Direct naar artikelinhoud
MensenrechtenOeigoeren

Oeigoers gezin zoekt bescherming in Belgische ambassade in Peking, maar China pakt hen toch op

Ablimit Tursun.Beeld Wouter Van Vooren

Een moeder en vier kinderen zijn opgepakt door de Chinese politie nadat ze bescherming zochten bij de Belgische ambassade in Peking. De vader, erkend als politiek vluchteling in ons land, had de ambassade eerder gewaarschuwd voor de risico’s. China vervolgt Oeigoeren.

Ablimit Tursun (51) is sinds 2018 erkend als politiek vluchteling in ons land. In zijn oorspronkelijke provincie, Xinjiang, voert China een repressieve politiek tegen Oeigoeren, een moslimminderheid waar Tursun toe behoort. China sluit naar schatting een miljoen Oeigoeren op in zogenaamde heropvoedingskampen. Bulldozers maken eeuwenoude moskeeën met de grond gelijk. Volgens China gaat het om een strijd tegen moslimterrorisme. 

Tursun was voor zaken in Turkije, toen hij van zijn familie in China te horen kreeg dat hij best niet terugkeerde. Vervolgens kwam hij naar hier. Hij werkt ondertussen als technicus bij een bedrijf in Gent, maar zijn vrouw Wureyetiguli Abula (43) woont nog samen met de kinderen (5, 10, 12 en 17 jaar) in Ürümqi, de hoofdplaats van Xinjiang.

Een bevriende Han-Chinees

In augustus 2018 stelde Tursun samen met het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) een brief op aan de Belgische overheid waarin ze vroegen om doorgangspapieren voor de vrouw en de vier kinderen. Oeigoeren krijgen in China al jarenlang geen paspoorten om naar het buitenland te reizen. In maart van dit jaar kreeg het gezin het bericht dat ze naar de Belgische ambassade in Peking moest komen met enkele documenten zoals een huwelijksakte met de nodige stempels van de Chinese overheid. 

“Ik wilde niet dat ze naar Peking gingen”, zegt Tursun. “Tussen maart en mei heb ik samen met het CAW geprobeerd om de ambassade te overtuigen dat ze geen 2.700 kilometer konden afleggen en hun leven riskeren om enkele documenten af te geven. Maar uiteindelijk hebben ze mijn vrouw gebeld om te zeggen dat haar aanvraag geannuleerd werd als ze nog langer zou wachten.”

Tursun kocht uiteindelijk vliegtickets voor zijn vrouw en kinderen. Een bevriende Han-Chinees boekte een hotelovernachting, want Oeigoeren kunnen niet zomaar een kamer reserveren. Al de eerste nacht in het hotel kreeg het gezin bezoek van de lokale politie van Peking, die vragen stelde over het doel van hun reis. De dag erna brachten ze hun documenten in orde en is de moeder opnieuw ondervraagd.

Wureyetiguli Abula en de vier kinderen van Ablimit Tursun.Beeld RV

‘Geen hotel’

Op dinsdag 28 mei meldde Abula zich bij de Belgische ambassade met haar kinderen en de gevraagde documenten. Ze liet een telefoongesprek met haar man openstaan, via de Chinese app WeChat. 

“Een medewerker op de ambassade zei dat we nog minstens drie maanden moesten wachten op antwoord en ze stuurde mijn vrouw naar huis. Na twee ondervragingen in het hotel was mijn vrouw bang om opgepakt te worden.”

Abula vroeg om asiel te krijgen in de ambassade in afwachting van de documenten, maar kreeg als antwoord: ‘Dit is geen hotel’. Het personeel dreigde ermee de politie te bellen als ze niet vertrok. Rond 2 uur ‘s nachts zijn drie politiewagens aangekomen. Na een uur overleg tussen politie en ambassadepersoneel zijn de vrouw en de kinderen gedwongen meegenomen. De dagen van woensdag tot vrijdag hebben ze op hun hotelkamer doorgebracht. De Chinese politie had de kamer ernaast geboekt, om daar de moeder te ondervragen. 

Vanaf dan is de communicatie verbroken, ondertussen al enkele weken. De moeder zou niet meer in het bezit zijn van haar gsm en identiteitspapieren. De ambassade heeft de visa intussen in orde gebracht, maar iemand heeft Tursun gezegd dat zijn vrouw en kinderen weer naar Ürümqi zijn gebracht. Hij denkt en hoopt dat ze thuis zitten en niet in een kamp. Verschillende familieleden zijn ondervraagd door de politie. Zijn huis is doorzocht en zijn computer is in beslag genomen. Hij vreest dat zijn vrouw een straf zal krijgen voor wat in China kan gelden als het verstoren van de openbare orde. “Daar zou tot tien jaar celstraf op kunnen staan. Ik heb contact opgenomen met de lokale politie in Ürümqi om te vragen waar mijn vrouw is, maar dat willen ze enkel zeggen als ik daarvoor tot ginder ga. Ik weet dat ik dan echter meteen in de gevangenis zou belanden.” 

Discretie

Vanessa Frangville, professor Chinese studies aan de ULB, doet onderzoek naar de Oeigoerse gemeenschap. “Het lijkt erop dat hier de politieke beslissing is genomen om economische belangen te laten primeren op mensenrechten. Vooral Europese landen, die nochtans een imago hebben van mensenrechten hoog in het vaandel te dragen, zijn opvallend voorzichtig om de situatie in Xinjiang aan te kaarten.”

Vanessa Frangville (ULB)Beeld Wouter Van Vooren

Buitenlandse Zaken stelt echter dat hun dossier de gewone gang van zaken volgde. “We betreuren dat deze vrouw en kinderen ondanks de vele gesprekken weigerden om de visasectie van de ambassade te verlaten. Al die tijd werden ze via een telefoon verkeerdelijk geadviseerd. Dat maakte een discrete oplossing onmogelijk. Onze consulaire diensten zijn van oordeel dat discretie en geduld noodzakelijk zijn om deze familiehereniging toch nog te verwezenlijken.”

Tursun hoopt dat het alsnog goed komt, maar hij is er niet gerust op. “Natuurlijk ben ik bang. Het verontrust mij dat de Belgische ambassade hen gewoon heeft overgedragen aan de Chinese politie. Ik hoop dat België zijn diplomatie aanwendt en de paspoorten en visa bezorgt.”