Direct naar artikelinhoud
ColumnDe Schaal van Mulders

Ik zuig vliegjes op bij dozijnen. Het werkt voortreffelijk en het is nog fijn om te doen ook

Jawel, de fruitvlieg lijkt veel op de mens. ‘Ze hebben nieren, een darm en een hart. Maar ook de hersencellen zijn bijna hetzelfde als die van de mens.’Beeld BELGAIMAGE

Jean-Paul Mulders onderzoekt alles wat u bij de hersenkwabben kan grijpen.

In de krant staat dat de droogte Vlaamse huizen doet barsten en dat het gebruik van slaap- en kalmeerpillen alarmerend hoog blijft. De wereld zit vol zorgen, maar mijn eigen first world problem is de strijd tegen de fruitvlieg. Dat is een plaag in mijn ­keuken sinds de hitte van enkele weken geleden. Ze wolken op uit de vuilnisbak en boven de appels, die je volgens de volksmond niet mag ­vergelijken met peren.

De fruitvlieg (aka bananen- of azijnvlieg, wetenschappelijke benaming Drosophila melanogaster) is een zogeheten modelorganisme dat op grote schaal gebruikt wordt in de genetica. Ze is goedkoop te kweken op een ­suikerhoudende voedingsbodem en plant zich sneller voort dan konijnen.

In tegenstelling tot konijnen, heeft de mens veel te danken aan de fruitvlieg. Ze is van levensbelang bij onderzoek naar ziektes zoals alzheimer, parkinson en kanker. “Het klinkt een beetje raar,” zegt een hoogleraar celbiologie, “maar de mens en de fruitvlieg lijken veel op elkaar omdat we hetzelfde ­gebouwd zijn. Een fruitvlieg heeft net zoals een mens nieren, een darm en een hart. Maar ook de hersencellen van een fruitvlieg zijn bijna hetzelfde als die van de mens.”

Maar het is niet omdat iets op ons lijkt, dat wij er niet vanaf willen – dat heeft de geschiedenis van de mensheid vaak genoeg bewezen. Op internet vind je honderden pagina’s met informatie over de bestrijding van de fruitvlieg. Een onschatbaar voordeel van de mens tegenover de fruitvlieg, is dat de mens kan overleggen hoe van de fruitvlieg af te raken, terwijl fruitvliegen niet kunnen overleggen hoe van de mens af te raken – wat voor de planeet ongetwijfeld gunstiger zou zijn.

Gouden tip

Ik verzadig mij met kennis en probeer van alles. Schaaltjes met azijn en vloeibaar afwasmiddel lijken niet zo geweldig goed te werken. Onhandig zijn papieren trechters die je op een fles moet zetten om vliegjes naar binnen te lokken. Ik kan echter hardnekkig zijn in die dingen. Ik lees voort tot ik de oplossing heb gevonden.

Iemand schrijft dat je fruitvliegjes gewoon kunt opzuigen met de stofzuiger. Dat lijkt op het eerste gezicht raar, maar het blijkt de gouden tip te zijn. Zelfs het ding met de knullige naam kruimeldief ontpopt zich als een ­superwapen als het aankomt op de bestrijding van Drosophila melanogaster. Ik zuig vliegjes op bij dozijnen: als ze zijn neergestreken, maar ook in volle vlucht als ze proberen te ontsnappen. Het werkt voortreffelijk en het is nog fijn om te doen ook, ongeveer op de manier waarop apen een onzegbaar plezier beleven aan vlooien.

Die avond pak ik een nectarine uit een fruitschaal die volmaakt fruitvliegvrij is. Mijn kop is zo triomfantelijk als die van Mr. Bean die kan voorsteken in een wachtrij.

De televisie speelt, een kwaakstem maakt reclame voor vaatwastabletten met antidofheidstechnologie. Antidofheid, denk ik schamper. Op FOD’s en aan hogescholen, in cafés en troosteloze kazernes: overal zitten mensen op glans in hun doffe bestaan te wachten. Maar om dat nu als tablet en mijlpaal van menselijk vernuft te verpakken?

Ze zouden je iets wijsmaken, onder het mom van de wetenschappen.