Een handelaar is verplicht tot 50 afzonderlijke muntstukken te aanvaarden voor één enkele betaling. De regel is geldig in België, net als in alle 27 andere landen van de Europese Unie.

De regel werd ingevoerd bij de publicatie van een Europees reglement met betrekking tot de invoering van de euro. Artikel 11 luidt dan: “Behalve de uitgevende autoriteit en personen die specifiek in de nationale wetgeving van de uitgevende lidstaat zijn aangewezen, is geen enkele partij verplicht voor één betaling meer dan vijftig muntstukken te aanvaarden.”

Wanneer met bankbiljetten wordt betaald bestaat er geen limiet op hun aantal. Met andere woorden, een handelaar kan nooit bankbiljetten weigeren, wat ook hun aantal is. Elke handelaar is dus verplicht uw eurobiljetten en muntstukken te aanvaarden. De enige uitzondering zijn biljetten en stukken die in slechte staat zijn of waarvan wordt verondersteld of vastgesteld dat ze vals zijn.

Toch mag een handelaar een betaling weigeren indien hij over onvoldoende wisselgeld beschikt om het aankoopbedrag te vereffenen. Hij kan de betaling eventueel wel aanvaarden zonder wisselgeld terug te geven, indien de koper daarmee instemt. De wet bepaalt dat het de koper is die met gepast geld moet betalen.

Maximaal toegelaten bedrag in cash verschilt per land

De Belgische wet voorziet nochtans een beperking van 3.000 euro voor cash betalingen. Opgelet: dit bedrag is niet in alle EU-landen van toepassing. Zo mag in Frankrijk maximum 1.000 euro in baar geld worden betaald. In Nederland is dat nog 10.000 euro per transactie, maar onze noorderburen brengen dat bedrag in 2021 terug naar 3.000 euro. In de meeste andere Europese landen geldt een bovengrens van 7.500 euro.

Cash betalen wordt ondertussen alsmaar moeilijker. Werd in april 2012 in ons land beslist om het maximumbedrag voor een betaling in cash aan een handelaar te verlagen van 15.000 euro naar 5.000 euro, dan werd dat bedrag in 2014 verder verlaagd naar 3.000 euro. De maatregel zou kaderen in de strijd tegen het witwassen van geld en fiscale fraude.

Overstijgt het bedrag van je aankoop de 3.000 euro, dan betaal je de som die boven de 3.000 euro verplicht met bankkaart of overschrijving . Die limiet geldt zowel voor de aankoop van goederen als dienstverleningen. Ook kan je de regel niet omzeilen door bijvoorbeeld een voorschot van 3.000 euro cash te betalen en het saldo op een later tijdstip met cash te vereffenen. De wet beschouwt beide betalingen als één enkele transactie.

Uitzonderingen bevestigen de regel

Toch zijn er een paar uitzonderingen. Zo is de limiet niet van toepassing bij betalingen tussen privé-personen.  Wie een tweedehands auto koopt van een particulier, mag die som volledig in cash betalen. Ook wie geld op een bankrekening wil zetten, is niet beperkt qua bedrag. Een andere uitzondering, maar in omgekeerde richting, zijn vastgoedtransacties. Daar is betaling met cash geld sinds 2014 volledig verboden.