Afscheid van de vechtregeringen: iedereen wil nieuw kibbelkabinet vermijden

Opvallend is één rode draad in wat de verschillende onderhandelende partijen blijven zeggen: “Geen ruzie meer maken”. Het trauma van de zogenaamde ‘kibbelkabinetten’ moet omgebogen worden in harmonieuze coalities die de rangen sluiten. Dat beloven N-VA, CD&V en Open Vld plechtig. Maar hoe geloofwaardig is dat?

Het was misschien wel het belangrijkste wat voormalig premier Yves Leterme (CD&V) te zeggen had over de coalitievorming. Want de Ieperling bleef duidelijk op de vlakte over wie en wat, en wilde zich nauwelijks uitspreken over het hele proces.

Maar één duidelijke boodschap gaf hij wel mee: zijn partij kan zich onmogelijk opnieuw gedragen zoals ze dat de afgelopen vijf jaar deden in de Zweedse coalities. Leterme sloeg daarmee openlijk een ‘mea culpa’ voor zijn CD&V, die er on the record niet komt vanuit de partijtop van de christendemocraten. Voor de schermen wordt met name Kris Peeters (CD&V) z’n houding als verzetsleider tegen N-VA in de Zweedse coalitie verdedigd: “Dankzij ons was er tenminste sociaal en humaan beleid”.

Maar achter de schermen krijgt de analyse van Leterme veel bijval, ook bij CD&V. Meer nog, wat Leterme openlijk stelde, valt bij elke voormalige partner van de Zweedse coalitie te horen: openlijk ruzie maken, zoals dat vijf jaar lang gebeurde in Michel I en Bourgeois I, “dat kan echt nooit meer”. Tussen de top van N-VA en CD&V is het daarover de afgelopen weken ook gegaan: beiden zijn het eens dat, als ze samen opnieuw in zee gaan, de samenwerking structureel beter moet.

Drie Vlaamse partijen in Zweedse coalitie: drie verliezers

“We hadden nooit alle drie de verkiezingen moeten verliezen. Maar we hebben een deel onze eigen ruiten ingegooid, door permanent vechtend over straat te rollen. Dat het deze keer anders moet, is overduidelijk”, zo is ook bij de top van Open Vld te horen. Ook de liberalen lieten zich niet onbetuigd de afgelopen jaren, in conflicten zoeken met coalitiepartners. Maar die schermutselingen waren niet vergelijkbaar met de permanent conflictueuze relatie tussen N-VA en CD&V. De verhoudingen tussen de voormalige kartelpartners verziekten zodanig dat het bijna omsloeg in openlijke haat.

Wouter Beke (CD&V)
CD&V-voorzitter Wouter Beke.

Grote vraag is of die relaties nu gelijmd kunnen worden. Bij de N-VA zijn ze ervan overtuigd dat CD&V met hen in 2014 in een coalitie stapte “om de Vlaams-nationalisten eens goed in bad te trekken”. De CD&V-top voorspelde daarbij grote moeilijkheden voor de N-VA: zouden ze als bestuurders zich recht kunnen houden, en vooral, zouden ze de interne spanning rond het uitblijven van een communautaire agenda overleven? Bij de christendemocraten werd in stilte gedroomd van een implosie voor de N-VA, waarna CD&V haar ‘rechtmatige plaats’ als leider van het Vlaamse politieke landschap opnieuw zou opnemen.

“Dromen ze er nog steeds van ons kapot te maken?”

“Ze hebben zich compleet misrekend. Vraag is of ze nu nog steeds ervan dromen ons kapot te maken, of ze hun voormalige arrogantie echt hebben afgezworen. In de onderhandelingen lijkt het er wel op alsof ze het begrepen hebben, maar voor ons blijft dat een erg grote gok”, zo valt binnen N-VA te horen.

Bij CD&V zelf wordt ondertussen wat lacherig gedaan over de “wanhopige houding” die waarnemers hen toedichten. Ze rekenen erop dat men bij N-VA ook kan tellen: een Bourgondische coalitie heeft Vlaams volgens hen gewoon geen werkbare meerderheid. Twee zetels is te krap, om net die stabiliteit en rust te geven, die iedereen blijkbaar wil. Zweeds kan dat wel, dan is er een ruime meerderheid, en blijkbaar de loutering na een ontspoorde eerste legislatuur.

Dat De Wever al z’n tijd neemt, en heel grondig de formateursnota bespreekt en bijvijlt, heeft alles te maken met die drang om het deze keer anders te doen. Goede afspraken maken goede vrienden, zo luidt het adagium. Maar dat sp.a, Open Vld en CD&V ondertussen tegen mekaar worden uitgespeeld, leidt wel tot irritatie bij zeker die laatste twee.

Zowel bij Open Vld als CD&V is daarover wat tegenstrijdige communicatie: partijbureaus worden voorzien na het weekend, maar dat betekent niet dat beide partijen zeker zijn dat ze erbij zijn. En tegelijk stuurde Open Vld het signaal dat ze “samen uit, samen thuis” willen, net als de sp.a: de Vlaamse liberalen stappen niet in een federale regering, als ze er Vlaams uitvallen. Alleen is dat nu niet meteen een forse dreiging voor de N-VA. Integendeel: de Open Vld heeft eerder de sleutel in handen om federaal net een coalitie te vormen zonder Bart De Wever, met name paars-groen. Alleen hebben de Vlaamse liberalen al aangegeven dat ze absoluut niet met Ecolo willen regeren. Om maar te zeggen: de puzzel ligt zodanig complex, dat dreigementen zoals die van Open Vld, soms ongewenste gevolgen hebben.

Meer