Direct naar artikelinhoud
Sterrenkunde

Het zwarte gat in het centrum van de Melkweg schijnt plotseling veel helderder. Niemand weet waarom

Eerder dit jaar maakten astronomen deze foto van het megazware zwarte gat in sterrenstelsel Messier 87. Dit gat staat duizendmaal verder weg dan Sagittarius A*, dat in het centrum van ons thuissterrenstelsel hangt.Beeld Event Horizon Telescope

Het zwarte gat in het centrum van de Melkweg werd in een tijdsbestek van twee uur eensklaps 75 keer zo helder. Nooit eerder was het gat - waar de zon in een baan omheen draait, zoals de aarde dat doet om de zon - zó fel. Sterrenkundigen staan voor een raadsel.

Een ongewoon felle fonkeling, diep in het kosmisch duister. Dat is wat Amerikaanse astronomen plotsklaps zagen, toen ze de hemel bestudeerden met de Keck-telescoop in Hawaï. In een nieuw vakartikel beschrijven zij hoe ze na analyse tot hun stomme verbazing ontdekten dat die fonkeling afkomstig was van het normaal veel minder heldere zwarte gat Sagittarius A*. Dat gulzige monster  woont in het midden van ons sterrenstelsel, de Melkweg.

‘Een soort kosmisch onweer’, noemt astronoom Heino Falcke (Radboud Universiteit), zelf niet bij het onderzoek betrokken, de plotselinge toename in helderheid. Hoewel het zwarte gat wel vaker onstuimig is, legt deze uitschieter volgens hem de vinger op de zere plek. ‘Dit was de helderste flits die mensen ooit bij Sagittarius A* hebben waargenomen’, zegt Falcke. Het is een teken hoe weinig we nog van het gedrag van zwarte gaten weten. ‘Hoe sterker dit soort fonkelingen zijn, hoe extremer de omstandigheden die je nodig hebt om ze te maken.’

Technisch gesproken is het overigens niet het zwarte gat zélf dat schittert. Zwarte gaten zijn voorwerpen met zo’n waanzinnig sterke zwaartekracht dat zelfs het licht niet aan hun ijzeren grip kan ontsnappen. Het materiaal dat bij zo'n gat in de buurt hangt, maar (nog) niet is verzwolgen, wordt door die zwaartekracht flink door de mangel gehaald.  Zo flink dat het spul bloedheet wordt en begint te stralen.

Twitter bericht wordt geladen...

Volgens Falcke is het nog onduidelijk wat de huidige uitschieters precies veroorzaakt. Zo weet niemand nog of het een eenmalige gebeurtenis is, of dat er iets structureel met Sagittarius A* aan de hand is. ‘Vergelijk het met een heleboel hete dagen, zoals we deze zomer hebben gehad’, zegt Falcke. ‘Is dat een toevallige uitschieter? Of verandert het klimaat? Op basis van één jaar kun je dat niet zeggen. Daarvoor heb je meetgegevens van járen achter elkaar nodig. Net zo kunnen we op basis van een paar felle flitsen nog niet zeggen wat er aan de hand is.’

Mogelijke verklaringen zijn er genoeg. Zelf opperen de onderzoekers dat het misschien ligt aan de ster SO-2, die vorig jaar vlak langs het zwarte gat scheerde. Die ster heeft mogelijk het materiaal dat als een deken om het zwarte gat hangt opgeschud, waardoor het feller is gaan stralen.

Ook zou het kunnen dat Sagittarius A* een langsvliegende gaswolk heeft verorberd. Bij die schranspartij is dan een gedeelte van het materiaal ontsnapt, samengeperst en licht gaan geven. ‘Alleen heb je wel zo'n supermonsterhoeveelheid materiaal nodig om het gat 75 keer zo helder te maken, dat ik daar niet erg in geloof’, zegt Falcke.

Hij vermoedt daarom dat de invloed van het zwarte gat op het materiaal er omheen op de een of andere manier sterker is geworden. ‘Ik denk niet dat het gat meer is gaan eten. Hij is het voedsel dat hij al tot zijn beschikking had alleen efficiënter gaan koken’, zegt Falcke. ‘Maar hoe dat natuurkundig werkt? Dat weet nog niemand.’