Direct naar artikelinhoud
Frankrijk

WK petanque in Marseille: ‘Hij miste maar één bal!’

Scheidsrechters meten de afstand tussen de cochonnet en de dichtstbijzijnde boule.Beeld Pauline Marie Niks

In Marseille zijn de beste (en minder goede) petanquespelers ter wereld bijeen voor het officieuze WK. Tienduizend hobbyisten en semiprofs doen mee. De spanning is te snijden, al draait het toch vooral om de gezelligheid.

“Jongens, de Ricard is op!” De 27-jarige Paul Doussin heeft zich met zijn vrienden geïnstalleerd in de schaduw van een rij platanen in het Parc Borély in Marseille, het epicentrum van Frankrijks grootste petanquetoernooi. Op een grindpad zijn ze verwikkeld in een spannend officieus potje tegen een andere vriendengroep. Maar sommige dingen gaan voor. Ricard bijvoorbeeld. Doussin drukt zijn metalen boules in de handen van een kameraad. “Neem jij het even over? Dan ga ik meer Ricard halen.”

Voor de meeste Belgen is petanque een gezellig tijdverdrijf voor in de zomervakantie. Het heeft een wat ouderwets imago; in officieel verband wordt het spel bij ons vooral door ouderen gespeeld. Sinds een aantal jaar zijn er weliswaar steeds meer twintigers en dertigers in de grote steden die petanquen, maar als sport is het in België en Nederland niet populair.

In het zuiden van Frankrijk is petanque een echte volkssport. Hoogtepunt van het seizoen is de Mondial la Marseillaise à pétanque, kortweg la Marseillaise, een vijfdaags toernooi waaraan zowel hobbyisten als topspelers meedoen, zowat 10.000 in totaal. Overal in Marseille zijn speelvelden gecreëerd - vaak niet meer dan een zanderig pad of een grindvlakte met een genummerd bordje. De meeste wedstrijden vinden plaats in het lommerrijke Parc Borély.

Wie de eerste ronde verliest, ligt er direct uit. Voor de meesten geldt dus: meedoen is belangrijker dan winnen. En dat karakteriseert de sfeer. Jonge en niet meer zo jonge mannen struinen met zongebruinde blote basten naar een van de vele barretjes. Een sponsor deelt rieten cowboyhoedjes uit tegen de nietsontziende zomerzon.

“Petanque, dat is de zon, gezelligheid en Ricard”, zegt Erwann Goizet uit Nantes. “Iedereen maakt een praatje met elkaar. Het past ook echt in Marseille. Het zuiden. In het noorden zijn mensen killer.”

Maar er zijn ook anderen. Voor wie het toernooi, dat gedurende de vijf dagen zo'n 150.000 bezoekers trekt, een bloedserieuze zaak. De Marseillaise staat in minstens zo hoog aanzien als het jaarlijkse wereldkampioenschap, waaraan alleen topspelers meedoen. De partijen van de beste spelers worden in Marseille gespeeld op een baan met tribunes en live uitgezonden door de regionale televisiezender. Bijna had petanque een olympische status gekregen voor de Spelen van 2024 in Parijs.

Hoe populair de kampioenen zijn, blijkt als een van de winnaars van vorig jaar de baan betreedt. De 23-jarige Joseph ‘Tyson’ Molinas - geblondeerd haar, tatoeages, opgestroopte rechterbroekspijp - is een van de meest talentvolle tireurs - spelers die de boules van de tegenpartij moeten wegketsen. De andere rol is die van de pointeur, die de boules zo dicht mogelijk bij het kleine houten balletje (cochonnet) moet gooien. Iedere boule die dichter bij de cochonnet ligt dan de dichtstbijzijnde boule van de tegenstander, levert een punt op. Het team dat als eerste 13 punten heeft, wint.

De spelers hebben allemaal een eigen, vaste volgorde van rituele handelingen. Voor ze gooien spugen ze in hun hand, of vegen ze de boules twee keer af met een doek. Ze maken tai-chi-achtige bewegingen, of lopen het laatste stuk achteruit. Het doet denken aan de tics van tennissers voordat ze serveren.

Lydie Triolet, een hobbyspeler uit de Ardêche, heeft net met 13-0 van het team van Tyson Molinas verloren. Desondanks staat ze van oor tot oor te glunderen. Op de vraag of ze van tevoren wist wie Tyson Molinas is, toont ze een verbijsterde blik. Alsof je een amateurvoetballer vraagt of-ie weleens van Cristiano Ronaldo heeft gehoord. “Heb je gezien hoe hij gooide? Hij heeft maar één bal gemist”, zegt ze vol bewondering.

Maar er is een groot verschil: Tyson Molinas kan niet van zijn sport leven. Hij werkt in de groenvoorziening, de inkomsten uit de sport zijn een extraatje. “Als je ieder weekend toernooitjes speelt, kun je je inkomen verdubbelen”, zegt Hector Milési, die al bijna zestig jaar speelt. “Maar als het echt om de centen gaat, worden veel spelers onsportief. Dan gaan ze vlak achter je staan als je moet gooien, om je af te leiden.”

Petanque was lang een louter Zuid-Franse aangelegenheid. In de rest van Frankrijk werd het gegooi met zware ballen niet altijd even serieus genomen. Inmiddels komen de grote kampioenen allang niet meer alleen uit Zuid-Frankrijk. Steeds meer topspelers hebben hun wortels zelfs aan de andere kant van de wereld.

In 2014 haalde een equipe uit Madagaskar de finale. Dat was geen toevalstreffer, sinds een aantal jaar komen de Malagassiërs vaak ver. Volgens de 34-jarige Didier Andrianambinina, die in 2009 vanuit Madagaskar naar Marseille kwam voor het petanque, ligt het niveau van toernooien op het eiland zelfs hoger dan in Frankrijk. “Een paar decennia terug verdwenen veel van onze voetbalveldjes om ruimte te maken voor woningen”, vertelt hij. “Toen zijn veel jongeren gaan boulen. Er zijn honderden topspelers. Ik denk dat het moeilijker is om kampioen van Madagaskar te worden, dan kampioen van Frankrijk.”

***

Jeu de boules of petanque?

Bij ons, en vooral in Nederland, wordt petanque soms jeu de boules genoemd. In Frankrijk is jeu de boules een verzamelnaam. Petanque ontstond in 1907 uit een van die spellen, het jeu Provençal. Bij die variant moest de speler een aanloop nemen en was het speelterrein zo'n twee keer zo groot. Toen een bekende kampioen in het dorp La Ciotat bij Marseille reuma kreeg, bedacht men daar een spelvorm waarbij de spelers stil moesten blijven staan tijdens het werpen. Het woord petanque stamt uit het Occitaans, een Zuid-Frans dialect, en betekent ‘met verankerde voeten’.

Liefst 150.000 bezoekers komen een kijkje nemen op het toernooi.Beeld Pauline Marie Niks