Direct naar artikelinhoud
Vlaamse regering

‘‘De afspraak’, dat is een probleem’: waar Jambon I naartoe wil met de VRT

‘‘De afspraak’, dat is een probleem’: waar Jambon I naartoe wil met de VRT
Beeld Photo News

Vlaams, slank en vooral neutraal: het Vlaams regeerakkoord maakt onomwonden duidelijk hoe de openbare omroep er in de toekomst uit moet zien. Maar wat zullen we daar op het scherm van merken? ‘De VRT moet zijn fichebak dringend uitbreiden.’

en

De VRT vertolkt een hoofdrol in het 303 pagina’s tellende regeerakkoord. Zestien keer wordt de openbare omroep vernoemd. Een record. Ook aan de Reyerslaan was dat even schrikken. Wie het akkoord bestudeert merkt dat Jambon I grote ambities koestert voor de VRT. 

Zo moeten programma’s van de VRT voortaan – het liefst in perfect Nederlands – de Vlaamse identiteit versterken. Op VRT.NWS en in de nieuwsprogramma’s krijgt de VRT opdracht om “een breed geschakeerd palet aan opinies” aan bod te laten komen.  

Jambon I legt de VRT ook “respect voor pluralisme” op en verplicht de openbare omroep “de hoogste standaarden van neutraliteit in alle programma’s te behalen”. Als stok achter de deur stelt het akkoord dat “daarbij een gedegen interne en externe kwaliteitscontrole en rapportering ontwikkeld moeten worden”. 

Voor de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ) is dat laatste een reden voor grote ongerustheid. “Ondermijnt de Vlaamse regering daarmee per definitie niet de onafhankelijke en kritische informatieopdracht die de VRT-redactie heeft?”, vroeg de journalistenvereniging zich deze week hardop af.

Apothekersschaaltje

“Er wordt nu plotseling gedaan alsof wij Noord-Korea-gewijs gaan bepalen wat wel en niet op tv en radio moet komen”, reageert Marius Meremans, die voor de N-VA aan de onderhandelingstafel zat. “Maar dat is absoluut niet de bedoeling. We gaan echt niet met een apothekersschaaltje afwegen wie precies hoeveel scherm– of radiotijd krijgt.” 

Apothekersschaaltje
Beeld Sven Franzen

Ook bij de andere regeringspartijen is te horen dat het niet zo’n vaart zal lopen. “Nieuw is die nadruk op het aan bod komen van zo veel mogelijk verschillende opinies niet”, klinkt het bij Karin Brouwers, de media-specialiste van CD&V. “Ook in vorige parlementaire resoluties en beheersovereenkomsten stond dat expliciet vermeld. We gaan niet over de schouder van de redacties meekijken. Uiteraard blijft de nieuwsdienst zijn onafhankelijkheid behouden.”

Gevoelige thema’s

Maar wie doorvraagt, merkt al snel dat het toch niet helemaal business as usual is. Bij de regeringspartijen leeft wel degelijk het gevoel dat bij de VRT steeds dezelfde, voornamelijk linkse, stemmen het hoge woord mogen voeren. En dat daar in deze legislatuur verandering in moet komen. 

“Ze moeten dringend hun fichebak wat uitbreiden”, klinkt het in de wandelgangen. Meremans haalt bij wijze van voorbeeld de berichtgeving over de Vlaamse canon aan. “Daar is deze zomer een behoorlijke brok zendtijd aan besteed. Met één constante: iedereen die aan het woord kwam, vond het een slecht idee. Of dat bewust was? Het was zomer, misschien waren alle voorstanders net op reis. Al zou dat me sterk verwonderen.”

Ook bij andere ‘gevoelige thema’s’, zoals Meremans ze omschrijft, was de berichtgeving op de VRT niet helemaal zoals het hoorde. “Ook als het over migratie of het hoofddoekendebat gaat, komen te vaak dezelfde stemmen aan bod.” 

Bij CD&V klinkt eenzelfde kritiek. Al worden de gevoelige thema’s daar net iets anders ingevuld. “Het stoorde veel mensen dat de klimaatbetogingen zo veel aandacht kregen”, zegt Brouwers. Dat net CD&V zich daaraan stoorde, is niet verwonderlijk: met Joke Schauvliege had de partij de voor klimaat bevoegde minister in de rangen.

Goed rapport

Gevraagd naar waar het precies fout loopt in die berichtgeving komt opvallend vaak het Canvas-programma De afspraak ter sprake. “Met Het journaal of Terzake kunnen we leven. Maar De afspraak, dat is een probleem.” Bij de politici die we de voorbije dagen aan de lijn hadden, leeft het idee dat daar te vaak dezelfde figuren mogen aanschuiven. Om dat in kaart te brengen moet er volgens het regeerakkoord werk gemaakt worden van een gedegen interne en externe kwaliteitscontrole en bijbehorende rapportering.

Nu is die controle in handen van de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM), een onafhankelijk orgaan dat moet toezien op de naleving van het mediadecreet en dat elk jaar nagaat of de VRT alle verplichtingen naleeft die in de beheersovereenkomst met de Vlaamse overheid staan.

“Maar eigenlijk is dat een maat voor niets”, klinkt het bij de onderhandelaars. “De VRM baseert zich voor die controle uitsluitend op de gegevens die hij van de VRT krijgt. Zo is het niet moeilijk om elk jaar een goed rapport voor te leggen.”

Daarom wordt er nu aan gedacht om die externe controle uit te besteden aan Audit Vlaanderen of het Rekenhof. Ook meer middelen voorzien voor de VRM, zodat ze daar zelf het nodige tel– en rekenwerk kunnen doen, behoort tot de opties. De gesprekken daarover moeten nog gevoerd worden.

Rancune

“De partijen die aan de macht zijn, voelen zich wel vaker geviseerd”, vertelt Karen Donders, professor communicatiewetenschap aan de VUB. “Logisch ook. Het is nu eenmaal een van de taken van de journalistiek om het gevoerde beleid tegen het licht te houden.” 

Een tendens die nog duidelijker wordt wanneer, zoals in Vlaanderen, rechts aan de macht komt. “Rechtse partijen hebben vaak een moeilijkere relatie met mainstream media. Als je dan, zoals in Vlaanderen, met een heel sterke publieke omroep wordt geconfronteerd, is het logisch dat die in het vizier komt.”

Gevraagd naar waar het precies fout loopt in de berichtgeving, komt opvallend vaak het Canvas-programma ‘De afspraak’ ter sprake.Beeld © VRT

Enkele oudgedienden van de nieuwsdienst bevestigen het verhaal van Donders. “Dit soort kritiek is echt niet nieuw. Wijlen Wilfried Martens maakte tijdens zijn speech op een partijcongres de toenmalige BRT ooit met de grond gelijk. Uit rancune, omdat dat congres het niet tot hoofdpunt in Het journaal had geschopt. Yves Leterme was er bij de lancering van De Stemtest van overtuigd dat die zo gemanipuleerd was dat potentiële kiezers niet bij het kartel CD&V/N-VA terecht zouden komen. En elke politieke journalist met wat kilometers op de teller had weleens een scheldende Guy Verhofstadt aan de lijn.”

Een stuk verder

Toch is er deze keer meer aan de hand, getuigen een aantal mensen die tijdens de onderhandelingen rond de tafel zaten toen het over media ging. Het regeerakkoord mag voor sommigen een verontrustend toekomstbeeld voor de VRT schetsen, de voorstellen die met name de N-VA bij het begin van de onderhandelingen op tafel legde gingen nog een stuk verder.

Het idee om radiozender MNM te verkopen, bijvoorbeeld, dook plotseling opnieuw op. En waar nu in het regeerakkoord staat dat de VRT moet evolueren naar een ‘slanke’ mediaorganisatie, had de N-VA in haar oorspronkelijke teksten ‘slankere’ staan. Een detail misschien, maar wel een detail dat een nog verregaander besparingsoefening zou inluiden.

Ook de entertainmentprogramma’s op de VRT kwamen tijdens de onderhandelingen in het vizier. De N-VA kan zich wel vinden in de aanpak die bij onze noorderburen voor de Nederlandse Publieke Omroep wordt gehanteerd. Ontspanning kan daar wel, maar enkel als het ook nut heeft: als de kijker er iets van opsteekt of als een programma bovengemiddeld veel moeilijk bereikbare kijkers lokt. 

Of zoals Meremans het verwoordt: “Met een programma als Blokken hebben we geen probleem, dat is het ideale vehikel om kijkers naar Het journaal toe te leiden. Kwalitatieve ontspanningsprogramma’s kunnen, maar behoren niet tot de kerntaak van de VRT.” 

De passages over entertainment haalden uiteindelijk het regeerakkoord niet, op uitdrukkelijke vraag van de andere onderhandelaars.

Taalgebruik

Het taalgebruik op de openbare omroep is nog zo’n stokpaardje van de N-VA. Meremans bevestigt dat wat hem betreft de lat gerust een stuk hoger mag. “Ik heb de indruk dat er wat die standaardtaal betreft een zekere luiheid is ingeslopen bij de VRT. In een reeks als Flikken werd in de beginjaren wel degelijk standaardtaal gehanteerd. Maar dat is daarna afgegleden naar een soort tussentaal.” 

Ook de wielerverslaggeving komt in het vizier, en dan vooral het sappige accent van bijzitters als Sven Nys, José De Cauwer of Eddy Planckaert. “Een renner als Philippe Gilbert spreekt beter Nederlands dan bepaalde co-commentatoren. Dat kan echt niet meer.”

Dat taalgebruik bij de openbare omroep staat zo hoog op de prioriteitenlijst dat het zelfs de startnota van Bart De Wever haalde. “De VRT hanteert in principe de Nederlandse standaardtaal, maar kan daar in fictieproducties van afwijken”, staat daar te lezen. 

“En dat wou men ook zo in het regeerakkoord krijgen”, vertellen de onderhandelaars. “Enkel voor specifieke reeksen als bijvoorbeeld Eigen kweek of Bevergem kon nog een uitzondering gemaakt worden.” 

Na een rondje aan de onderhandelingstafel klinkt die specifieke passage uiteindelijk zo: “De VRT hecht het hoogste belang aan de Nederlandse standaardtaal en brengt dit tot uiting in zijn aanbod.” Een stuk minder fors dan het origineel. “En dat geldt voor veel passages”, klinkt het bij de onderhandelaars. “Wij hebben veel N-VA-ideeën tegengehouden.”

Pay-back time

Waarin dit regeerakkoord wel verschilt van de voorgaande zijn een aantal wel heel gedetailleerde passages over de VRT die erin opgenomen zijn. Zo wordt expliciet vermeld dat de VRT zich aan de reclameplafonds moet houden, niet mag meestappen in het opbod rond schermgezichten of sportrechten en dat er op VRT.NWS geen lange teksten meer mogen verschijnen. Het resultaat van het doorgedreven lobbywerk van de commerciële mediagroepen, is dan de logische conclusie.

Al blijkt er ook meer aan de hand. “De VRT heeft dit over zichzelf afgeroepen”, klinkt het in politieke kringen. “Al die zaken zijn niet nieuw. Ze staan al jaren in de beheersovereenkomst die de Vlaamse overheid met de openbare omroep heeft, alleen trekt de VRT er zich al evenveel jaren niets van aan. Ze hebben er aan de Reyerslaan een gewoonte van gemaakt om steeds de grenzen van het toelaatbare op te zoeken.”

Het exclusiviteitscontract van Philippe Geubels voelde bij sommige parlementsleden aan als een provocatie van de VRT.Beeld VIER

De longreads bijvoorbeeld – zoals de langere stukken op de site heten – zijn een terugkerend onderwerp voor parlementaire vragen. 

Sinds 2012 worden de reclameplafonds, het maximale bedrag aan reclame-inkomsten dat de VRT uit de markt mag halen, steeds overschreden – goed voor een spaarpotje dat eind 2016 al 19,3 miljoen euro bedroeg. Pas vorig jaar, nadat toenmalig mediaminister Sven Gatz (Open Vld) de VRT nog eens op zijn plichten had gewezen, was er voor het eerst in jaren geen overschot.

Ook de passage over het bieden op schermgezichten is tot een concrete aanleiding terug te brengen. Begin 2017 maakte de VRT trots bekend dat Philippe Geubels zijn krabbel had gezet onder een exclusiviteitscontract. Hoeveel nullen op dat papiertje stonden, bleef vertrouwelijk, maar vooral de concurrentie met VTM had de prijs fors de hoogte in gejaagd. “Je reinste provocatie”, klinkt het in het Vlaams Parlement. “In volle besparingsmodus was er plotseling wel geld om een monstercontract af te sluiten.”

En nu is het dus pay-back time. Door al die zaken heel concreet en expliciet in het regeerakkoord te benoemen, heeft de politiek een stok achter de deur. Meremans: “Natuurlijk moeten we in dialoog gaan met de VRT. Maar het regeerakkoord is in deze wel het Nieuw Testament: het moet worden uitgevoerd.”

Onooglijk zendertje

Aan de Reyerslaan gaat men voorlopig heel omzichtig met de nieuwe situatie om. “We maken ons op dit moment meer zorgen over de besparingen die ons worden opgelegd”, laat woordvoerder Bob Vermeir weten. “Over wat dit regeerakkoord inhoudelijk betekent, gaan we de komende maanden in overleg met de mediaminister en de leden van de commissie Media.”

Al zijn de politieke pogingen om een voet tussen de deur te krijgen wel degelijk een gespreksonderwerp aan de Reyerslaan. Maar zodra we rondbellen is het marsorder daar vooral niet naar de buitenwereld over te communiceren. “Te gevoelig”, klinkt het. 

Walter Zinzen, ex-VRT-journalist, neemt geen blad voor de mond. En ook hij maakt zich zorgen. “De afzonderlijke passages over de VRT zijn misschien niet nieuw, maar het geheel zoals het nu in het regeerakkoord staat, is wel verontrustend. Vooral omdat het verlangen naar privatisering als een rode draad door het regeerakkoord loopt. De VRT privatiseren, dat gaat niet gebeuren, dat zou helemaal Vlaams Belang zijn. Maar er een onooglijk zendertje van maken dat enkel een beetje mag prullen op het internet, dat kan nog net wel.”

Op de nieuwsdienst willen wel enkele journalisten hun mening kwijt, zij het enkel off the record. “Onze berichtgeving is objectief”, klinkt het. “Daar zijn we van overtuigd. Alleen merken we dat het heel moeilijk is om daarover te discussiëren met politici, die meestal slechts een fractie van onze totale berichtgeving hebben gezien, vaak dan nog de fragmenten waarin zijzelf of hun partij in een negatief daglicht worden gesteld.”

Wegmasseren

Op de nieuwsdienst leeft trouwens de overtuiging dat de cijfers hen gelijk zullen geven als in de toekomst effectief geturfd wordt wie precies hoeveel schermtijd krijgt. “Maar dan moet wel alles op tafel komen, ook hoeveel keer bepaalde politici een uitnodiging weigeren, bijvoorbeeld.” 

CD&V mag dan niet tevreden zijn over de eenzijdige aandacht voor de klimaatkwestie, dat heeft de partij voor een stuk ook aan zichzelf te danken. Op de redactie van De afspraak werd op een bepaald moment elke dag naar toenmalig minister Schauvliege gebeld met de vraag of ze uitleg wou komen geven over haar klimaatbeleid. Pas na drie maanden maakte ze haar opwachting.

Ondertussen zijn de verzamelde hoofdredacteurs bezig met hun ronde langs de verschillende regeringspartijen, om te polsen waar precies de knopen zitten en hoe die weggemasseerd kunnen worden. Met voorlopig nog alle vertrouwen in een goede afloop. 

“Zo’n regeringsverklaring gaat wel vaker gepaard met het nodige borstgeklop”, vertelt een hooggeplaatste oudgediende. “Maar daar blijft in de praktijk vaak weinig van over. De soep wordt nooit zo warm gegeten als ze wordt geserveerd.”