Twee jaar cel met uitstel voor ex-gynaecologe na dood van patiënte

© rr

De correctionele rechtbank van Leuven heeft een 60-jarige ex-gynaecologe maandag veroordeeld tot twee jaar cel met uitstel voor de dood van een patiënte. De vrouw werd schuldig bevonden aan schuldig verzuim, valsheid in geschrifte en onwettige uitoefening van de geneeskunde.

Ingrid V.M. uit Oud-Heverlee had tot 30 september 2008 een praktijk als gynaecologe in Leuven. Door privéproblemen werd ze op het matje geroepen door de Orde der artsen. Uiteindelijk werd haar inschrijving, een wettelijke verplichting voor alle artsen die in België de geneeskunde tijdelijk of definitief willen uitoefenen, ingetrokken door de Orde der artsen en het Riziv. Toch besloot de geschrapte gynaecologe door te werken, met een beperkt cliënteel.

Een van de resterende klanten was Norbertine P.. De vrouw ging eind december 2015 op aanraden van haar dochter op consultatie bij de beklaagde, nadat ze geconfronteerd was met blijvend bloedverlies. De patiënte, haar dochter en kleindochter hadden groot vertrouwen in de arts omdat zij een goede kennis van de familie was. Haar naambord met de vermelding ‘gynaecologie’ hing nog steeds aan de buitengevel van de consultatieruimte.

Ingrid V.M. voerde op 11 januari 2016 een klinisch onderzoek uit. Na een echografie nam ze een uitstrijkje en schreef ze Norbertine P. twee geneesmiddelen voor. De patiënte kreeg weinig later het geruststellende nieuws dat het uitstrijkje geen afwijkingen vertoonde. Maar het bloedverlies stak opnieuw de kop op. P. ging op 2 juni 2016 opnieuw op consultatie bij de gynaecologe. Die nam opnieuw een uitstrijkje en bevestigde dat het resultaat negatief was.

In het Heilig Hartziekenhuis in Leuven stelde een andere gynaecoloog op 26 juli 2016 onmiddellijk een vaginaal circulaire stenose vast. Het vermoeden van baarmoederhalskanker werd bevestigd door nog een andere arts in het UZ Leuven. Door de late diagnose was de kanker al uitgezaaid. Chemotherapie werd alleen nog opgestart uit palliatieve overwegingen. De vrouw stierf op 20 november 2017 op 70-jarige leeftijd.

De beklaagde had op de zitting de betichtingen van valsheid in geschrifte en onwettige uitoefening van de geneeskunde niet betwist. Dat deed ze wel met de derde aantijging van schuldig verzuim. De rechtbank achtte ook dat verzuim bewezen omdat Ingrid V.M. niet in de mogelijkheid was om de afgenomen stalen door te sturen naar een bevoegd lab. Evenmin kon zij zelf correct onderzoek doen bij gebrek aan de juiste apparatuur.

De rechtbank volgde de stelling van het openbaar ministerie dat V.M. de patiënte had moeten doorverwijzen omdat bepaalde symptomen op kanker konden wijzen. ‘Gelet op het belang van het vroegtijdig opsporen van de ziekte is het duidelijk dat al bij de eerste consultatie sprake was van groot gevaar’, stelde de rechter.

Aan de straf met uitstel zijn vijf probatievoorwaarden gekoppeld. De ex-gynaecologe moet zich intensief psychomedisch laten behandelen. Ze moet de schrapping van de lijst van artsen respecteren en mag het beroep van geneesheer-specialist niet meer uitoefenen.

De dochter en kleindochter van de overleden patiënte kregen een respectieve schadevergoeding van 9.100 en 4.250 euro. Ook vier mutualiteiten hadden zich burgerlijke partij gesteld. Zij kregen een provisionele schadevergoeding van 1 euro.