Direct naar artikelinhoud
Pukkelpop

RECAP - Pukkelpop, dag 3: hiphop op bonzende mastodontpoten

Anderson .Paak and The Free Nationals op Pukkelpop 2019Beeld Koen Keppens

Zondag begon met een sterk optreden van Ertebrekers , maar ontplofte pas helemaal toen Billie Eilish - de échte headliner - ‘s middags op het hoofdpodium stond. Het was duidelijk dat een groot deel van de wei speciaal voor haar naar Kiewit was afgezakt. ‘s Avonds wonnen ook Anderson .Paak en Kate Tempest zieltjes met uitstekende optredens. Herlees de liveblog van de avond hier.

Live

  1. The National: ravages, relaties en ravijnen ★★★★★

    Gouden zet van The National om de fans te laten beslissen over de songs voor dit twintigjarige jubileumconcert. Zo beleefden ze niet alleen de aanloop extra intens, ook tijdens de show zat iedereen tussen elk nummer door gespannen af te wachten wat zou volgen. Zodra ze intro’s herkend hadden, zagen we mensen elkaar highfiven: yes, dit spelen ze dankzij mij! Of zoals het klonk in ‘Rylan’: “Everybody wants to be amazing.”

    The National at Pukkelpop 2019 by Koen KeppensBeeld Koen Keppens

    Wat een opener trouwens: een nummer dat pas dit jaar op plaat belandde nadat het jarenlang had gesluimerd in de setlists van The National. Fans hebben er al kinderen naar vernoemd, maar of dat een goed idee is, kon je op basis van de tekst betwijfelen. Zeker, er sprak tederheid uit, maar tegelijk hintten de lyrics naar zelfmoord en leek die Rylan iets vreselijks te hebben uitgehaald – of was hij het van plan.

    Nu ja, bij deze band zitten duisternis en dubbelzinnigheid altijd mee op de achterbank, en in de volgestouwde Marquee bleek ‘Rylan’ evengoed een archetypische National-song: klein beginnen, met een bijna mechanisch ritme van de broers Scott (bas) en Bryan (drums) Devendorf, om dan laagje per laagje toe te voegen tot er iets monumentaals ontstaat. In de handen van mindere goden zou zoiets een trucje kunnen worden, maar het knappe bij The National is juist dat ze telkens iets anders in de constructie uitlichten.

    Zo was Bryan Dessner in ‘I Need My Girl’ met twee gitaren in de weer, één om zijn hals en één die hij Thurston Moore-gewijs over de grond sleepte. Wie het ongemak in deze song – ‘wat in je hoofd omgaat’ versus ‘wat je aan je medemens toont’ – niet uit de tekst haalde, kreeg het via de gitaarnoise wel mee. In ‘Conversation 16’ onderstreepten mistroostige blazers en de zang van Kate Stables het gevoel van een relatie die uit je handen glipt, en in ‘England’ deden ze hetzelfde met het idee dat er altijd een onoverbrugbare afstand blijft tussen jezelf en een ander. Dat thema keerde terug in het prachtige ‘Light Years’ uit het recente I Am Easy to Find, meteen een bewijs dat het publiek de band blijft volgen én feilloos de pareltjes uit zijn platen vist.

    The National at Pukkelpop 2019 by Koen KeppensBeeld Koen Keppens

    Matt Berninger mocht dan wel zingen over ravages van relaties en ravijnen tussen mensen, zelf deed hij er opnieuw alles aan om zijn fans zo dicht mogelijk bij zich te krijgen. Stond hij hen niet schreeuwend aan te moedigen (zowat elk nummer), dan dook hij wel het publiek in (‘Mr. November’) of hing hij over de eerste rijen te zingen (‘Terrible Love’). Het blijft trouwens een opmerkelijke metamorfose: van mensenschuwe neuroot die niet op een podium kon functioneren zonder een fles rood leeg te drinken (niet toevallig haalde ‘All the Wine’ de set), ontpopte Berninger zich tot een volksmenner die à la Nick Cave op zijn fans leunt. Die fans bleken trouwens van het bescheiden type – als ze Berningers microfoonkabel mochten vasthouden tijdens zijn excursie in het publiek, waren ze al bij.

    Het is juist dat Berningers nieuwe rol – in ‘Bloodbuzz Ohio’ hing hij het kalf uit, zodat niemand in de tent zich nog moest generen – wat van de vroegere spanning en onvoorspelbaarheid wegnam, maar je kreeg er véél voor terug. Wie in de Marquee zijn pijnlijke volwassenwording van zich afbeet in ‘Mistaken for Strangers’, of meezong met doorbraaksong ‘Fake Empire’ (opgedragen aan de crew) en de onversterkt gebrachte setsluiter ‘Vanderlyle Crybaby Geeks’ weet wat we bedoelen: The National weet van massamomenten toch intieme gebeurtenissen te maken, waarbij iedereen zijn eigen twijfels en misère projecteert op Berningers teksten.

    Trouwens, ook al hadden de fans een haast perfecte greatest hits samengesteld, toch zaten er nog verrassingen in de set. Zo waren we helemaal vergeten hoe hard ‘This Is the Last Time’ in je nekvel kan bijten (“Oh, but your love is such a swamp / You don't think before you jump / And I said I wouldn't get sucked in”), en hoe goed The National in zijn begindagen al kon zijn: ‘About Today’ bleek met zijn onrustige gitaartje een verborgen schat uit de oude Cherry Tree-ep (2004), en bood Berningers om iedereen in België te bedanken voor de jarenlange steun aan zijn band.

    Tot slot nog een pluimpje voor een officieus groepslid: Carin Besser, de vrouw van Berninger, die zijn teksten meeschrijft. Zij was er niet bij in Kiewit, maar ze zorgde wel voor de twee mooiste momenten van dit fabuleuze slotakkoord van Pukkelpop 2019. De hartverscheurende roman-in-drie-minuten ‘Carin at the Liquor Store’ werd aan haar opgedragen, en er was dat stukje ‘Slow Show’ waarin Aaron Dessners’ piano op de voorgrond trad en Berninger zijn vrouw toezong: “You know I dreamed about you / For twenty-nine years before I saw you.” Wereldklasse. (pc)

  2. Twenty One Pilots: wild, bombastisch, spectaculair ★★★☆☆

    Twenty One Pilots sloot Pukkelpop af met een wilde, bombastische, spectaculaire show: zanger Tyler Joseph en drummer Josh Dun staken een auto in de fik, kropen op de PA-toren en zwierden een drumstel in het publiek. Vraagt een mens zich af: wat als die andere negentien er óók nog eens bij waren geweest?

    20190818 Kiewit Belgium - Pukkelpop 2019 Twenty One PilotsBeeld Stefaan Temmerman

    Mensen die al een lening hebben lopen, zullen Twenty One Pilots wel nooit begrijpen: dit is muziek voor en door jonkies. Ze spelen niet één genre, maar alle genres. En telkens zoeken ze de grenzen op. De stukjes metal worden gescreamd, de raps flitsen aan Eminem-tempo, de ballads krijgen als intro ‘Für Elise’ van Beethoven. De legende wil dat Twenty One Pilots ooit eens een sliertje subtiliteit in hun studio hebben ontdekt, en dat ze toen voor de veiligheid maar meteen het hele kot hebben platgegooid met een bulldozer.

    Dat ‘Fast & Furious’-achtige gebrek aan finesse zorgt er wél voor dat hun liveshows altijd rázend leuk zijn. Tijdens het eerste nummer - bij opkomst vielen er een paar meisjes, Billie Eilish-gewijs, in katzwijm - werd al letterlijk een Cadillac in de fik gestoken. Op een ander moment ging Tyler Joseph een durum bestellen aan de andere kant van het terrein, om terug op te duiken op het metershoge dak van de PA-tent. Zomaar! En Josh Dun vond het plots nodig om zijn op een grote plank gemonteerde drumstel op het publiek te zwieren en daar op de kickdrum te beginnen stampen: de arme jongen die daar vlak onder zat, zijn ze nog altijd aan het uitgraven. Moest er ergens een brandende hoepel voorhanden zijn geweest, de gasten hadden er zó door gesprongen als ze dachten dat dat het publiek zou entertainen.

    Soms was al dat heen-en-weergeloop wat véél. Na twee songs ging Joseph al een nieuw hemd aandoen, dat hij dertig seconden later over z’n hoofd drapeerde, om dan te kiezen voor een grote zonnebril en een ukelele - terwijl hij er met zijn vissershoedje echt al wel belachelijk genoeg uitzag. Er werd een trompet bovengehaald en na twee noten weer weggestoken. Stukje piano en dan iets anders: muziek aan de snelheid van een Tinder-swipe. Er waren dansers in hazmat-pakken en gasmaskers, maar wie net met z’n ogen knipperde, heeft ze waarschijnlijk niet gezien... Terwijl: er hoeft heus niet élke minuut iets nieuws te gebeuren om de aandacht van een publiek vast te houden: soms volstaat het om gewoon te spélen. Vraag maar aan opa!

    20190818 Kiewit Belgium - Pukkelpop 2019 Twenty One PilotsBeeld Stefaan Temmerman

    Want als er, zo af en toe, tussen de trommels en de confetti, een streepje muzíék weerklonk, dan viel meteen op dat Twenty One Pilots al veel straffe songs op hun conto hebben, én dat ze die opzwepend kunnen brengen. Wat kon je afdingen op ‘The Hype’, ‘Jumpsuit’, ‘Stressed Out’, ‘Ride’ of ‘Chlorine’? Als je zulke singles hebt, is het toch ook niet nodig om terug te grijpen naar easy wins als ‘Seven Nation Army’ of ‘Bad Boys for Life’? En dan zwijg ik nog over dat stukje Dimitri Vegas & Like Mike dat de sfeer brak op het moment dat ze écht op dreef waren. Alsof uw lief tijdens het vrijen opeens zou zeggen: ‘En nu tijd voor het schuurpapier!’

    Als het afsluitende vuurwerk, dat een einde maakte aan vier dagen ontucht op industriële schaal en uw dienaar moe maar voldaan terug naar het rusthuis stuurde, bij één groep paste, dan wel deze. Kleurrijk, stemmig, vol ontploffingen.

    Twenty One Pilots: het optreden was goed, de show was beter. (vvp)

  3. Jeff Mills & Tony Allen: beatpioniers besnuffelen elkaar ★★★☆☆

    De ene zag er in zijn strakke pak uit als Geoffrey, de butler in The Fresh Prince of Bel-Air, de andere leek met zijn malle hoedje een senior die de stadsduiven gadeslaat van op het balkon van zijn serviceflat. Maar samen vertegenwoordigden Jeff Mills (59) en Tony Allen (79) in de Castello wel degelijk een indrukwekkend stuk beatgeschiedenis.

    Jeff Mills & Tony Allen, Pukkelpop 2019, Dag 4, zondag, Francis VanheeBeeld Francis Vanhee

    Een halve eeuw geleden klutste drummer Tony Allen in Lagos, Nigeria onder impuls van Fela Kuti jazz, funk, highlife, Yoruba en andere Afrikaanse stijlen bij elkaar tot een nieuw genre: afrobeat. Twintig jaar later was Jef Mills een van de uitbeenders die de Detroit techno aan zijn spartaanse reputatie hielp. En nog eens drie decennia verder stemden de heren hun grooves op elkaar af in Kiewit, waarbij de Franse jazztoetsenist Jean-Philippe Dary fungeerde als sfeerbeheerder en levende pitch-control.

    Dansen, dansen, dansen in de laatste uurtjes van Pukkelpop 2019? Ja, maar niet op het tempo van de duckfacedames en de blotebastbrigade: Allen en Mills serveerden geen beatsalvo’s met op tijd en stond een climax om de handjes bij in de lucht te gooien. Als ware pioniers bleken ze nog altijd de grenzen van hun geluid te verkennen: Allen roffelde losse ritmes uit de pols, Mills hamerde élke bas- en beatklank ter plekke uit zijn machinerie terwijl Dary warme Herbie Hancock-texturen speelde.

    Het was zoeken, aftasten en elkaar besnuffelen, maar na een halfuur had je ineens door dat Mills en Allen je al de hele tijd aan het dansen hadden – met de voeten in Lagos, het hoofd in Detroit en de rest van je lijf daar ergens tussenin zwalpend. Bleek dat de muziek ongemerkt crescendo was gegaan en blééf gaan. Waar die lekkere vibe nu vandaan kwam en waar hij precies naartoe ging, was onduidelijk – maak hier indien gepast de vergelijking met je eigen leven – maar dat je er nog even in wilde blijven hangen, was kristalhelder.

    En toen was het, vrij abrupt, voorbij. Een al te bruusk slot? Ach, wacht tot de maandagblues en de festivalfantoompijn je straks onverhoeds in de tang nemen. (pc)

  4. Johnny Marr: wie alles heeft, heeft geen reden om melancholisch te zijn ★★★★☆

    Een moeilijk door te komen wolk aan jeugdige nonchalance trok richting hoofdpodium, waar Twenty One Pilots op geheel bijdetijdse wijze een einde zou breien aan Pukkelpop 2019, maar wie door de jaren heen noodgedwongen een stukje van die jeugd had ingewisseld voor kwaaltjes als melancholie, stond ondertussen in de Club.

    In dat kleine uithoekje van de wei had zich namelijk een handjevol mensen verzameld die ettelijke decennia geleden een gat in het hart geprikt kregen door The Smiths: jongens die de liefde bezongen, maar altijd met de ellebogen naar buiten. Dat groepje mensen was gekomen om Johnny Marr te zien, de man die medeverantwoordelijk was voor hun geleden schade, want het was hij die de door een stervensadem gedragen verzuchtingen van Morrissey destijds die onsterfelijke gitaargalm geschonken had.

    Johnny Marr at Pukkelpop 2019 by Koen KeppensBeeld Koen Keppens

    Hoe het vandaag met Morrissey gaat, weet iedereen. Als hij geen optredens op het laatste nippertje schrapt, dan haalt hij koppen met een vervelende kramp in zijn rechterarm die hem er allesbehalve sympathieker op maakt. Het gevolg zou alleen maar sensatie en spot zijn, ware het niet dat met elke oprisping Morrissey weer een nieuw raam uitgooit bij mensen die vurig hoopten ooit The Smiths nog eens in levenden lijve te kunnen zien somberen. Het mocht niemand verbazen dat een groot deel van de opkomst in de Club bestond uit zulke mensen: natuurlijk zagen ze wel iets in de nummers die Johnny Marr gemaakt had in de vele jaren na The Smiths, en die verzameld staan op platen als ‘Playland’ en, recent nog, ‘Call the Comet’. ‘The Tracers’ bijvoorbeeld, dat als eerste de tent in werd gestuurd, of het nog nieuwere ‘Armatopia’: verdienstelijke nummers, maar het is deksels moeilijk om er details over op te diepen uit de paar krabbels die we hebben overgehouden aan Marrs optreden, omdat we tussen de twee, in grote letters, ‘Bigmouth Strikes Again’ gekrast hebben.

    Zo zou het wel vaker gaan: na ‘Armatopia’ volgde Marrs eigen ‘Hi Hello’, maar de herinnering daaraan blijkt bij het terugdenken overbelicht door ‘How Soon Is Now’, dat meteen erna kwam, en door hoe volwassen mannen voor onze ogen elkaar in de armen vielen bij die eerste wapperende gitaarnoten, en hoe ze in het refrein een verzuchting kwijt konden die ze elders angstvallig voor zich hielden: I am human and I need to be loved. Een uurtje later zou ‘This Charming Man’ zo een slagschaduw werpen over het nochtans uitmuntend gebrachte ‘Easy Money’ dat erna kwam, van al van Marrs solonummers als beste onthaald - misschien was dat omdat de euforie nog nazinderde.

    Het is vast een zegen en een vloek tegelijk, iets gemaakt te hebben dat levens kleur gegeven heeft - en vooral om daarna dan te willen blijven maken. Maar Johnny Marr stond goedgeluimd in de Club, en had zelfs zin in gedol toen hij vroeg om verzoeknummers. ‘Nee, ‘Enter Sandman’ ken ik niet’: stel je voor dat hij het wel gekend had. In ruil speelde hij een flard ‘Fly Like an Eagle’ van Steve Miller Band, met de belofte dat hij de volgende keer ook het refrein zou spelen.

    Aan het eind van het uur lag ‘There’s a Light That Never Goes Out’ te wachten, door Marr opgedragen aan iedereen die bij hem in de tent stond. ‘Maar aan niemand anders, niemand aan de andere podia, alleen jullie’: het klonk als een geheim, hoewel er hoegenaamd niets heimelijks is aan verlangen. Het is zelfs erg menselijk, net zoals het besef dat je soms overviel tijdens al die euforie die Marr wist op te roepen: niemand zingt Morrissey zoals Morrissey, zelfs Johnny Marr niet. Al was hij, ook op Pukkelpop, wel de beste vervanger die je je kon inbeelden. Je moest het er mee stellen, en dat lukte. Want wie alles heeft, heeft geen reden om melancholisch te zijn. (tr)

  5. Prophets of Rage: Make Pjoekelpop rage again ★★★★☆

    ‘Make Pjoekelpop rage again’: Prophets of Rage kwam op huisbezoek bij de samenleving, nam de temperatuur op, en noteerde koorts. Gelukkig lieten de heren ook een voorschrift achter: ‘Eén schop onder de kont, driemaal daags, herhalen tot beterschap optreedt’.

    Prophets of Rage is een groot deel Rage Against the Machine, een aanzienlijk deel Public Enemy en een deeltje Cypress Hill: drie groepen waarvan geen enkele ooit gevraagd zal worden om op de opendeurdag van hun plaatselijke politiekorps op te leuken. Die optelling leidt tot een zeldzame supergroep die wérkt, en wel omdat alle deelnemende partijen onderling afgesproken lijken te hebben dat hun gezamenlijke ego’s van ondergeschikt belang zijn vergeleken met de gemeenschappelijke vijanden die ze gezworen hebben te bekampen in hun in bloed ondertekende en vervolgens tot een blunt opgerolde beginselverklaring: lankmoedigheid, en laissez-faire in het licht van schaterende onrechtvaardigheid.

    20190818 Kiewit Belgium - Pukkelpop 2019 Prophets of RageBeeld Stefaan Temmerman

    Twee jaar geleden deed Prophets of Rage de Werchter-wei nog aan, en met die passage in het achterhoofd leek er in Pukkelpop niet bijster veel gemorreld aan de modus operandi: men neme een greep uit de indrukwekkende back catalogue van alle aanwezigen - gebràcht door alle aanwezigen - voege er één à twee nieuwe nummers aan toe (‘Unfuck the World’, voortgestuwd door een zich in het zweet werkende Tim Commerford, en ‘Heart Afire’), en men kijke toe hoe het resultaat vervolgens begint te bruisen tot het onvermijdelijk openknalt.

    Je vergeeft Prophets of Rage dat ze al enkele jaren toeren met dezelfde, voorlopig enige, langspeler, omdat, eerlijk is eerlijk, niemand écht gekomen is voor wat er op die langspeler staat. Niet als je - nog eens - leden hebt van én Cypress Hill én Rage Against the Machine én Public Enemy, en niemand van die drie groepen bovendien per dure advocaat aan de rest heeft meegedeeld dat ze verzet aantekenen tegen karaoke spelen met hun liedjes. Zo kwam het dat je Rage-klassiekers als ‘Take the Power Back’ en ‘Sleep Now in the Fire’ vooral op punt gebracht zag door Chuck D. en B-Real, heren van stand die respectievelijk de lage en de hoge registers onder elkaar verdeelden. Op ‘Bulls on Parade’ zat ook al geen beetje sleet, en ‘Bullet in the Head’ kwam zelfs in een grand cru-editie, met Tom Morello - de gitarist van een generatie - die zijn solo met de voortanden speelde, en al doende een doorkruiste swastika op de achterkant van zijn gitaar flashte. Tot voor enkele festivalseizoenen was het nog voor de hand liggend dat je geen nazi’s aftrok in het openbaar, maar anno 2019 is zo’n doorstreept hakenkruis plots opnieuw een statement. Op de voorkant van diezelfde gitaar: het bekende ‘Arm the homeless’, Morello’s eigen startnota voor benarde tijden.

    Maar de koek was mooi verdeeld, en dus mocht Public Enemy de inspiratie leveren voor het openingsnummer (‘Prophets of Rage’), en tijdens een aan hen opgedragen medley (‘Hand on the Pump’, Can’t Truss It’, ‘Insane in the Brain’) kreeg ook Cypress Hill de eer die hen toekwam. Het voortreffelijke ‘How I Could Just Kill a Man’ leek zelfs alsof het gewoon geschreven was voor Prophets of Rage, en werd door B-Real aangekondigd met ‘This is a very old joint, but we’re gonna smoke it’. Geen verrassing: de eerste joint waar B-Real z’n neus voor ophaalt moet nog gerold worden. Enige minpunt misschien, opgetekend door iemand die nu eenmaal betaald wordt om professioneel in de soep te pissen: die ‘Jump Around’ van House of Pain aan het eind van die medley, mét sitdown, was die nodig? Met zo’n weelde aan nummers met renommé stond het al bij al wat lullig, zulke clichés.

    Wie er twee jaar geleden bij was in Werchter, wist welk slotakkoord zou volgen - wie er niet bij was ook: ‘Killing in the Name’, ingeluid door een flard ‘Fight the Power’. Het nieuwe en het oude testament van burgerlijke ongehoorzaamheid, gebundeld en uitgebracht in een handige, onverwoestbare pocketeditie. Een groep als Prophets of Rage is een barometer: zolang ze op het hoofdpodium staan, is het nog niet overàl zwaarbewolkt. (tr)

  6. The Opposites: laveloze nachten ★★★★☆

    Eerder vanavond dwong Kate Tempest, onze favo talige donderwolk, ons om al onze hersencellen bijeen te schrapen die ze vlak daarvoor over de Castello had doen exploderen. Qua doelpubliek kan u met The Opposites - euh - niet méér opposite zitten.

    Maar goed, we laten ons er niet van betichten elitair te zijn, want breinloos, shirtloos, hulpeloos entertainment moet er óók zijn. Zoals u een reeks pintjes hondstrouw moet counteren met een friet: alles in balans.

    The Opposites, Pukkelpop 2019, zondag, dag ', Francis VanheeBeeld Francis Vanhee

    Over dat yinyang-gezever gesproken, The Opposites zijn een Laurel & Hardy-achtig Nederlands rapduo dat vijf jaar geleden splitte maar nu blijkbaar de liefde opnieuw in malkanders armen gevonden heeft. Zo schoon!

    Wie dus dacht dat we verlost waren van meezinghitjes als 'Broodje Bakpao' en 'Hey DJ' heeft het dus lekker mis - en eigenlijk maar goed ook. U liet zich gewillig meesleuren door de publieksmennerij van Sergio Quisquater-kaliber, we zagen plastic zakken bier rondgedeeld worden, koppels gemaakt en ontmaakt worden, en we hoorden een massaal zangkoor voor Jan Vertonghen, die blijkbaar enorme fan is van The Opposites.

    De ouderen van dagen stonden te duimpjedraaien bij The National en het écht jonge volk geeft intussen waarschijnlijk al geen fucks meer wat voor muziek er in hun oren gepompt wordt - case in point: er stond best wat volk bij Pan-Pot. Dan blijven enkel nog de circa-twintigers over die hun jeugd herbeleven, want The Opposites was de ultieme soundtrack voor zowat elke chirofuif van het afgelopen decennium. Zóveel meezingbare injecties nostalgie, zóveel ontblote basten, zóveel overenthousiaste hakkers, en zóveel crowdsurfers.

    U zocht een excuus om ranzig hard uit uw dak te gaan, en het haast agressieve enthousiasme van The Opposites was daar ronduit perfect voor. Niet-zo-stille-getuige: de vijftig meter opeengepakt publiek buiten de Dance Hall.

    Veel meer dan 'go, go, go' worpen The Opposites niet het publiek in, en er kwam ook niet veel meer dan 'woeeeee' retour. Niet dat u op andere concerten volzinnen, Sfinksraadsels, of Socratische dialogen joelt - en dat hoeft ook niet, zo op een zatte zondagavond.

    Pukkelpop loopt op haar laatste ranke benen, dus alle vrolijkheid is welkom. Ja, elk respijt van de onvermijdelijke vaarwel zouden we liefst in onze armen houden en dicht tegen ons aandrukken - ook als ze zo glibberig bezweet zijn als The Opposites. Niet ingewikkeld doen, joh. (jme)

  7. Connan Mockasin: gloedvol, charmant en rommelig ★★★☆☆

    'Dit is hun laatste concert van een hele lange tournee, morgen gaan ze naar huis. Misschien wordt het zelfs de allerlaatste keer dat ze in deze bezetting spelen,' kondigde Ayco Duyster in de Club Connan Mockasin aan. 'Geef hen een hartverwarmend welkomstapplaus, want ze zijn een beetje verlegen. En heel moe.'

    Connan Mockasin, Pukkelpop 2019, dag 4, zondag, Francis VanheeBeeld Francis Vanhee

    Het was inderdaad een (extra) lome Connan & band die we vandaag te zien kregen. Mockasin - in rolkraag en harembroek, en met zijn zonevreemde paardenstaart losjes over zijn schouder gedrapeerd - komt uit dezelfde afdeling fluitketels als Mac DeMarco en Ariel Pink. Mannen die de grens tussen wat ernst en wat bullshit is op een andere plaats leggen dan de rest van de bevolking. Een musician's musician, met (op zijn minst) drie platen die in bepaalde kringen zijn uitgegroeid tot halve klassiekers.

    Vandaag, in de Club, ging Mockasin tussen twee zanglijnen door altijd even op zijn stoel zitten. Ruim 60% van de set werd gevuld met instrumentale zijsprongen. 'Charlotte's Thong' en - notities kwijtgespeeld, maar ik denk - 'Faking Jazz Together' waren zowel gloedvol als charmant rommelig. Geen perfecte versies, maar wel telkens authentieke pogingen om de uitgang van de song zo goed mogelijk te vinden zonder hetzelfde te doen als de 569 vorige keren dat ze 'm speelden. Dat lukte de ene keer beter dan de andere.

    Tijdens een haperend maar mooi 'Forever Dolphin Love' ensceneerde de band een vuurgevecht met hun gitaren als dubbelloopsen. Tien seconden 'Wicked Game' bleek daarna de perfecte opmaat voor een uitgesponnen en ontroerend 'I Am the Man, That Will Find You'.

    Ze hebben hun rust verdiend, de sjarels.(fvd)

  8. Kelis: dikke duim ★★★★☆

    Ze zag er goed uit Kelis, in haar strakke wielrennersbroek en met haar terug weelderige afro, maar ze begon zo mak, en leek ook niet bijzonder goed bij stem. Van het op plaat zo zwoel swingende ‘Rumble’ bijvoorbeeld bleef in de Marquee niet veel meer over. Ze ging snel naar een handjevol klassiekers van haar magistrale debuut ‘Keleidoscope’, maar ook dat werd geen onverdeeld succes. ‘Get Along With You’, ‘Good Stuff’, ‘Caught Out There’, ‘Baby I Got Your Money’: herkenningsapplaus als ze eraan begon, maar de aandacht verslapte telkens snel.

    Kelis at Pukkelpop 2019 by Koen KeppensBeeld Koen Keppens

    De sfeer sloeg helemaal om toen Kelis aan een resem verrassende en deels in medley-vorm gegoten covers begon. Een wonderschoon ‘I Wanna Dance With Somebody’ van Whitney Houston, gevolgd door ‘Gravel Pit’ van Wu-Tang Clan in een mix met haar eigen ‘Milkshake’. ‘Smells Like Teen Spirit’, en een heerlijk ‘I Feel Love’ van Donna Summer en Giorgio Moroder. Toen ze daarna ‘Bounce’ speelde, de wereldhit die ze aan Calvin Harris te danken heeft, lag het publiek devoot aan haar voeten. Dikke duim voor Kelis. (jub)

  9. Yeasayer: Nostalgie naar vervlogen indie ★★★☆☆

    “Je mag die pancarte weer laten zakken want dát liedje kunnen we niet spelen”. Tja, verzoekjes hadden blijkbaar geen zin bij Yeasayer in de Club. Ook gesmeek om T-shirts viel in dovemansoren. Zijn Yeasayerfans echt zo verwend?

    Nu ja, de echte verwennerij kwam er met de songs: een loeiend ‘Madder Red’, een broos ‘Henrietta’: liedjes die spraken van een vervlogen indierockuniversum.

    Yeasayer at Pukkelpop 2019 by Koen KeppensBeeld Koen Keppens

    De New Yorkers reanimeerden de noughties alsof trap-hiphop en Billie Eilish nooit het levenslicht zagen. Dat nostalgietrucje werkte bij de beste songs (de meezingbare culthits, zeg maar) maar niet tijdens het kaf dat te weelderig tussen het koren groeide.

    Niet elke Yeasayersong is immers zo sterk als, pakweg, ‘O.N.E.’, waarvan de lang uitgesponnen versie nog veel weerklank bij de fans vond. We haalden ons hart op aan een passioneel ‘Sunrise’ en konden zelfs het nieuwe ‘Fluttering in the Floodlights’ smaken, maar op een handvol trouwe apostelen na bleef het publiek er maar beleefd bij staren. Dat was tien jaar geleden heel anders, toen Yeasayershows bij momenten als dolle reinigingsrituelen aanvoelden.

    ‘Ambling Alp’, ooit hun doorbraaksong, joeg niet verwonderlijk nog eens wat onvervalste opwinding door de tent en herinnerde ons aan hoe verrukkelijk verrassend Yeasayer ooit was.

    Een renaissance als die van Vampire Weekend is hen misschien niet gegeven, maar op Pukkelpop klonken de heren allerminst uitgeblust. (svs)

  10. Charli XCX: de Robyn van morgen ★★★☆☆

    Rock Werchter had Robyn, Pukkelpop heeft Charli XCX: de Robyn van morgen.

    Die twee resterende hersencellen die nog níét lagen te marineren in een badje van Cara Pils, hadden ook wel even een rustpauze verdiend, en dus maakte Charli XCX het niet al te ingewikkeld. Het opzet? Wie een booty had, moest ermee shaken.

    Charli XCX - goed bij stem, ondanks een griepje - is gespecialiseerd in wilde partysongs én introspectievere nummers die zich afvragen of ze in dat eindeloze uitgaansleven wel zichzelf kan zijn. Leuk, maar categorie twee werd voor de veiligheid maar thuis gelaten. Het waren veelal singles met een titel van één woord die in de Dance Hall goed gedijden: ‘1999’, ‘Lucky’, ‘Fancy’. Eén refrein klonk ‘boys, boys, boys,’ een ander ‘no boys, no boys, no boys’. Kon u zélf kiezen.

    20190818 Kiewit Belgium - Pukkelpop 2019 Charli XCXBeeld Stefaan Temmerman

    Stelden de stevigheid van de plankenvloer het meest op de proef: ‘I Love It’, beroemd geworden via Icona Pop maar geschreven door Charli, ‘Boom Clap’, en ‘Wannabe’ van de Spice Girls. Minder spul? Ik had liever ‘Sucker’ of ‘Break the Rules’ gehoord in plaats van ‘Focus’ of ‘Unlock It’. De béste songs waren de nieuwe: ‘Gone’ met Christine and the Queens, ‘Cross You Out’ met Sky Ferreira, ‘Blame It On Your Love’ met Lizzo. De plaat is voor september, en moet ervoor zorgen dat Charli tegen haar volgende passage de Dance Hall ontstegen is.

    Als Kate Tempest de regenbui was, dan was Charli XCX de opklaring. Tenzij The National er nog iets over te zeggen heeft, mag Pukkelpop gelukkig afsluiten in volle zon. (vvp)

  11. Kate Tempest: spuwen en vuren ★★★★★

    Ze zong over ketamine bij het ontbijt, nachtelijke escapades die de pijn van het zijn moeten verzachten, en racisten die dronken boertjes laten op de trein. Pas maar op, Pukkelpop: Kate Tempest ként u.

    Kate Tempest, Pukkelpop 2019, zaterdag, dag 4, Francis VanheeBeeld Francis Vanhee

    Toen ik haar een paar maanden geleden sprak, zat Kate Tempest nog met de handen in het haar. ‘Moet ik deze zomertournee hetzelfde doen als in mijn zaalshows, of moet ik tegemoet treden aan de noden van een festival?’ Ze heeft voor optie twee gekozen, maar denk nu niet dat ze water bij de wijn heeft gedaan - dát doen ze in de viptent al genoeg. Nee, de bolide van Kate Tempest kent alleen maar de vijfde versnelling.

    Wat veranderde ze wél? In haar zaalshows is d‘r machtigste instrument de stilte, maar in het Land Van De Boiler Room is dat evenveel waard als een triangel in een symfonisch orkest - of gewoon: een triangel. En dus ging ze op Pukkelpop de andere kant op: nog dréígender dan gewoonlijk, nog meer in your face. De beats knalden luider, de overgangen kwamen sneller. Rustpauzes bleven beperkt tot een tel of twee - nét tijd genoeg om die krop door te slikken en plaats te maken voor een nieuwe. Hier en daar zag je een hoofd ontploffen dat die als kwade lyrics vermomde lappen prachtpoëzie in één keer wilde behappen.

    Ze grabbelde uit materiaal van vroeger en nu, maar ze volgde wél de basisstructuur van haar nieuwe plaat ‘The Book of Traps and Lessons’. Het eerste deel, ‘The Book of Traps’, met nummers als het ziedende ‘Europe Is Lost’ en het nihilistische ‘All Humans Too Late’, ging over wat er tegenwoordig allemaal misloopt in de wereld. Dat deel had evengoed - zwaaien met die vlaggen! - een heel festival lang kunnen duren. Het tweede deel, ‘The Book of Lessons’, speurde met de moed der wanhoop naar oplossingen, of toch reddingsboeien. Kate zélf vindt tegenwoordig al eens een theelepel geluk in de armen van haar zoetje: tijdens ‘Firesmoke’ zag je haar ogen glimmen van verliefdheid.

    In de drie kwartier dat ze aan uw wereldbeeld zat te morrelen, ratelde ze boeken af zo dik als het verzameld werk van Dostojevski. Eén keer struikelde ze over haar woorden, verder bleef ze spuwen en vuren en ratelen en dreunen. Zelfs wie spoken word beschouwt als het hardstyle van de poëzie - meestal hebt u gewoon gelíjk - moest z’n harnas laten zakken.

    Grappig zinnetje: ‘I have seen the lions turn to cubs’ - ik heb gezien hoe de leeuwen welpjes werden. Ze moesten het eens weten op de camping! Maar dit optreden ging niet over ‘wij tegen zij’, het ging over ‘ons’. ‘My sanity's saved / 'Cause I can see your faces... / I love people’s faces’ was het allerlaatste dat ze zei. Hopelijk zijn er een paar vaandelzwaaiers komen kijken. En anders was het ook goed. Hier en daar zag ik vochtige ogen. Elders gooiden twee mensen hun armen rond elkaar: dat vond Kate vast belangrijker.

    Billie Eilish was het jonge, opkomende gezicht van Pukkelpop, Kate Tempest het bloedende, kloppende hart. (vvp)

  12. Anderson .Paak & The Free Nationals: feesten met een krop in de keel ★★★★★

    Met een bang hartje stonden we aan de Main Stage. Anderson .Paaks vorige passage in ons land - in de Lotto Arena eerder dit jaar - was immers niet al te best. Maar kijk, Cheeky Andy nam met een stralende glimlach revanche. En hoe!

    Anderson .Paak and The Free Nationals at Pukkelpop 2019Beeld Koen Keppens

    Alle ultraviolet nog-an-toe! Daar knalde zowaar de zon tevoorschijn aan het begin van Anderson .Paaks show. ‘Heart don’t stand a chance’ zong hij vanachter zijn met klimopslierten verfraaide drumstel. Mal zonnehoedje? Check. Caraïbisch geïnspireerde zomertenue? Euhm... ja! Silly zonnebril? Yup. Tandpastareclameglimlach? Yessireee!

    Zijn fluks vibende Free Nationals zwaaiden dolenthousiast met trompet en basgitaar. Twee zangeressen weefden zoete harmonietjes door de funk. ‘Go ahead and scream at the sun!’ gilde de Californische soulman voor hij het loops groovende ‘Come down’ inzette, waarna u uw armen haast uit de kom zwaaide. ‘Tints’ en ‘King James’ smokkelden sierlijk seventiesfunk in catchy radiopop en op de weide ontdekten de stijfste harken prompt hun heupen.

    ‘Lock with me, pop with me’, beval de rapper maar niemand zette het écht op een verwoed breakdancen. Op -en neerspringen ging u enigszins gemakkelijker af. ‘Danke-oewel!’ klonk het uit Andy’s mond. Zelfs z’n Nederlands was schattig. ‘6 Summers’ omzwachtelde politieke kritiek (op Trump) met zwoele indie-r&b. Halverwege mochten de Free Nationals even de Afro-Amerikaanse popgeschiedenis in de verf zetten met een likje jazz, met ‘Niggas in Paris’ van Jay-Z en Kanye én met een in geile talkboxklanken gedompeld ‘Pony’ van Ginuwine.

    Lachen met bindteksten? Yup. Wat dacht u van ‘Any old-skool niggas out there? Wearing Michael Jordan cologne and not paying child support?’ Kijk, dat vinden wij nu grappig. Goeie bal, Andy. Die lichtvoetigheid was de kers op de taart van een hartverwarmend concert dat we meteen bij die andere allerbeste concerten rekenen die .Paak al in ons land speelde: dat in de Botanique in 2016 en dat op Pukkelpop in datzelfde jaar.

    Hiphop op bonzende mastodontpoten? Dat was ‘Bubblin’ en ook ‘Milk n’ Honey’, opvallend genoeg feestelijker dan op plaat. Of ‘Suede’, van nevenproject NxWorries, voor de ware homies op ‘t veld. U werd zowat knettergek bij de radiohit ‘Am I Wrong’, tot jolijt van Andy en z’n band die grote ogen trokken en zichtbaar de euforie op de weide niet konden geloven.

    Met ‘Dang!’ van de vorig jaar schiellijk overleden boezemvriend Mac Miller bleek er zowat plaats voor ontroering. En voor zoete weemoed: een lichtjes weemoedige discofunk-kraker waarop u en ik ‘oooohs!’ en ‘aaahs!’ slakend een traan wegpinkten. Anderson en zijn kornuiten liepen achteraf met een stralende lach hoofdschuddend de coulissen in, ‘Belgium, this shit is lit’, mompelend.

    Anderson .Paak op Pukkelpop, dat was het leven vieren. Met een kropje in de keel en een onnozele grijns als toetje. Zuurpruimen mogen een endje lopen vendelzwaaien. (svs)

  13. A Day to Remember: strandballen, toiletrollen en surfende crowdsurfers ★★☆☆☆

    Ja Chokri, er komen zeker nog mensen voor hardcore en punk naar Pukkelpop. Zelfs na de passage van Billie Eilish stond er aardig wat volk aan de Main Stage. Jammer dat het vuur bij A Day To Remember vooral van achter op het podium kwam. Liever wat minder spelletjes en wat meer strakkere songs, heren.

    A Day To Remember dacht een leuke manier te hebben gevonden om onze doorweekte kleren droog te zwieren. De band had zich tot doel gesteld zoveel mogelijk mensen te laten springen en crowdsurfen als menselijk mogelijk was. Dat lukte bij aanvang vrij aardig. De pop-punkers uit Florida kregen al snel twee grote circle pits in beweging. En tijdens 'Better Off This Way' ook crowdsurfers, die bovenop andere crowdsurfers gingen surfen (als u nog kan volgen). Ja, er vlogen ook strandballen en toiletrollen over de massa heen. Dat alles moest verdoezelen dat de songs rammelden en brulboei Jeremy McKinnon regelmatig naast de toon zat.

    Het gloednieuwe 'Rescue Me' (hun samenwerking met DJ Marshmallow) kreeg een live-debuut, met 'If it Means a Lot To You' volgde het clichématige akoestische moment. Dat moest even rust brengen, voor de band en fans met 'The Plot to Bomb the Panhandle' en 'The Downfall of Us All' opnieuw aan het springen gingen. Een concert om te onthouden bracht A Day To Remember niet. (WW) Foto Temmerman

  14. Bullet for My Valentine: zondag Crowdsurfdag ★★★★☆

    Wat een furie bracht deze Welshe metalcore-band naar Pukkelpop, ontelbaar veel crowdsurfers ook. De planken vloer begaf het haast onder die aanhoudende belegering.

    20190818 Kiewit Belgium - Pukkelpop 2019 Bullet For My ValentineBeeld Stefaan Temmerman

    Het is lang geleden dat we de uitspraak 'strak als een eendenreet' nog eens neerpenden in ons notitieboekje, maar bij Bullet for My Valentine paste ze als gegoten. Gek toch, voor een band wiens hoogdagen al lang achter hen liggen. Zelfs halve has-beens kunnen duidelijk nog beresterke concerten spelen. De Welshe band oogde nochtans als een wandelend cliché. Ze speelden voor een muur van versterkers, met een verhoogd drumpodium en Flying V-gitaren. Jani 'Konijntje' Kazaltzis, kan je even ingrijpen?

    Op hun set viel weinig af te dingen. Bullet for My Valentine opende met 'Don't Need You' en 'Betrayal', waarbij de Marquee het meteen op een hossen zette. Iedereen had er zich verzameld voor een heavy feestje. Frontmannen Matthew Tuck en Michael Paget konden hun ogen amper geloven, en moedigden de fans nog meer aan. "Jullie zijn on fire!", grijnsde Tuck zijn tanden bloot. De bebaarde brulboei vroeg iedereen in de tent om te hurken (een geintje dat ook Billie Eilish al bovenhaalde) en weer recht te springen. 'Piece of Me' bouwde op naar 'Scream Aim Fire'. "Een stokoude song die we al 15 jaar brengen, maar die altijd een hoogtepunt blijft", meende Tuck.

    20190818 Kiewit Belgium - Pukkelpop 2019 Bullet For My ValentineBeeld Stefaan Temmerman

    Dat was niet gelogen. Jos Gheysen moest het weten: Bullet for My Valentine maakte er Zondag Crowdsurfdag van. Een barrage aan dubbele basdrums en venijnige vocalen gaven het tempo aan, een zee aan mensen zwom over de hoofden heen. Zoveel enthousiasme, dat kon zelfs Tuck amper geloven. Elke beweging van zijn hand zorgde voor massaal gebrul. "Bedankt om zoveel liefde", lachte de zanger, die zichtbaar genoot. In de finale ging de Marquee nog meer in overdrive. 'Tears Don't Fall' en 'Waking the Demon' brachten een circle pit van epische proporties, en zoveel crowdsurfers dat de security het nog amper kon bijhouden. "We houden van jullie!", brulde Tuck ter afscheid. De liefde was duidelijk wederzijds. (ww)

  15. Anna Calvi: gitaaraangedreven pracht ★★★★☆

    Godverdomme wat kan die Anna Calvi goed gitaar spelen. Nooit eerder live gezien en het was mij op haar platen – gestileerde prachtwerkjes waarin de gitaar weliswaar een pominente plaats heeft maar zelden om aandacht schreeuwt – nooit opgevallen. In de Club deed ze dat wel. Calvi, von Kopf bis Fuss in stemmig zwart, liet haar telecaster huilen, zingen, smeken, zalven en sneren en samen met de eveneens erg aanwezige drums en klanktapijtjes van de toetsenvrouw de perfecte backdrop tekenen voor haar ijle vocalen en songs vol melancholische schoonheid. Een concert lang hebben ik staan denken aan wie ze mij op de gitaar deed denken, maar ik geraakte er niet uit. Lou Reed? PJ Harvey? Daniel Lanois? Allemaal een beetje, maar nooit helemaal, en dus vooral volstrekt zichzelf.

    Anna Calvi at Pukkelpop 2019 by Koen KeppensBeeld Koen Keppens

    Het openingsduo ‘Hunter’ en ‘Indies Of Paradise’ waren eigenlijk al meteen twee hoogtepunten, en verderop volgden nog een wonderschoon ‘Swimming Pool’ (allemaal van haar laatste plaat, ‘Hunter’), een ontketend ‘Rider to the Sea’ (waarin het volglicht nog net iets prominenter op de gitaar stond) en een bezwerend en gedreven ‘Desire’ (die laatste twee van haar debuut uit 2011).

    Afsluiten deed ze met een angstaanjagende cover van Suicides ‘Ghost Rider’, die klonk alsof Alan Vega het in 1977 speciaal voor haar had geschreven, ook al moest Calvi toen nog geboren worden.

    Op 4 oktober verschijnt op Netflix het vijfde seizoen van ‘Peaky Blinders’, met nieuwe muziek van Anna Calvi. Twee dingen om geen klein beetje naar uit te kijken. (jub)

  16. Billie Eilish: America’s spooky sweetheart★★★★☆

    Billie Eilish. Nog altijd maar 17. Volledige naam: Billie Eilish Pirate Baird O'Connell. Pirate! Vandaag zorgde ze, op een grijze zondagnamiddag om 15u, voor misschien wel de grootste volksverhuizing van de voorbije paar Pukkelpop-edities.

    Voorafgegaan door enkel broer Finneas en drummer Andrew, stapte ze het hoofdpodium zelfverzekerd op. Kleine grijns naar het publiek, en dan meteen haar recentste grote hit: 'Bad Guy'. En 'My Strange Addiction', met die 'No Billie, I haven't done that dance since my wife died'-sample uit 'The Office'.

    20190818 Kiewit Belgium - Pukkelpop 2019 Billie EilishBeeld Stefaan Temmerman

    'idontwannabeyouanymore' werd ingeleid met een grijnslachend 'Wie hier heeft een absolute rothekel aan zichzelf? Dit nummer is voor jullie.' Een goed 'COPYCAT' had een slender man of drie op de videoschermen.

    America’s spooky sweetheart - in haar thuisland is ze, na Sinéad O'Connor en Alanis Morissette, pas de derde vrouwelijke artieste met meerdere nummer-één-hits in de alternatieve charts - danste, sprong, voguede, croonde en kreunde zich een weg door haar arsenaal hitjes. 'When I Was Older', 'wish you were gay', 'ilomilo', 'when the party's over', 'bury a friend'.

    20190818 Kiewit Belgium - Pukkelpop 2019 Billie EilishBeeld Stefaan Temmerman

    Fun fact: naar eigen zeggen zweet Billie nooit. 'Wel op mijn rug, maar nooit zichtbaar, nooit in mijn gezicht. Ook geen idee waarom dat zo is. (typische Billie-grijns) Guess I'm naturally cool like that.'

    Er is niet echt een precedent voor de star appeal van Eilish. Concerten van pakweg Rihanna, Cardi B en Harry Styles kennen net zoveel bijval van jonge diehards, maar alleen bij Eilish voelt het alsof die fans one of their own toejuichen: dat coole meisje uit de klas met het goede, donkere gevoel voor humor. Ze fungeert niet als de stem van een generatie, maar ze zegt er wel veel over.

    Tussendoor trad Finneas, producer en co-schrijver van al haar songs, een paar keer kort op de voorgrond. Billie stelde hem ooit voor als: 'Hij is mijn broer en mijn beste vriend. We doen alles samen. Zijn voeten stinken enorm. Vroeger hield hij zijn cowboy boots aan wanneer hij ging slapen.'

    Billie en band konden de spanningsboog geen volledig concert lang gespannen houden, haar stem was soms iets te ver weggeduwd in de geluidsmix en het lijdt geen twijfel dat de impact van een concert na zonsondergang nog veel groter was geweest. Bovendien kijk ik er al naar uit tot ze, twee of drie platen verder, nog meer materiaal heeft om uit te putten voor een gevarieerdere set.

    Dat neemt niet weg dat ze er stond. Dat ze niet te licht uitviel. En dat het opmerkelijk is dat ze op haar zeventiende al een manier heeft gevonden om een 'larger than life'-uitstraling geloofwaardig te combineren met het vermogen er als een redelijk normale, herkenbare teenager bij te lopen. Ook al staat het Sauron-oog van de popwereld al meer dan anderhalf jaar op haar gericht.

    Eilish toonde zich bij vlagen als een natuurkracht met slaperige oogopslag, een fluogroen fenomeen, en als charismatisch en getalenteerd genoeg om haar steile succesklim in de popwereld gemakkelijk te kunnen verklaren. (fvd)

  17. Ghostemane: ★☆☆☆☆

    Net wanneer je dacht dat de tijd eindelijk rijp was om de horlepiep te dansen op het graf van de nu-metal, stond daar Ghostemane - nom de plume van Eric Whitney, een kerel die het in Los Angeles ooit had proberen te maken in lokale doommetalbands, maar die tussen het onverdoofd slachten van twee geiten in doorkreeg dat het makkelijker en hygiënischer was om gewoon rapper te worden. Ghostemane speelt nu een geheel bijdetijdse variant van nu-metal: het was én metal én rap, én nee, we waren er niet over te spreken.

    Ghostemane at Pukkelpop 2019 by Koen KeppensBeeld Koen Keppens

    Ghostemane had amper vijftig minuten te vullen in de Marquee, maar toch koos hij ervoor om de eerste vijf daarvan te schenken aan zijn dj, die er met zijn gasmasker uitzag alsof hij eerder die middag op sollicitatiegesprek was gegaan bij Slipknot maar te horen had gekregen dat hij ‘niet weerhouden’ zou worden. 

    Wel lachen: de dj opende met een hiphop-remix van Korns ‘Freak on a Leash’, waarmee hij al meteen onbedoeld de vinger op de wonde legde. Want je kan dan nog proberen metal en rap aan elkaar te koppelen, niemand zegt dat je dat op z’n Frankensteins moet doen door ze aan elkaar te naaien met rafelige, grove steken: het ene moment kreeg je screamo naar je kop, het volgende werd je een stuk mumble rap of trap in handen geduwd in de hoop dat jij er wél raad mee zou weten. Zoiets leidde tot nummers als ‘Trench Coat’, met een tot lachstuipen leidende tekst als ‘Bumping DarkThrone out my Audi A4 / Pentagram on my shawty torso’, en een refrein (‘Wait until they see what’s in my trench coat’) dat of een ode was aan school shooters, of aan potloodventers.

    Ghostemane at Pukkelpop 2019 by Koen KeppensBeeld Koen Keppens

    Ghostemane was Billie Eilish niet, maar hij wou wel dolgraag the bad guy zijn: hij verdeelde het publiek in twee helften en riep beiden op om ‘fuck that side’ naar elkaar te schreeuwen, want elkaar haten is vet cool. Had dan toch gewoon Nic Balthazar meegebracht en iets gezegd over het klimaat, Eric. Veel haat was er verder echter niet te merken in de Marquee: het jonge grut voor het podium ging gewillig in op Ghostemanes voortdurende eisen dat er hier een circle pit en daar een wall of death opgestart moest worden, of er zwaaide wat. Een tegeltjeswijsheid om af te ronden? Moshpits zijn als opslag of blowjobs: als je er voortdurend naar moet vragen, heb je ze niet echt verdiend. (tr)

  18. FULCO: clichévrije knutselpop uit de Brico ★★★★☆

    Stel je een picknick voor met Spinvis en Boudewijn de Groot, waarbij Marcel Vanthilt een likje lsd en een stripje speed in de suderans heeft gemikt, en je krijgt een idee van FULCO’s hyperactieve fröbelfestijn in De Lift.

    De man heeft wel degelijk een achternaam, en die geeft al een mooi beeld van hoe hyperactief en vindingrijk deze Nederbelg is: Ottervanger, ook actief bij De Beren Gieren, BeraadGeslagen, Stadt én als Gentse stadscomponist.

    Fulco at Pukkelpop 2019 by Koen KeppensBeeld Koen Keppens

    Op Pukkelpop beperkte hij zich tot zijn voornaam, en die rijmt niet toevallig op Brico: samen met drummer Klaas De Somer (vrijdag nog te zien bij Eefje de Visser) en bassist Dries Laheye (STUFF.) bracht hij quirky knutselpop vol rare kronkels en vreemde contradicties. ‘Dichtstbevolkt land’ bleek juist “desolaat / hier in de buurt loopt er niemand op straat” en in ‘Nergens heen’, één van de drie songs die Fulco al loste, zong hij “als je niet thuisblijft, dan kun je nergens heen”. Volg je nog? Breek dan maar even je hoofd over deze oneliner uit ‘Grensdorp’, een geweldige single die Spinvis pakt in meerduidigheid: “Iedereen is op zoek naar waar hij nog nooit is geweest.”

    Ook muzikaal moest je bij de pinken zijn om FULCO bij te benen: ‘Hangen in de waarheid’ – “over de tijd dat ik in een sekte zat” – begon als vrij conventionele poprock maar ontplofte plots met spacy synths en wolken noise. Tijdens ‘De opflakkeraar’, waarbij FULCO van links naar rechts holde, dacht je aan Grandaddy én aan kleinkunst, al was de ‘Verdronken vlinder’ van Boudewijn de Groot wel bruut tegen de muur gespeld.

    ‘Mama’ was géén cover van Heintjes tranentrekker, maar een soulsleper over verwachtingen en daar niet mee omkunnen – FULCO liep een rondje om zijn band heen terwijl een kermisdeuntje weerklonk. ‘De sms’ende mens’ – uiteraard met gesamplede Nokia-geluiden – was een update van ‘De man die alles noteert’ van Arbeid Adelt, terwijl ‘1/7 miljardste (niet te lang)’ een ballad bleek die strofe én refrein oversloeg om meteen in la-la-la-modus te schieten.

    Goed, FULCO klonk nog ‘een beetje verfrommeld’, zoals zijn slotsong heette, maar dat de Nederlandstalige muziek een hoogst originele, clichévrije stem rijker is, was wel duidelijk. (pc)

  19. Durand Jones & The Indications: Dan toch nog een eucharistie! ★★★☆☆

    Zij die zich te oud of te weinig opgefokt voelden voor een portie Billie Eilish, konden zondagnamiddag bij Durand Jones & The Indications terecht, de Amerikaanse retrosoulband die in het kielzog vaart van hedendaagse old skool-helden zoals Lee Fields, Ephemerals of wijlen Charles Bradley. Jones en zijn bende zijn erg authentiek, reproduceren met veel liefde de soulklanken uit de sixties en seventies en komen zelfs weg met de occasionele Curtis Mayfield-cover.

    Durand Jones & The Indications, Pukkelpop 2019Beeld Francis Vanhee

    Het verschil met live-kanonnen als Bradley of Sharon Jones? Durand Jones en zijn zingende drummer Aaron Frazer zijn geen publieksmenners en beschikken over erg weinig star quality. Daardoor moesten de heren in eerste instantie stevig trekken en sleuren aan het publiek in de Clubtent dat eerder afwachtend reageerde.

    Het gebrek aan charisma maakte de band goed met fonkelende, meticuleus uitgevoerde soulnummers die The Stylistics en Smokey Robinson ademden. Ergens tussen romantische barbershop en het aaibaarste van het Staxlabel. Jones gooide hoge ogen met zijn krachtige gospelfrasering, maar Frazer kon ons niet altijd overtuigen, zoals in het flinterdunne ‘Is it any wonder’ waarin zijn iele falsetje bijna verdampte. Op die momenten klonken The Indications beslist te dun en te flets.

    Naar het einde van de show toe diepte Jones zijn innerlijke Otis Redding op, krijsend en croonend, en oogstte hij alsnog veel bijval in de tent. Bij de afsluitende sleper ‘Don’t let me down’ hing er zoveel brotherly alsook sisterly love in de Club dat we ons op een bescheiden eucharistie waanden. Matig begonnen, met brio afgerond. (svs)

  20. Een tovervat vol pubertranen: zo populair is Billie Eilish

    20190818 Kiewit Belgium - Pukkelpop 2019 Billie EilishBeeld Stefaan Temmerman
    Billie Eilish fans, Pukkelpop 2019, zondag, dag 4, Francis VanheeBeeld Francis Vanhee
    20190818 Kiewit Belgium - Pukkelpop 2019 Billie EilishBeeld Stefaan Temmerman
    20190818 Kiewit Belgium - Pukkelpop 2019 Billie EilishBeeld Stefaan Temmerman
  21. Airbourne: AC/DC-klonen trotseren Billie Eilish-leger ★★★☆☆

    Vraag van de dag: staat Billie Eilish op het hoofdpodium tussen een reeks heavy rockbands geprogrammeerd? Of staan die bands als een vreemde buffer rond Billie Eilish heen? De wei in kijkend vermoeden we het laatste. De jonge Billie-cohorten hadden hun plekje al ingepalmd aan de Main Stage. Ze stonden erg verveeld naar Airbourne te kijken, in afwachting van hun heldin.

    Airbourne op PukkelpopBeeld Stefaan Temmerman

    Airbourne is niets meer dan een AC/DC-kloon. En dat vinden ze een hele eer. Brulboei Joel O'Keeffe fluisterde ons eerder al toe dat er nooit genoeg AC/DC kan zijn: "Waarom maar één als je er ook twee kan hebben?!" Die attitude gold ook voor de pilsjes die de zanger naar binnen goot en het publiek in keilde.

    De Australische hardrockband verschoot zijn kruit al snel. Bij openingssong 'Girls in Black' trok de zanger meteen de wei in, om op de schouders van een roadie gitaar te spelen en de massa op te hitsen. En daarbij een blikje bier schuimend kapot te slaan op zijn hoofd. "Man, wat is het vroeg!", brulde de zanger even later. "Normaal gezien sta ik pas over drie uur op…"

    Airbourne bracht met 'Boneshaker' één nieuwe song van hun nog te verschijnen vijfde plaat. Niet dat die aardverschuivend anders was. Het viertal wilde vooral lol trappen. "Dit is een rockshow", wist O'Keeffe. "Kruip op elkaar schouders, begin te crowdsurfen. Doe alles wat je wil!" Eén groep rockfans gehoorzaamde, de vele Eilish-fanaten weigerden halsstarrig.

    Hoog de nok van het dak in klimmen (O'Keeffe's favoriete bezigheid op een podium) zat er niet in. Dan maar bovenop de versterkers, meende de zanger. Terwijl zijn drummende broer 'Live It Up' aanzette met een loeiende alarmsirene, kreeg de band toch de massa aan het meeklappen. O'Keeffe eiste bij slotsong 'Runnin' Wild' zelfs dat iedereen zich hurkte om weer recht te springen. "Maak je lekker nat en vuil." Ook dat lukte deels. De zanger stopte er een stukje 'Let There Be Rock' in van hun grote voorbeelden. En startte zijn eigen Angus-duckwalk. Wat ons meteen bij het échte AC/DC brengt. Er doen geruchten dat die iconische band in de studio zit en volgende zomer op tour komt. In afwachting kon drie kwartier Airbourne wel volstaan. (ww)

  22. Ata Kak: wanneer opa een funky mofo blijkt ★★★★☆

    Aan het eind riep iedereen ‘Kak!’, en tóch was het een fantastisch optreden: maak kennis met Yaw Atta-Owusu, een Ghanees die in ’94 een cassettetje op vijftig exemplaren uitbracht onder de naam Ata Kak en daar een kwarteeuw later wereldwijd zalen en festivaltenten mee vult. Met dank aan Brian Shimkowitz en zijn muziekblog Awesome Tapes From Africa.

    Ata Kak at Pukkelpop 2019 by Koen KeppensBeeld Koen Keppens

    Toen Ata Kak het podium van de Castello opkwam, leek hij heel even een stramme oude man, maar al snel bleek opa Ata de meest funky motherfucker die we in Kiewit zagen. Nóg losser in de heupen dan Paul ‘Polle Pap’ Michiels en enthousiaster dan de gemiddelde scoutsleider die een stel kleuters moet animeren, haalde hij zijn signature move boven: op één been rond zijn as draaien met het andere been hoog in de lucht.

    Nog veel meer indruk maakte hij met zijn razendsnelle ratelraps (denk ‘Rush Push Cash’ van Yello) en de hyperkinetische ritmes (denk ‘Rockit’ van Herbie Hancock) van zijn legendarische album Obaa Sima, gespeeld door een driekoppige band.

    Wat we daar allemaal in hoorden: Manu Dibango die funk speelt op een speelgoed-Casio, een lofiversie van Youssou N’Dour en een sample die klonk alsof iemand in een badeend kneep. Geen idee wat hij behalve ‘funky funky’ allemaal zong in nummers als ‘Daa Nyinaa’ en ‘Yemmpa Aba’, maar we weten wél dat niet één artiest zoveel mensen deed glimlachen als deze Ghanees – ‘scooby dooby doo’ nog aan toe.

    Hulde aan de Pukkelpop-programmatoren voor de boeking van deze cultfiguur! (pc)

  23. Ertebrekers 80’s Extravaganza: Leyers, Michiels & Ertebrekers ★★★★☆

    80’s Extravaganza heette het, en Ertebrekers betrad het podium op de tonen van het thema-muziekje van ‘Miami Vice’. Het begon met hiphop, een genre dat opgroeide in de jaren tachtig. ‘Paranoia’, ‘Shimokitazawa’, en streekgenoot Brihang die zijn ‘Steentje’ mocht komen bijdragen. De eerste verrassende gast was een song: ‘Pump Up the Jam’ van Technotronic, in 2019 exact dertig jaar oud. 

    20190818 Kiewit Belgium - Pukkelpop 2019 ErtebrekersBeeld Stefaan Temmerman

    Even dachten we dat Kowlier en co er Ya Kid K – zangeres van het origineel - voor uit haar isolement hadden gehaald, maar het was Martha Da’ro (bekend van de film ‘Black’) die de rol met verve vervulde. In ‘Eva Mendes’ kwam de gastbijdrage van het publiek – tenslotte ook grotendeels geboren in de jaren tachtig – maar het slot was het leukst. Kowlier vroeg een applaus voor de originele Ertebrekers van weleer: ‘Dames en heren, Soulsister!’. 

    Jan Leyers en Paul Michiels renden strak in het pak het podium op en het dak ging eraf. We kregen ‘Through Before We Even Started’ in een versie die duidelijk maakte wat een straffe zanger Paul Michiels is, wat een vakman de songschrijver Jan Leyers is, en wat een heerlijke begeleidingsband Ertebrekers kan zijn. Uiteraard was ‘The Way to Your Heart’ de afsluiter. En waarom zou dit geen staartje mogen krijgen? (jub)