Veel gegadigden, (te) weinig ministerposten voor De Wever om iedereen gelukkig te maken

De N-VA wikt en weegt in de onderhandelingen voor de Vlaamse regering. Die wordt gevoerd met één oog op het federale spel: het is duidelijk dat de N-VA bijzonder graag straks opnieuw beleid maakt. Die gretigheid heeft zeker te maken met de persoonlijke ambities bij N-VA: een pak mensen droomt van een ministerpost.

Kabinetten zijn in de politiek als de verboden vrucht: wie er ooit van heeft geproefd, is nooit meer dezelfde. Macht is nu eenmaal verslavend. En een menselijk aspect speelt natuurlijk ook: voor een pak personeel gaat het om hun job, om hun inkomen en prestige.

“De drang om opnieuw die kabinetten te bevolken is groot, ook federaal. Dat voel je aan alles. Maar al onze federale cabinettards nu plots op het Vlaamse niveau gaan onderbrengen, dat gaat niet. Dus heel veel stemmen duwen in die richting”, zo weet een ervaren N-VA’er.

En natuurlijk zijn er de ‘ministeriabelen’ zelf: de kopstukken die in aanmerkingen komen om straks een ronkende titel, een chauffeur met wagen en een kok op het kabinet te krijgen. Verschillende bronnen bij de Vlaams-nationalisten bevestigen dat een pak mensen rondloopt met die ambitie.

Op dat vlak is de N-VA in speltempo verveld van kleine zweeppartij tot heus machtsblok, waarbij interne rivaliteit uiteraard speelt. Die zit vaak regionaal: elke provincie mag op één of andere manier rekenen op vertegenwoordiging. Het is dus vooral kijken wie vanuit welke provincie een post krijgt.

Jambon moet hoe dan ook minister worden

Jan Jambon (N-VA)
Jan Jambon

Voor de hand ligt dat bij de uittredende ministers er kandidaten zijn. Eén naam lijkt al vast te liggen: Jan Jambon, (N-VA) die tijdens de campagne kandidaat-premier was, maar nu nadrukkelijk genoemd wordt om de Vlaamse regering te gaan leiden. De kans dat hij oppositieleider wordt op federaal niveau, is klein. Jambon z’n talent zit in besturen en vooral daarover zeer goed communiceren. Als federaal de partij toch in de oppositie zou belanden, zou het fractieleiderschap eerder voor Theo Francken (N-VA) zijn.

Maar uiteraard heeft het goudhaantje van de N-VA ook wel nog ambities als minister. Zijn oude droom, het departement Onderwijs, zou niet overwogen worden: een overstap naar het Vlaamse niveau is geen scenario dat circuleerde binnen de partij de afgelopen tijd. Anderzijds: als Francken zelf wil, dan kan ook hij naar de Vlaamse regering. Maar voor Vlaams-Brabant is er natuurlijk ook Ben Weyts (N-VA). Die haalde niet de score van Francken, maar wel een sterk resultaat.

Wat met Homans?

De kans dat Weyts dus terugkeert als Vlaams minister is erg groot. Voor Geert Bourgeois (N-VA), die naar Europa trekt, loopt het af. Eveneens voor Philippe Muyters (N-VA), voor wie nog een topjob gezocht wordt. Liesbeth Homans (N-VA) is het grote vraagteken. Vandaag is ze minister-president, als invaller na het vertrek van Bourgeois. Zelf heeft ze al openlijk gezegd te willen terugkeren als minister.

Bart De Wever
Bart De Wever (N-VA) – epa

Maar evident is dat niet. In Antwerpen is er al Jambon, maar mogelijks stapt De Wever straks zelf ook in een Vlaamse, of eerder federale coalitie. Onvermijdelijk komt er straks aan de N-VA-voorzitter de vraag, als er onderhandelingen federaal volgen, om geen ‘schaduwpremier’ meer te spelen, maar vol aan de bak te gaan.

Vraag is of daarnaast Homans terugkomt. Naast Jambon en De Wever nog een Antwerpse minister: dat is misschien wat te veel van het goede. Zeker omdat het parcours niet vlekkeloos was. Andere provincies azen ook op die posten.

Zo is er de kwestie van een Brussels minister. In de Vlaamse regering moet minstens één iemand uit Brussel komen. Als N-VA die post moet leveren, komt de naam Cieltje Van Achter (N-VA) naar voren. Volgens ingewijden is haar schoonvader, Geert Bougeois, alvast bijzonder hard aan het lobbyen.

Een logische naam die zeker valt is Zuhal Demir, voor Limburg. Zij trok de Vlaamse lijst in haar provincie, en claimt alvast voor haar gouw een stek. Dat geldt eigenlijk ook voor Matthias Diependaele, die als Vlaams fractieleider uitstekend werk leverde de afgelopen vijf jaar. Hij kan Oost-Vlaanderen perfect de ministerpost geven waar zijn provincie recht op heeft, en hij kan een nieuwe generatie N-VA’ers als degelijke beleidsmakers een gezicht geven.

Die vier namen, Jambon, Weyts, Demir en Diependaele, zijn de meest logische kandidaten voor een Vlaamse ploeg. Maar zeker is het allemaal niet, daarvoor moet eigenlijk de volledige puzzel gekend zijn.

Wat met het federale niveau?

Geert Bourgeois (N-VA): steun voor Cieltje Van Achter (N-VA).

Federaal blijft er grote onduidelijkheid of N-VA er in komt. Maar als dat het geval is, kan iemand als Sander Loones beginnen dromen. De West-Vlaming was de volle 28 dagen ooit minister van Defensie, maar is een certitude als de N-VA federaal in een regering stapt. Zijn provincie heeft nog niets ‘gekregen’ qua post. Een mogelijkheid is dat Wilfried Vandaele Vlaams parlementsvoorzitter blijft, maar de burgemeester van De Haan is als 60-jarige nu niet meteen een wissel op de toekomst. West-Vlaanderen heeft een gezicht nodig, zoveel is duidelijk.

Ook Francken is een logische naam, op een zwaardere portefeuille dan Asiel en Migratie dan. De vraag geldt hier over Johan Van Overtveldt terugkeert. Zijn parcours was niet foutloos, de bedoeling was net om de N-VA 100 procent geloofwaardigheid op vlak van degelijk financieel bestuur te geven. Mogelijk schuift iemand anders in.

Maar er zijn er nog wel meer die toch in stilte dromen van een post. Zo is er Valerie Van Peel, die ondervoorzitter werd van de Kamer. Ze is jonger, communicatiever, en scoorde bovendien electoraal net iets beter dan Homans. En ook Anneleen Van Bossuyt, de nieuwe kopvrouw van N-VA in Gent, zou wel wat profiel kunnen gebruiken. En uiteraard zijn er daarnaast een hele reeks ‘vakparlementsleden’, zoals bijvoorbeeld een Koen Daniëls, of een Andries Gryfroy, die zelf in stilte dromen om een keer als minister beleid te maken. Maar het beeld is ondertussen wel duidelijk: het is drummen aan de top bij N-VA.

Meer