Direct naar artikelinhoud
Onderwijs

Erasmushogeschool gooit grote aula en klassieke blokperiode overboord

Erasmushogeschool gooit grote aula en klassieke blokperiode overboord
Beeld BELGA

Weg met grote groepen die les volgen in de aula, weg met de klassieke blok aan het einde van het jaar. De opleiding communicatiemanagement van de Erasmushogeschool in Brussel gooit de klassieke manier van werken overboord. ‘We merkten dat de studenten de verbanden tussen de vakken niet meer snapten.’

De start van het academiejaar nadert met rasse schreden. Al betekent voor veel studenten nog niet dat ze meteen met hun neus in de boeken duiken. Verschillenden onder hen kiezen ervoor om de eerste weken onderuitgezakt op de achterste rijen van de aula te bekomen van de pas herwonnen vrijheid. De examens en bijbehorende blok zijn toch nog ver weg, niet?

Niet zo in Brussel. Aan de Erasmushogeschool gooit de opleiding communicatiewetenschappen de indeling van het academiejaar volledig om. Ze vertrekt daarbij niet meer van klassieke vakken als psychologie of sociologie. “De inhoud van die vakken blijft natuurlijk wel behouden, maar we verdelen ze voortaan over verschillende thematische modules”, zegt opleidingshoofd Guy Segers.

Zelfstudiepakket

Die thematische modules zijn korter en volgen dus sneller op elkaar dan de klassieke vakken. Daardoor moeten studenten sneller aan de bak. Elke module zal ongeveer zes weken duren. Daarbinnen volgen de studenten elke week hetzelfde stramien. Ze krijgen eerst een algemene les of introductie, waarop wordt uitgelegd wat van hen verwacht wordt. Vervolgens moeten ze aan de hand van een zelfstudiepakket de leerstof thuis verwerken. Aan het einde van de week volgt nog een coachingmoment met de hele groep. “Op die manier zien de studenten de leerstof drie keer in één week”, zegt Segers.

Zelfstudiepakket
Beeld BELGA

Na elke module volgt een evaluatie. Dat kan in de vorm van klassieke examens, maar ook via een taak of een groepswerk. Daarbovenop komt nog een praktijkgericht vak, waarbij studenten uit de drie bachelorjaren samen opdrachten van echte bedrijven aannemen en tot een goed einde moeten brengen.

Professor onderwijskunde Martin Valcke (UGent), gespecialiseerd in de innovatie van het hoger onderwijs, is gewonnen voor de aanpak. “Het is een gekende innovatie in het onderwijs, zij het dat ze tot nu toe vooral aan universiteiten werd toegepast, bijvoorbeeld bij de Gentse geneeskunderichting. In hogeschoolrichtingen is het vrij uniek.” 

Sterk gewijzigde instroom

Volgens Valcke is zo’n aanpak aan te raden bij richtingen waar de samenhang tussen verschillende vakken erg belangrijk is, zoals bij geneeskunde. “Maar ook voor opleidingen waar concrete competenties heel relevant zijn”, zegt hij. “Bij richtingen waar eerst een brede basiskennis moet worden opgebouwd, zoals ingenieursrichtingen, is het misschien minder aangewezen.”

In Brussel kozen ze voor de geïntegreerde aanpak om de samenhang tussen alle vakken duidelijker te maken. “Als we de studenten bevroegen, gaven ze aan dat ze de samenhang tussen de verschillende vakken niet meer snapten”, zegt Segers. “Bovendien waren ze de helft van de leerstof twee weken na de examens alweer vergeten.”

Al is dat zeker niet de enige reden voor de hervorming. “De instroom van studenten is hier de afgelopen vijftien jaar sterk gewijzigd”, zegt Segers. “Kregen we in het verleden nog 60 tot 70 procent Nederlandstaligen binnen, dan is die verhouding nu omgekeerd. De huidige studenten zijn zeer sterk in een aantal zaken, maar zijn allemaal erg verschillend.” 

Om hen allemaal goed te kunnen begeleiden, was er nood aan een meer individuele begeleiding. De opleiding zweert dan ook meer bij klaslokalen dan bij volgepakte aula’s.

Continue feedback

Zijn er dan geen nadelen verbonden aan de aanpak? Jawel, meent Valcke. “Het is bijzonder intensief, in de eerste plaats voor de lectoren. Het systeem staat of valt met de mate waarin ze continu feedback blijven geven aan de studenten.” 

Maar ook voor de studenten is het zwaar. “De perceptie dat studenten gepamperd worden, klopt niet. De werkdruk ligt een pak hoger. Studenten klagen daar soms over. Dus neen, er is geen plaats voor de mañana-student die liever onderuitgezakt in de aula zit.”