Direct naar artikelinhoud
Festivalitis

Dit waren de 10 beste concerten van Pukkelpop 2019

Stormzy.Beeld Stefaan Temmerman

Het was niet al pop dat de klok sloeg op Pukkelpop 2019. Billie Eilish loste de verwachtingen met de vingers in de neus en de tong uit de mond in, al maakten ook de ambassadeurs van de grime, indie, noiserock en psychpop een goede beurt. Dit waren de tien beste concerten van deze editie.

1. Stormzy

“Where do you know me from?”, wilde Stormzy weten. Van alles en iedereen eigenlijk. De rapper scheert vandaag immers de hoogste toppen. Op Pukkelpop beloofde hij zijn ‘maximum energy’ te geven. Hij deed veel meer. Grime – de Britse hiphopvariant waarmee zijn muzikale hybride soms gemakzuchtig wordt vereenzelvigd – staat anders niet bekend om zijn bronstige swing en swagger. Maar kijk eens: het publiek at uit Stormzy’s hand, imiteerde de gang signs die hij maakte en scandeerde euforisch zijn naam. Op Pukkelpop straalde de rapper als een man op het hoogtepunt van zijn kunnen. Maar hij toonde zich ook erg dankbaar tegenover het publiek. Daar stond een excellente performance tegenover. We zagen hem verbeten rappen tegen videobeelden van de Big Ben. De bange, bleke brexiteers kijken maar beter uit. Straks is de nieuwe Britse koning zwart. Hail to the king. (SVS)

2. Tame Impala

Tame ImpalaBeeld Francis Vanhee

Tame Impala kwam de Main Stage tegelijk achteloos cool en wat onwennig opgestapt. Je kreeg de indruk dat de groep zich zelf ook nog altijd aan het afvragen was: waar zijn wij nu eigenlijk weer terechtgekomen? ‘Let It Happen’, ‘The Moment’, ‘Elephant’, ‘Yes I’m Changing’: voor de fans bracht Tame Impala een relatief veilige (maar daarom niet minder indrukwekkende) set. Veel oude en dus gekende, makkelijk mee te zingen nummers en weinig uit de nieuwe, nog niet uitgebrachte plaat. Voor de anderen was dit vermoedelijk net een vrij obscure set, in acht genomen dat de groep bij ons sowieso al weinig echte radiohits heeft gehad, en dat veel songs daarnaast ook nog eens lang uitgesponnen, psychedelische en behoorlijk roesgevende versies meekregen. Maar wat klonk het allemaal góéd. Tame Impala was voor het eerst headliner op een groot festival in België, en het zal niet voor de laatste keer geweest zijn. (FVD)

3. Anderson .Paak and The Free Nationals

Anderson .Paak and The Free NationalsBeeld Koen Keppens

Daar knalde zowaar de zon tevoorschijn aan het begin van Anderson .Paaks show. ‘Heart don’t stand a chance’ zong hij van achter zijn met klimopslierten verfraaide drumstel. Mal zonnehoedje? Check. Caraïbisch geïnspireerde zomertenue? Euhm... ja! Silly zonnebril? Yup. Tandpastareclameglimlach? Yessireee! Zijn fluks vibende Free Nationals zwaaiden dolenthousiast met trompet en basgitaar. Twee zangeressen weefden zoete harmonietjes door de funk. “Go ahead and scream at the sun!” gilde de Californische soulman voor hij het loops groovende ‘Come Down’ inzette, waarna u uw armen haast uit de kom zwaaide. ‘Tints’ en ‘King James’ smokkelden sierlijk seventiesfunk in catchy radiopop en op de weide ontdekten de stijfste harken prompt hun heupen. ‘Danke-oewel!’ klonk het uit Andy’s mond. Zelfs zijn Nederlands was schattig.

‘6 Summers’ omzwachtelde politieke kritiek (op Trump) met zwoele indie-r&b. Halverwege mochten de Free Nationals even de Afro-Amerikaanse popgeschiedenis in de verf zetten met een likje jazz, met ‘Niggas in Paris’ van Jay-Z en Kanye én met een in geile talkboxklanken gedompeld ‘Pony’ van Ginuwine. Lachen met bindteksten? Yup. Wat dacht u van ‘Any old-skool niggas out there? Wearing Michael Jordan cologne and not paying child support?’ Kijk, dat vinden wij nu grappig. Goeie bal, Andy. Die lichtvoetigheid was de kers op de taart van een hartverwarmend concert dat we meteen bij die andere allerbeste concerten rekenen die .Paak al in ons land speelde: dat in de Botanique in 2016 en dat op Pukkelpop in datzelfde jaar. Hiphop op bonzende mastodontpoten? Dat was ‘Bubblin’ en ook ‘Milk n’ Honey’, opvallend genoeg feestelijker dan op plaat. Of ‘Suede’, van nevenproject NxWorries, voor de ware homies op ’t veld. U werd zowat knettergek bij de radiohit ‘Am I Wrong’, tot jolijt van Andy en z’n band die grote ogen trokken en zichtbaar de euforie op de weide niet konden geloven. Met ‘Dang!’ van de vorig jaar schielijk overleden boezemvriend Mac Miller bleek er zowat plaats voor ontroering. En voor zoete weemoed: een lichtjes weemoedige discofunk-kraker waarop u en ik ‘oooohs!’ en ‘aaahs!’ slakend een traan wegpinkten.

Anderson en zijn kornuiten liepen achteraf met een stralende lach hoofdschuddend de coulissen in, ‘Belgium, this shit is lit’, mompelend. Anderson .Paak op Pukkelpop, dat was het leven vieren. Met een kropje in de keel en een onnozele grijns als toetje. Zuurpruimen mogen een eindje lopen vendelzwaaien. (SVS)

4. Eels

EelsBeeld Koen Keppens

Nooit vermoed dat we het volgende nog eens zouden zeggen over een band die al 23 jaar zijn nestel afdraait, een vaste waarde in het poplandschap is en die je intussen al zo vaak hebt gezien optreden: Eels was een van dé verrassingen van deze editie. De groep uit Californië begon relatief rustig aan hun set. Met een geslaagde softrock-cover van ‘Raspberry Beret’, de vrolijke meezinger ‘Flyswatter’ en ‘Dog Faced Boy’. Maar toen daarna hun vaste showstopper volgde – ‘That Look You Give That Guy’, in België misschien wel hun allergrootste evergreen – ging het haar op de armen rechtstaan. E gaat in zekere zin meer en meer op ome Neil Young lijken. Qua achteloze ‘Heb ik iets van u aan?’-attitude. Qua neiging om zijn songs live steeds vaker steeds meer uitgesponnen versies mee te geven. Eels is op platvoeten geëvolueerd: van goede livegroep tot in marmer uitgehouwen concertmonument. (JUB)

5. The National

The NationalBeeld Stefaan Temmerman

The National, dat gaten in de ziel dichtende hobbygroepje dat nu al dertig jaar smart en verdriet mag inbrengen als beroepskosten, bracht weer eens volwassen mannen aan het huilen. Pukkelpop 2019 zou hún editie worden. Op voorhand was er afgesproken dat de eerste avond in het teken van nieuwe plaat I Am Easy to Find zou staan. Niet helemaal, zo bleek: avond één richtte zich niet alleen op de laatste, maar op de laatste dríé platen. Als alles aan een concert top is, schuilen de uitschieters in kleine momenten. Zoals alle gracieuze uitstappen van zanger Matt Berninger in het publiek: je zou gezworen hebben dat er ergens in het midden van de tent een fles wijn stond met zijn naam erop, maar nee – het was affectie. Feitelijk plaste The National tegen de palen van de Marquee-tent, zodat elke band die hier in de toekomst staat, zal weten wiens territorium dit is. (FVD)

6. Raketkanon

RaketkanonBeeld Koen Keppens

Onheil naderde, zoveel was wel duidelijk op dag één van Pukkelpop. Een bevlieging is Raketkanon al even niet meer, wat evenwel niet wil zeggen dat de lol er nu af is. Zo viel het in de Club op dat je ook op nieuwe nummers als pakweg ‘Ricky’ of ‘Ernest’ hoegenaamd niet kan dansen – en toch zetten ze aan tot bewegen. Beide zijn prima achtergrondmuziek om desgewenst een raket naar Mars te boetseren. Dat of een bompakket – het hangt er maar van af welk soort springstof je voorhanden hebt. Wie een hart had voor hard, zag op Pukkelpop een concert dat alles deed wat het moest: beroeren, beangstigen, bedaren, en dan weer opnieuw beginnen. Twee conclusies. Eén: wie Raketkanon nog altijd niet live heeft ervaren is onze vriend niet meer. Twee: als Raketkanon niet minstens één keer die Vlaamse canon haalt, zwaait er wat. Desnoods flikkeren ze er die hele Rubens maar uit. (TR)

7. The Streets

The StreetsBeeld Stefaan Temmerman

Vijftien fucking jaar geleden was het dat Mike Skinner en The Streets voor het eerst en het laatst op Pukkelpop hadden gestaan, en aangenamer wordt een weerzien zelden. Hij kwam op in een regencape die hem droog tot in de Marquee had gebracht, en ging terwijl zijn fantastische band ‘Let’s Push Things Forward’ inzette meteen het publiek op de eerste rijen groeten. Een modus waarin Mike Skinner het hele optreden lang zou blijven opereren: naadloos schipperend tussen het rappen van zijn eigen songs en het communiceren met het publiek. “We’ve got one hour, ladies and gentlemen, it’s Saturday night, geezers need excitement”, klonk het. Dat het zaterdag was, was misschien toeval, maar The Streets hadden op geen beter moment geprogrammeerd kunnen staan, en voor Skinner was het een halszaak: de man is geboren voor Saturday night, en hij stond erop ons er een te bezorgen die we ons nog lang zouden heugen. (JUB)

8. Billie Eilish

Billie EilishBeeld Stefaan Temmerman

Billie Eilish. Nog altijd maar 17. Volledige naam: Billie Eilish Pirate Baird O’Connell. Pirate! Zondag zorgde ze, op een grijze namiddag om 15 uur, voor misschien wel de grootste volksverhuizing van de voorbije paar Pukkelpop-edities. Voorafgegaan door enkel broer Finneas en drummer Andrew, stapte ze het hoofdpodium zelfverzekerd op. Kleine grijns naar het publiek, en dan meteen haar recentste grote hit: ‘Bad Guy’. En ‘My Strange Addiction’, met die ‘No Billie, I haven’t done that dance since my wife died’-sample uit The Office. America’s spooky sweetheart – in haar thuisland is ze, na Sinéad O’Connor en Alanis Morissette, pas de derde vrouwelijke artieste met meerdere nummer-één-hits in de alternatieve charts – danste, sprong, voguede, croonde en kreunde zich een weg door haar arsenaal hitjes. ‘When I Was Older’, ‘Wish You Were Gay’, ‘Ilomilo’, ‘When the Party’s Over’, ‘Bury a Friend’. Billie en band konden de spanningsboog geen volledig concert lang gespannen houden, haar stem was soms iets te ver weggeduwd in de geluidsmix en het lijdt geen twijfel dat de impact van een concert na zonsondergang nog veel groter was geweest. Bovendien kijken we er al naar uit tot ze, twee of drie platen verder, nog meer materiaal heeft om uit te putten voor een gevarieerdere set. Dat neemt niet weg dat ze er stond. Dat ze niet te licht uitviel. En dat het opmerkelijk is dat ze op haar zeventiende al een manier heeft gevonden om een ‘larger than life’-uitstraling geloofwaardig te combineren met het vermogen er als een redelijk normale, herkenbare tiener bij te lopen. Ook al staat het Sauron-oog van de popwereld al meer dan anderhalf jaar op haar gericht. (FVD)

9. Eefje De Visser

Eefje De VisserBeeld Stefaan Temmerman

Op dag één van Pukkelpop waren Hasselt en omstreken zwanger van verlangen, ontroering en sublimiteit. In de Marquee was Eefje De Visser gul met melancholie van een goed jaar. De Visser hoefde niet naar complimenten te hengelen om de handen op elkaar te krijgen. Als je songs als ‘Staan’ en ‘Mee’ in de vingers hebt, weet je hoe je het braakland tussen pop en experiment moet omploegen. Aan haar zijde staan tegenwoordig twee zangeressen: Aysha de Groot en Wieteke Wijte. Het zou een meesterzet blijken – drie stemmen die kunst van het begeesteren onder de knie hebben. Er stond een man of vijfhonderd. Weinig voor een act van dit kaliber. “Ik maak de zon zwart, maak de zon zwart, maak de zon zwart”, zong ze. Ze brabbelt maar wat, zou je denken, maar de woorden waarmee ze de Marquee decoreerde, ademden poëzie die tot diep in de poriën dringt. Dijk van een show. (ELV)

10. Brihang

BrihangBeeld Francis Vanhee

Vijf jaar geleden schreef Brihang na Pukkelpop ‘Kleine dagen’, over zijn gevoel toen hij ’s avonds na die show in zijn zetel zat. Wedden dat hij na zijn overrompelende set in de Lift dit jaar eerder met iets als ‘Grootse dagen’ op de proppen komt? Want, jongens: dit zat goed. Brihang kwam op Pukkelpop zijn nieuw album voorstellen. Het heet Casco en de nieuwe songs bevestigden namelijk al het goede wat het nu al klassieke ‘Steentje’ liet vermoeden: Brihang zette in subtiele, altijd goed gevonden maar nooit nadrukkelijk woordspelerige rhymes de kleine kantjes van zichzelf en zijn medemens in de zeik én toonde er tegelijk uitgesproken liefde voor. De liefde die Brihang in zijn lyrics legde, kaatste het publiek driedubbel terug. Niet alleen rapten zijn fans oudere tracks als ‘Morsen’ en ‘Wieder’ volledig mee, ze droegen hem na het voorlaatste nummer zelfs létterlijk op handen. (PC)