Direct naar artikelinhoud
Inval Noord-Syrië

Koerden vluchten niet alleen voor de Turken: ze vrezen vooral dat ándere leger

Rook stijgt op boven de Syrische stad Ras al-Ain, die woensdag door Turkije werd aangevallen.Beeld AFP

Voor wie sloegen de Koerdische inwoners in de Syrische grensstreek woensdag op de vlucht, na de eerste Turkse artilleriebeschietingen op de stad Ras al-Ain? Wie de afgelopen jaren het noordoosten van Syrië heeft bezocht, weet: niet alleen voor het Turkse leger.

Zeker, het Turkse leger van president Recep Tayyip Erdogan is een professionele, tot de tanden bewapende NAVO-krijgsmacht. Toen de Turken zondag aan hun Amerikaanse bondgenoten vroegen om twee legerbases te ontruimen omdat het Turkse offensief “aanstaande” was, maakten de Amerikanen ogenblikkelijk plaats. Koerdische strijders van de SDF-militie, hoewel gehard in de strijd tegen IS, maken tegen de Turken geen schijn van kans.

Toch vrezen de Koerden in Syrië vooral ook een ander leger. Het ‘Nationale Leger’. Deze strijdmacht, met tot wel 100.000 soldaten bijna twee keer zo groot als de Koerdische SDF, is afgelopen vrijdag haastig opgericht. Het is de laatste reïncarnatie van de door Turkije gesteunde rebellen van het Vrije Syrische Leger. Onder welke naam ze ook opereren, het gaat hier om een immens huurlingenleger van Syrische militiestrijders: Syriërs, vooral soennitische Arabieren en Turkmenen.

Ooit, in 2011, namen deze strijders als pro-westerse revolutionairen de wapens op tegen de Syrische president Bashar al Assad. Na tal van plotwendingen in de Syrische burgeroorlog die nu al acht jaar duurt, zijn de meesten van hen zwaar religieus en worden ze gesteund door de Turkse president Erdogan. Die zette hen in om de stad Jarabulus te veroveren op IS in 2016 en stuurde de milities vooruit om het Koerdische bestuur uit Afrin te verjagen in 2018. Nu is het hun beurt om de oostoever van de Eufraat te ‘bevrijden’ van de Koerdische SDF-militie.

Terugvechten

De afgelopen dagen verschenen op sociale media beelden van een complexe internationale verplaatsing: Syrische rebellen die onder Turkse regie per bus uit een ander deel van Syrië, ten noorden van Aleppo, naar Turkije werden gebracht. De bedoeling is dat ze zich nu een weg terugvechten Syrië in, om zo het Koerdische bewind uit de grensstreek te verjagen.

Burgers in een wagen terwijl op de achtergrond de rook opstijgt na een Turks bombardement in de Syrische grensstrook.Beeld AFP

Sommige groepen binnen het Nationale Leger zijn omstreden. De Koerdische journalist Riam Dalati twitterde een filmpje van rebellen van de ‘Hasakah Schild-Brigade’, onderdeel van de Turkmeense Sultan Murad-Brigade, die zich opstelden aan de grens vlak bij Ras al Ain, wachtend op het Turkse commando voor de aanval. De Sultan Murad-Brigade wordt door de VN in verband gebracht met oorlogsmisdrijven op Koerden in Aleppo.

Tekenend voor de gang van zaken in de Syrische oorlog: dezelfde Sultan Murad-Brigade werd tussen 2016 en 2018 als “gematigde” rebellengroep door Nederland gesteund met onder meer medische kits en Toyota’s. Ze zullen het nu met Turkse steun opnemen tegen de SDF-militie, gesteund en getraind door de Verenigde Staten.

Ook de Suleiman Shah-Brigade, in het verleden eveneens door Nederland gesteund, maakte zich eerder deze week op voor vertrek naar de frontlijn. Op Twitter plaatste de brigade filmpjes waarop ze zich voorbereidt op het “bevrijden” van de oostoever van de Eufraat van “separatistische terroristische milities”, te weten de Koerdische SDF. Een van de filmpjes had als motto ‘een gezonde geest in een gezond lichaam’.

Terugvechten
Beeld AFP

Niet toevallig

Het is niet toevallig dat Turkije ervoor koos om als eerste Ras al-Ain aan te vallen en de militiestrijders hier langs de grens te positioneren. Hier vond in het begin van de Syrische oorlog, in 2012 en 2013, al eens een gewapende confrontatie plaats tussen enerzijds rebellen van het Vrije Syrische Leger en het toenmalige Nusra-Front, populair aangeduid als Al Qaida in Syrië, en anderzijds de Koerdische YPG-militie, die later zou opgaan in de SDF.

Indertijd wonnen de Koerden, met een beetje hulp van de Syrische regering. Nu krijgen de rebellen in Ras al-Ain dankzij de Turken een tweede kans. De emir van het voormalige Nusra-Front, Al Jolani, heeft zijn steun uitgesproken aan het Turkse offensief. Zoals een Koerdische arts in Manbij – een stad waar de Turken al sinds 2018 op azen – vorig jaar tegen de Volkskrant zei: “We zijn bang dat met de Turken de jihadisten terugkomen en wraak nemen.”