Direct naar artikelinhoud
Film

Johnny Depp overtuigt als volstrekt egocentrische narcist

Johnny Depp in ‘Richard Says Goodbye’, die de rol van Richard bijna slaapwandelend lijkt te spelen.Beeld -

In het zwartkomische drama Richard Says Goodbye speelt Johnny Depp een aan lager wal geraakte vrijbuiter die alle grip op de realiteit verliest – precies het imago dat Depp tegenwoordig zelf heeft. 

Het kan een zeldzaam plezier zijn wanneer een personage perfect samenvalt met de persoon van de acteur die het speelt. Denk maar aan hoe Sean Connery decennialang de je-ne-sais-quoi van James Bond belichaamde. Of hoe de even wereldse als naïeve uitstraling van de jonge Julia Roberts perfect op zijn plek viel in haar rol als escort in Pretty Woman.

Zoiets zien we ook in Richard Says Goodbye, waarin Johnny Depp de titelfiguur speelt. Richard is ingedut als professor op een elitaire universiteit, zit vast in een liefdeloos huwelijk en wordt openlijk geminacht door zijn lesbische tienerdochter. Tot zover weinig wat overeenkomt met het rock-’n-rollimago van branieacteur Depp.

Maar dan krijgt Richard te horen dat hij stervende is, en gooit hij het roer om. Hij weigert de behandeling en vertelt niemand dat hij ziek is, maar gaat wel elke dag leven alsof het zijn laatste is. Wat in zijn geval betekent: volop experimenteren met seks en drugs, zijn luie studenten eens goed de waarheid vertellen en de man die een affaire heeft met zijn vrouw te grazen nemen. En zo belichaamt Richard ineens exact het imago van de aan lager wal ­geraakte vrijbuiter dat ook Depp tegenwoordig aankleeft.

Minachting

Depp maakt er al zijn hele carrière lang een kunst van rollen te kiezen die zijn imago versterken, of om andersom zijn rebelse persoonlijkheid door te laten klinken in de personages die hij speelt. In zijn grootste successen vallen die twee lagen volledig over elkaar; hoe minder dat het geval is, hoe minder goed de films ook lijken te zijn.

Dat begint al bij zijn grote doorbraak, de tv-serie 21 Jump Street (1987-1991), waarmee hij als 24-jarige acteur van de ene op de andere dag een tieneridool werd. Depp was die reputatie en het werk aan de serie al snel helemaal zat, maar zat er contractueel wel voor minstens vier seizoenen aan vast. Zijn minachting voor de serie wordt gaandeweg de reeks steeds duidelijker zichtbaar in zijn spel, maar vreemd genoeg wordt zijn personage daar alleen maar interessanter van.

Eenmaal verlost van de serie, koos Depp films die zijn status als tieneridool doelbewust op zijn kop zetten. In 1990 benadrukten zijn rollen in het campy Cry-Baby van cultmaestro John Waters en het gothic sprookje ­Edward Scissorhands van Tim Burton beide zijn status als outsider.

Verlopen junkie

Edward Scissorhands was de eerste van een lange reeks samenwerkingen tussen Depp en regisseur Tim Burton. Het verloop in de rollen die Depp voor Burton speelde, staat gelijk aan het verloop van de roem van de acteur zelf. Altijd speelde hij eenlingen, weirdo’s, maar wel steeds net andere eenlingen. Van de naïeve eenlingen in Edward Scissorhands en Ed Wood (1994) groeide dat langzaam uit tot veel excessievere exemplaren als Willy Wonka in Charlie and the Chocolate Factory (2005) en de Mad Hatter in Burtons versie van Alice in Wonderland (2010).

Johnny Depp In ‘Edward Scissorhands’.Beeld Fox

Maar het perfectst viel Depps imago samen met een rol in een reeks films die hij zonder Burton maakte: de megaspektakels van Pirates of the Caribbean, waarvan tussen 2003 en 2017 vijf delen verschenen. Zijn Captain Jack Sparrow was de kurk waarop het onwaarschijnlijke succes dreef van deze piratenfilms. De vrijbuiter die permanent beschonken lijkt, maar ondertussen telkens met het ­onmogelijke weg blijkt te komen: het was Depp ten top.

Inmiddels is die reputatie wat verzuurd. Zijn imago als feestbeest kreeg een flinke knauw toen hij in 2016 door zijn ex, actrice Amber Heard, werd beschuldigd van huiselijk geweld – de ruzie tussen de inmiddels gescheiden sterren duurt tot de dag van vandaag voort in de media. Vervolgens bleek de acteur ook in ernstige financiële problemen te zitten. Een ontluisterend interview in Rolling Stone portretteerde Depp als een verlopen junkie die alle grip op de realiteit kwijt was.

En nu is er dus Richard Says Goodbye om dat deel van Depps levensloop tot fictie te verwerken. Geen perfecte film, maar wel een interessante, vooral dankzij Depp. Dat we meeleven met de volstrekt narcistische en egocentrische hoofdfiguur van de film is volledig aan hem te danken. Hij lijkt de rol bijna slaapwandelend te spelen, maar die nonchalance sluit perfect aan bij de onverschilligheid die Richard bij alles voelt (of veinst) nadat hij zijn doodvonnis heeft gekregen. Nu maar hopen dat de film geen vaarwel betekent voor Depp.

In de bioscoop vanaf 21/8.

Knipoog

In Amerika werd Richard Says Goodbye uitgebracht als The ­Professor; de Belgische distributeur houdt blijkbaar vast aan de werktitel van de film, een knipoog naar de eerste speelfilm van regisseur Wayne Roberts, Katie Says Goodbye, uit 2016. Verwacht op basis van die vergelijkbare titels overigens geen gelijksoortige films: inhoudelijk hebben ze weinig gemeen, behalve wellicht een wat naargeestig mensbeeld. Roberts’ debuut stond qua milieu lijnrecht ­tegenover de universitaire elite van zijn tweede film, in een stoffig dorpje waar de jonge serveerster Katie een manier zoekt om het ellendige ­leventje daar te ontvluchten.