankrijk. Bergachtige gebieden als de Pyreneeën zijn bij uitstek geschikt om hoog in de lucht uit te kijken naar kadavers om kaal te plukken of om een plekje te zoeken waar gebroed kan worden. 

Toch ging het de laatste jaren niet goed met de gierenpopulaties in Europa. In Frankrijk werden daarom zogeheten gierenrestaurants opgezet, weet ecoloog André de Baerdemaeker. Boeren kunnen kadavers op aangewezen plekken in de natuur dumpen, zodat de vogels deze vervolgens kaal eten.

Het is een succes, de populatie groeit. Steeds meer jonge gieren slaan hun vleugels uit en zoeken nieuw leefgebied. Zo komen ze steeds vaker in België, Nederland of andere Noord-Europese landen terecht. “Zeker met mooi weer kunnen ze lange afstanden afleggen. Soms komen ze zelfs richting Scandinavië”, aldus De Baerdemaeker. 

Toch hoeven we niet te rekenen op een invasie van deze gevleugelde giganten. Bij ons is er te weinig voedsel te vinden en het liefst broeden de beesten in de bergen.