Komt er een soort OPEC-kartel voor koffieproducenten?

Koffieproducenten denken aan de creatie van een internationaal kartel. Een dergelijke organisatie moet, naar het voorbeeld van de Organisation of Petroleum Exporting Countries (Opec), de belangen van de sector verdedigen. Op die manier hopen de koffieboeren voor hun oogsten ook minimumprijzen te kunnen doordrukken. Dat moet hen in staat stellen in hun levensonderhoud te kunnen voorzien.

De koffieboeren maken een bijzonder moeilijke periode door. De prijzen voor hun oogsten zijn op de wereldmarkten teruggezakt tot het laagste niveau in meer dan een decennium.

Cacao

De telers voelen zich in hun kartel-ambities aangemoedigd door de recente vorderingen die Ivoorkust en Ghana, de twee grootste cacaoproducenten van de wereld, recent hebben geboekt. Die twee landen zijn er immers in geslaagd klanten te overtuigen om voor cacao-voorraden een hogere prijs te betalen.

Dat akkoord was het gevolg van een protest dat de producenten in beide naties tegen de lage cacaoprijzen hadden opgezet. Om hun eisen kracht bij te zetten, hadden beide landen hun leveringen opgeschort.

“Indien de cacaoproducenten een akkoord kunnen bereiken, moet dat ook voor koffie mogelijk zijn,” benadrukt Vanusia Nogueira, directeur van de Brazil Specialty Coffee Association. De koffieboeren erkennen echter wel dat een echte vergelijking niet voor de hand ligt.

Ghana en Ivoorkust hebben immers een krachtige onderhandelingspositie. Samen vertegenwoordigen deze twee landen meer dan 60 procent van de wereldwijde cacaoproductie. De koffiewereld heeft een totaal andere structuur. De wereldwijde koffiemarkt is twintig landen groter dan het internationale cacaogebied.

“Arabica vertegenwoordigt iets meer dan 60 procent van de wereldwijde koffie-export,” verduidelijkt Silas Brasileiro, voorzitter van de Braziliaanse National Coffee Council. “Een gebrek aan discipline bij de arabica-telers zou dan ook de eensgezindheid kunnen ondermijnen. De klanten zullen naar de meest voordelige prijzen blijven zoeken.”

Stadsvlucht

In mei dit jaar was de prijs voor arabica-bonen op de Intercontinental Exchange (ICE) teruggezakt tot een bedrag van minder dan 0,9 dollar per pond. Inmiddels is de prijs opnieuw boven het niveau van 1 dollar gestegen, maar begin dit decennium betaalden klanten nog een prijs van bijna 3 dollar.

Vele koffieboeren zeggen dat de productiekost inmiddels hoger ligt dan de prijzen die op de markten voor de bonen worden betaald. Die problemen hebben zelfs veel koffieproducenten aangezet om op andere teelten over te stappen. Anderen moeten beslissen hun plantages achter te laten en naar de steden te trekken. In Centraal-Amerika maken vele koffieboeren de keuze om de emigratie-stroom naar de Verenigde Staten te vervoegen.

“De lage koffieprijzen verhinderen de boeren om voldoende in de zorg van hun plantages te investeren,” zegt Juan Esteban Orduz, voorzitter van de Colombian Coffee Federation. “Velen hebben ook geen middelen meer om hun kinderen onderwijs te laten volgen. Het is vaak zelfs een grote uitdaging om voldoende voeding voor het gezin te kopen. In vele landen lijden de koffieboeren honger.”

Vorig jaar stuurden koffieboeren uit meer dan dertig landen een gezamenlijke noodkreet naar meer dan twintig grote koffiekopers. Ze hebben naar eigen zeggen op die brief echter alleen een antwoord met medeleven ontvangen. Een hogere koffieprijs kon niet worden bedongen.

Een aantal grote opkopers zegt daarbij echter dat een individuele partij machteloos is. Om resultaten te kunnen bereiken moeten volgens hen collectieve maatregelen worden genomen.

Meer