Direct naar artikelinhoud
Ruimtelijke ordening

‘Wij worden altijd bestempeld als een tweederangsgebied’: de Westhoek eist zijn deel van de koek

Het West-Vlaamse platteland: de wijde omgeving rond Tielt.Beeld Wouter Van Vooren

Het platteland schreeuwt om meer aandacht én geld van de Vlaamse overheid. In de Westhoek willen de burgemeesters zich niet langer in een hoekje laten duwen. Het is aan de nieuwe Vlaamse regering om de financiering van de steden en gemeenten opnieuw te bekijken.

en

“Wij worden altijd bestempeld als een tweederangsgebied, alsof we een probleem zijn voor Vlaanderen en iedereen zich maar moet gaan concentreren in de knooppunten”, zegt burgemeester Gerard Liefooghe (CD&V) van de kleine West-Vlaamse gemeente Alveringem. “Maar wij zijn niet het probleem. Wij zijn een essentieel onderdeel van het Vlaamse landschap.”

De discussie over de ‘Mobiscore’ heeft een kloppende zenuw blootgelegd. Via die tool die de Vlaamse overheid deze maand lanceerde, kan je laten berekenen hoe bereikbaar een woning is. “Dat was de druppel”, zegt burgemeester Lies Laridon (CD&V) uit Diksmuide. “Mensen krijgen een slechte score door een beleid waar ze zelf niets aan kunnen doen.”

In de Westhoek laten ze het er niet bij. De 16 burgemeesters uit de regio hebben de handen nu in elkaar geslagen. Er is te weinig oog voor de noden van het platteland, is de boodschap. Vorige week kwamen de gemeenten aan de IJzer met een gezamenlijke vraag naar het Vlaams Parlement: een volwaardig Vlaams plattelandsbeleid. 

“Om financiële redenen worden wij gedwongen om te ontwikkelen en bij te bouwen”, zegt Christof Dejaegher (CD&V), burgemeester van Poperinge en voorzitter van het Westhoekoverleg. “Verdichten doen we al, maar we willen dat niet in die mate doen om onze grootste troef – onze mooie open ruimte – zomaar te grabbel te gooien.”

Paradox

Het is een paradox waar de hele streek mee worstelt: weinig inwoners betekent minder inkomsten, terwijl de grote oppervlakte om onderhoud vraagt. De vergrijzing tekent zich bovendien sterker af op het platteland, waardoor de zorgkosten stijgen. Door het hoger aantal gepensioneerden lopen de inkomsten uit de personenbelasting terug. 

Om een idee te geven: de 5.000 inwoners van Alveringem hebben 80 km² ter beschikking. In Antwerpen wonen gemiddeld meer dan 200.000 mensen op dezelfde oppervlakte. “Al die open ruimte zorgt voor veel kosten aan onderhoud, terwijl het geen inkomsten genereert”, zegt Bern Paret, regiocoördinator voor de Westhoek bij provincie West-Vlaanderen. “Zo belanden de gemeenten in een financiële wurggreep. We horen overal hetzelfde verhaal: het wordt stilaan problematisch.”

Kerken

Er is wel degelijk extra ondersteuning vanuit de Vlaamse overheid, maar die is volgens de burgemeesters ruim ontoereikend. Zo is er het plattelandsfonds dat met een jaarlijkse 8 miljoen euro de landelijke gebieden moet ondersteunen. Alleen, die pot is snel uitgeput.

Neem Diksmuide, dat met veertien deelgemeenten evenveel kerken telt. “Die kerkjes zijn beeldbepalend voor het landschap, maar het onderhoud van de gebouwen kost alleen al 250.000 euro per jaar”, zegt burgemeester Laridon. “Dat is ons gehele budget uit het plattelandsfonds.”

Daarnaast is er het gemeentefonds, maar dat dient in de ogen van de Westhoek vooral om de grote steden te financieren. 41 procent van het fonds stroomt van meet af aan naar Antwerpen en Gent. “Die zullen hun problemen ook wel hebben, maar dat betekent niet dat wij er geen hebben”, zegt Laridon. 

In Diksmuide ligt er voor 300 kilometer aan gemeentewegen, vertelt zij. “Daarmee zou je naar Parijs kunnen”, weet de burgemeester. Die wegen zijn vaak aan weerszijden omgeven door een gracht, dus ligt er ook voor 500 kilometer aan grachten in de gemeente. “Gelukkig krijgen we hulp van de provincie, maar het onderhoud blijft kostelijk.” Een klacht over een weg die er slecht bijligt, belandt wel degelijk bij de gemeente. Terwijl zij er zelf niets aan kunnen doen, klinkt het.

Wat meer is, met dat gemeentefonds moet onder meer de sportinfrastructuur, zorgvoorzieningen en personeelskosten worden betaald. Voor kosten zoals wegen en openbare werken schiet dan weinig over. Volgens regiocoördinator Paret slepen bovendien de specifieke subsidiedossiers bij de verschillende Vlaamse agentschappen erg lang aan. Vaak ontbreekt ook de lange arm tot in Brussel om de boel in beweging te zetten.

Lintbebouwing

De oplossing van veel Vlaamse burgemeesters om meer centen binnen te krijgen was in het verleden heel simpel: meer inwoners aantrekken die rijk genoeg zijn om de gemeente zelf te laten draaien. Dat betekende meer bouwen en verkavelen. “Veel gemeenten hebben daarom lintbebouwing toegestaan”, zegt sociaal geograaf Maarten Loopmans (KU Leuven). “Zeker in de Vlaamse Ruit was dat het geval, veel minder in de Westhoek.”

Net daarom vindt hij dat die regio  een voorbeeld is van goed plattelandsbeleid. “Dat is eigenlijk waar de Vlaamse overheid naartoe wil: geconcentreerde kernen, waar goede verbindingen via het openbaar vervoer gerealiseerd kunnen worden. Qua leefbaarheid en bereikbaarheid is de Westhoek veel beter georganiseerd dan het verstedelijkte platteland in de rest van Vlaanderen. Heel wat mensen wonen er nog in de dorpskern en gebruiken dus minder vaak de auto dan wie langs een steenweg woont.”

In de kern van Diksmuide, zegt burgemeester Laridon, vind je alles wat je wil. “Er is net nog een nieuwe sporthal geopend en we hebben een zeer goed cultureel centrum. Toch blijft onze Mobiscore voor cultuur laag. Ik geloof dat ze enkel het Sportpaleis van Antwerpen meetellen als cultuuraanbod. Alsof het enkel een plek is om te ontspannen voor mensen uit de stad. Nee, hier wonen en werken mensen. Dan is meer steun op zijn plaats om het platteland als groene ruimte in te richten.”

“Want,” vult burgemeester van Poperinge Dejaegher aan, “Vlaanderen is eigenlijk één grootstedelijk gebied. Apprecieer dan ook de open ruimte: tenslotte komen hier mensen uit het hele land fietsen en genieten van het landschap en frisse lucht.”

Regeringsonderhandelingen

Hoe houden de Vlaamse plattelandsgemeenten het hoofd boven water? De Vereniging voor Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) vindt de bezorgdheden niet meer dan terecht. De organisatie kijkt hoopvol naar de Vlaamse regeringsonderhandelingen die straks worden opgestart. Worden de compensaties vanuit het gemeentefonds verhoogd?

Alleen, de plattelandsgemeenten staan niet alleen met hun vraag. Ook kleinere steden als Geraardsbergen, Vilvoorde en Ninove eisten al een hogere bijdrage vanuit het fonds. En wat met de grote steden? Zij krijgen nu wel relatief gezien meer geld toegestopt, maar het zijn vooral zij die de komende jaren geconfronteerd dreigen te worden met een ontsporende pensioenfactuur. “De aandacht voor die steden moet zeker blijven”, zegt woordvoerster Nathalie Debast. “Want zij hebben hun eigen problemen.”

Zo zegt ook Loopmans dat de Westhoek meer steun verdient, maar zich niet moet laten meeslepen in een concurrentiestrijd om meer inkomsten aan te trekken. “Het gaat niet om welk deel van de koek. De Westhoek zou best samen met Gent en Antwerpen pleiten voor een grótere koek, die daarna herverdeeld wordt.”