OESO: toekomst wereldeconomie oogt almaar donkerder

Voor de derde keer in minder dan een jaar verlaagt de rijkelandenclub Oeso zijn groeiverwachtingen voor de wereldeconomie. Dat gebeurde ook al in november 2018 en mei van dit jaar. De conclusies zijn niet mals: 2019 en 2020 zullen de kleinste globale economische groei laten optekenen sinds 2008.

De redenen klinken bekend in de oren. Er zijn de spanningen op wereldvlak en er is de onzekerheid die op de vraag, de investeringen en de productiviteit weegt. De groeimotor valt in het Westen zo goed als stil.

De Chinees-Amerikaanse handelsoorlog zal China een vol procentpunt aan economische groei kosten, 0,75% aan de VS en een half procentpunt aan de wereld. De oplossing? Overheden moeten hun budget inzetten om te investeren in grote infrastructuurwerken.

De groei van de wereldeconomie zou dit jaar op 2,9% afklokken, in 2020 ziet het er maar marginaal beter uit: 3% groei aldus de Oeso. In zowat alle landen van de G20 wordt de groeiprognose verlaagd.

OESO

Het is vooral de Chinees-Amerikaanse handelsoorlog die de Française Laurence Boone (foto), de chief economist van de Oeso, zorgen baart. Maar er is meer. Ook de schaduw van een no-dealbrexit hangt boven Europa. Die zou Groot-Brittannië in 2020 in recessie duwen en voor grote industriële storingen zorgen in de rest van Europa.

Overheden moeten investeren in infrastructuurwerken

Toch heeft de rijkelandenclub ook enig advies klaar: we moeten minder rekenen op centrale banken en meer op onze politici. Overheden beschikken over budgetten om te investeren in infrastructuurwerken. Het is niet aan de ECB om daarin tussen te komen. Iets waar de Oeso al jaren op wijst, met vooral Duitsland als case in point

Laurence Boone: “Hoe kun je zelfrijdende auto’s ontwikkelen als je niet de fysieke en de digitale infrastructuur hebt om data te verzamelen? Hoe verminder je je koolstofuitstoot als je voor energie afhankelijk bent van steenkool? Die energie-omslag vergt investeringen in infrastructuur en mensen. Het is belangrijk dat Duitsland daar werk van maakt, want er is behoefte aan en het heeft er de budgettaire ruimte voor.”

Die investeringen moeten gepaard gaan met een monetaire politiek die structurele budgethervormingen ondersteunt. Door in de toekomst te investeren zullen overheden de economische groei op lange termijn aanzwengelen en bubbelvorming in activa beperken. Door in te zetten op investeringen in infrastructuur zal het risico op lage groei worden geneutraliseerd. Maar dat moet dan wel nu gebeuren.

Meer