Direct naar artikelinhoud
Wetenschap

Uw huis zit vol beestjes, en dat is maar goed ook

Uw huis zit vol beestjes, en dat is maar goed ook
Beeld Fernando Leon

Ook wanneer je denkt alleen thuis te zijn, ben je omringd door een paar honderdduizend beestjes. En gelukkig maar, want met hoe minder ze zijn, hoe meer kans je hebt er last van te krijgen, of er zelfs ziek van te worden.

Een stuk of twintig, dacht u wellicht, of misschien wel vijftig, maar meer zal het niet zijn, en dat dachten wij ook. Er zijn vliegen en muggen, af en toe zien we eens een zilvervisje of aan de tuindeur een verdwaalde mier, en dan is er natuurlijk Oidipoes, onze kat, die weleens met vlooien naar huis komt, wat ons er meteen aan herinnert dat niet alle dieren in huis even aangenaam zijn. Nee, veel meer dan dat zal het niet zijn, dachten we, tot we Nooit alleen thuis van de Amerikaanse bioloog Rob Dunn lazen. Ons huis blijkt een immense biotoop te vormen waarin honderdduizenden organismen in een precair evenwicht met elkaar samenleven.

Dat we ons daar niet van bewust zijn heeft een paar redenen. Vooreerst zijn heel veel van die beestjes niet met het blote oog te zien, zoals bacteriën bijvoorbeeld, of ze zitten verborgen in muren of schrijnwerk, zoals zwammen en schimmels. Belangrijker is echter dat onderzoekers alleen achter organismen aangaan die de mens op een of andere manier last bezorgen, die ons ziek maken bijvoorbeeld, en dat zijn er in feite bitter weinig. Minder dan honderd soorten virussen, bacteriën en eencelligen zijn verantwoordelijk voor zowat alle infectieziekten. De rest laat wetenschappers koud, behalve Rob Dunn dan. Hij zette een onderzoeksproject op waarbij veertig huizen van kelder tot zolder werden uitgekamd. Deurposten en -knoppen, douchekoppen, koelkasten, boilers, kussenslopen, zout- en peperstelletjes, kachels, aanrechten en wc-potten, Dunn en zijn team gingen ze met wattenstaafjes te lijf en vonden naast heel wat geleedpotigen 80.000 soorten bacteriën en 40.000 soorten zwammen en dat terwijl er van die laatste slechts 25.000 wetenschappelijk waren beschreven.

Koningin Elisabeth I

Veel van die beestjes zijn aan ons verknocht. Iedere dag verliezen we ongeveer vijftig miljoen huidschilfers waar bacteriën zich graag te goed aan doen, net als aan ons speeksel en aan onze uitwerpselen natuurlijk. En de liefde is wederzijds. Darmbacteriën vergemakkelijken ons verteringsproces en produceren vitamines. Huidbacteriën beschermen ons tegen ziektes. “Ik ga een keer per maand in bad, of het nu nodig is of niet”, zei de Britse koningin Elisabeth I ooit, en hoewel we vandaag bij een dergelijke uitspraak onze neus optrekken, had ze misschien niet eens zoveel ongelijk. Sinds de eerste onderzoeksresultaten begin jaren 1990 werden gepubliceerd, weten we immers dat onze overdreven aandacht voor netheid en hygiëne ons meer kwaad dan goed doet.

Sinds de jaren 1950 is het aantal mensen dat aan chronische infectieziekten als Crohn, MS, astma en atopische dermatitis lijdt om de twintig jaar verdubbeld, met de sterkste toename in de rijkere landen, waar hygiëne een teken van welvaart is geworden. We schrobben onszelf te pletter, menen ieder beestje te moeten verdelgen en leven daardoor in de steeds gevaarlijker wordende woestenij die we een gezellige thuis noemen. Biodiversiteit is van levensbelang, ontdekte Dunn, niet alleen buiten, maar ook binnen.

Makkelijk te beweren maar moeilijk te testen lijkt zo’n uitspraak, ware het niet dat de geschiedenis ons soms een handje helpt. Tot WO II was Karelië een Finse provincie. Na de oorlog ging de helft ervan naar de Sovjet-Unie. Het verschil in levensstandaard en -gewoonten nam daardoor steeds meer toe. Waar de Russen er nog steeds leven als hun grootouders, op het platteland, tussen de velden en de bossen, is het Finse deel verstedelijkt geraakt en wonen mensen er in moderne, hygiënische huizen. Ze leven er langer, maar ze hebben wel drie keer zoveel last van chronische infectieziekten. En de gevolgen zijn niet alleen fysiek. Uit onderzoek is immers gebleken dat het psychologisch welzijn en het leervermogen van kinderen achteruit gaan bij een verminderde biodiversiteit in huis.

Bedwants.Beeld shutterstock

Alexander Fleming, de ontdekker van de penicilline, zei al tijdens zijn Nobelprijs-rede in 1945 dat antibiotica een wondermiddel leek dat voor eens en altijd komaf zou maken met bacteriële aandoeningen, maar dat dit slechts schijn was. Die bacteriën zouden resistent worden, zei hij, en de strijd zou nooit finaal gestreden zijn. Hij had gelijk. Veel ziektes zijn aan een opmars bezig en het op de markt brengen van nieuwe antibiotica gebeurt merkelijk trager. In feite zijn we bezig op die manier de evolutie te sturen. We maken de bacteriën steeds sterker. Eenzelfde fenomeen is aan de gang in onze huizen. We gaan bacteriën en insecten te lijf met steeds zwaardere chemische middelen. De zwakkere – en meestal ook onschadelijke – soorten sterven daardoor en maken plaats voor de sterkere en schadelijke die zich snel aanpassen aan het gif en plots het rijk voor zich hebben. Kakkerlakken en huidkevers worden steeds resistenter en nemen de plaats in van andere insecten die verdwijnen. En we veranderen ook ongewild hun gewoonten. Bedwantsen stammen oorspronkelijk af van wantsen die overdag bloed zuigen bij vleermuizen. Omdat wij overdag actief zijn, hebben ze zich aangepast en komen ze pas ’s nachts in actie. Eenzelfde fenomeen zie je bij kakkerlakken, die bovendien steeds kleiner worden, om in smalle spleten te passen in onze keuken.

Maar gelukkig hebben we nog huisdieren. Vooral honden brengen grondbacteriën mee naar binnen, en fecale natuurlijk, die ze gretig verspreiden wanneer ze ons enthousiast welkom heten. Wat vies, denken we dan, zo’n hond die eerst aan de kont van een andere hond likt en dan aan ons gezicht, maar volgens de laatste inzichten zou dit onze darmflora weleens te goede kunnen komen. Die hebben het immers steeds moeilijker in onze steriele huizen.

Lessen van een grottensprinkhaan

De grottensprinkhaan is nogal schuw en komt wereldwijd in kelders en grotten voor. In de Zuid-Franse Grotte des Trois-Frères is er zelfs een 32.000 jaar oude wandtekening van gevonden. Volstrekt onbelangrijk leek dat beest, tot men ontdekte dat het bacteriën bevat die zwarte loog kunnen verteren, het taaie en schadelijke goedje dat achterblijft wanneer je van een boom een hoop papier hebt gemaakt. We kunnen die sprinkhaan dus maar beter in ere houden, want misschien toont hij ons wel hoe we uit schadelijk afval bruikbare energie kunnen puren. En zo zijn er wel meer. De huisvlieg maakt bijvoorbeeld een antibioticum dat zwammen bestrijdt, en spinrag blijkt een licht en beresterk bouwmateriaal.

Het sprookje van de kakkerlak en de wesp

Duitse kakkerlakken hebben in een paar eeuwen tijd de hele aarde veroverd, van de evenaar tot de polen. Alleen in het ISS komen ze niet voor. Niet alleen zorgt zo’n beest in een jaar voor duizend nakomelingen, die blijken dan ook nog eens heel moeilijk te bestrijden. De combinatie van vergif met glucose als lokmiddel heeft bijvoorbeeld maar kort gewerkt. De kakkerlakken ontwikkelden gewoon een afkeer voor glucose. Steeds nieuwere en sterkere chemische middelen ontwikkelen is echter niet de weg vooruit, aangezien de kakkerlak ook natuurlijke vijanden heeft, zoals een klein wespje dat haar eitjes legt in de eipakketjes van de kakkerlak, waarna de made die allemaal lekker opeet.

Van muizen en mensen

Honden en katten overspoelen ons niet alleen met liefde en nuttige bacteriën, ze kunnen ons ook ziek maken. Honden kunnen met hun natte tong wormeneitjes overbrengen en katten bezorgen ons het vooral voor zwangere vrouwen gevaarlijke toxoplasmosa gondii. Deze parasiet kan alleen paren in de kat. De eitjes komen met de uitwerpselen naar buiten en belanden in het beste geval tussen het voedsel van ratten en muizen die er een merkwaardige gedragsstoornis aan overhouden. Opeens worden ze overmoedig en roekeloos, waardoor ze een makkelijker prooi zijn voor de kat en de cirkel rond is. Uit onderzoek is gebleken dat ook mensen die besmet zijn met toxoplasmosa gondii makkelijker risico’s nemen en meer auto-ongelukken veroorzaken. Er zou zelfs een verband zijn met schizofrenie.

Rob Dunn – Nooit alleen thuis: het verrassend veelzijdige dierenleven achter onze voordeur, Balans, 352 p., 23,99 euro.

Van muizen en mensen
Beeld rv