Direct naar artikelinhoud
FilmCinema

Matthias Schoenaerts speelt gevangene in ‘The Mustang’: ‘Dat paard kon me letterlijk vernielen in een fractie van een seconde’

Matthias Schoenaerts speelt gevangene in ‘The Mustang’: ‘Dat paard kon me letterlijk vernielen in een fractie van een seconde’
Beeld AP

Film Fest Gent rolt volgende week de rode loper uit voor Matthias Schoenaerts, die een getormenteerde gevangene speelt in The Mustang. Een extreem intense rol, die hem bang maakte, maar ook erg na aan het hart lag. Want ook naast de filmset ijvert Schoenaerts al een hele tijd voor betere, humanere gevangenissen.

In het jachtige leven van Matthias Schoenaerts kan het zomaar even gebeuren dat je geen idee hebt waar je je bevindt. “Excuse me, my friend”, horen we de Antwerpse acteur aan de andere kant van de telefoon vragen aan een ober, “what is the name of this city?” Kalkan, zo blijkt. Als Google Maps en Wikipedia niet liegen, is dat een romantisch kuststadje in het zuidwesten van Turkije. Schoenaerts is er nog maar net aangekomen, en zal de volgende ochtend alweer in alle vroegte doorreizen. Op naar een nieuwe, oogverblindend mooie opnamelocatie voor The Last Planet, de Jezus-film die hij aan het draaien is met de legendarische regisseur Terrence Malick. Daarin zou Schoenaerts de rol van apostel Petrus spelen, de ‘rots’ van Jezus Christus. “Naar het schijnt is dat zo, ja”, lacht Schoenaerts. “Al weet je nooit met Terrence: in de montage kan er nog heel veel veranderen. Wie weet blijk ik uiteindelijk toch Jezus te spelen. (lacht)”

Anderhalf jaar geleden kon je Schoenaerts helemaal aan de andere kant van de aardbol terugvinden. Meer bepaald in het woestijnstof van Nevada, in het Westen van de Verenigde Staten. Daar spendeerde hij vijf extreem intense weken op de set van The Mustang, de gevangenisfilm die komende vrijdag Film Fest Gent afsluit. Zijn rol daarin is zowat het tegenovergestelde van de Bijbelse Petrus: de gewelddadige Roman Coleman, die al twaalf jaar lang in een maximum security prison zit te verpieteren, is allesbehalve een heilige. Al ziet Schoenaerts dat zelf anders: “Ja, Roman heeft dingen gedaan die zijn leven kapotgemaakt hebben, en die hem met een enorm schuldgevoel hebben opgezadeld. Maar kan hij daarom niet heilig zijn? Ik weiger om daarover te oordelen. Dat is niet mijn taak. Ik ben een acteur, geen rechter.”

Matthias Schoenaerts speelt gevangene in ‘The Mustang’: ‘Dat paard kon me letterlijk vernielen in een fractie van een seconde’
Beeld AP

The Mustang is een verhaal van gevangenschap en bevrijding. Letterlijk, maar vooral ook figuurlijk. De innerlijke verlossing van Roman Coleman is de inzet van de film. “In de cinema zie je meestal personages die een volledige transformatie ondergaan”, vertelt Schoenaerts. “Ze gaan van nul helemaal naar honderd. Maar ik vind het eigenlijk interessanter om te focussen op de allereerste stap: die van nul naar één. Want dat is de moeilijkste, en de meest kwetsbare.”

Die eerste stap zet Roman in galop, dankzij een therapeutisch herintegratieprogramma met paarden. Daarbij leren de gevangenen om wilde mustangs af te richten. Klinkt vergezocht? Het programma bestaat echt, en werpt zijn vruchten af, zegt Schoenaerts. “Het heeft het laagste recidivepercentage van alle programma’s die in de VS gebruikt worden.”

Hoe komt dat, denk je?

“Een gevangenis is een jungle. Mensen overleven er door elkaar te domineren. Met fysiek geweld, intimidatie en manipulatie proberen ze mekaar hun eigen wil op te leggen. Maar wanneer die gevangenen in contact komen met een wilde hengst, werkt die aanpak plots niet meer, want zo’n dier laat zich niet tot gehoorzaamheid dwingen, integendeel. De gevangenen worden verplicht om hun aandacht om te keren. In plaats van hun wil op te leggen, leren ze te luisteren naar wat het paard hún probeert te vertellen. En die dynamiek begint zich dan stilaan ook in andere aspecten van hun leven te manifesteren. Uiteindelijk gaat het over aandacht geven, in plaats van aandacht op te eisen.

“Ik heb het zelf ook aan den lijve ondervonden tijdens de opnames: op een bepaald moment werd ik zelf in de ring gezet met zo’n wild paard. Heel beangstigend, want als je een verkeerde beweging maakt, kan dat beest je letterlijk vernielen in een fractie van een seconde. Dan merk je plots dat al je zintuigen op scherp staan, om de signalen van het paard te lezen: hoe staan zijn oren, zijn ogen, zijn hoofd? Je wordt hyperalert, en in plaats van gewoon naar dat paard te kijken, merk je dat het met je aan het communiceren is.”

The Mustang is de debuutfilm van de onbekende regisseur Laure de Clermont-Tonnerre. Hoe heeft ze jou kunnen strikken?

“Toen ze me het verhaal uitlegde, was mijn intuïtie meteen: dit wil ik spelen. Ik had het scenario nog niet eens gelezen, maar ik vond Roman meteen een prachtige, contradictorische figuur. Dat trekt me aan. Al beangstigde deze rol me tegelijk ook. ‘Jezus Christus, hoe ga ik daaraan beginnen?’, dacht ik. Iemand die twaalf jaar lang binnen heeft gezeten, wat is dat voor iets? Wat doet dat met je geest, je hart?”

Hoe ben je er dan aan begonnen?

“Een van de dingen die we gedaan hebben, is drie maximum security gevangenissen gaan bezoeken. Niet gewoon even binnen en buiten, maar er hele dagen doorbrengen, en met mensen praten. Die gesprekken met gedetineerden zijn heel leerrijk geweest.”

De doodse blik in de ogen van Roman, is dat iets dat je bij hen hebt gezien?

“Ja, vooral in de gevangenis van High Desert. In de twee andere gevangenissen, Solano en San Quentin, mochten we alleen spreken met mensen die al een hele tijd actief waren in rehabilitatieprogramma’s. Sommigen hadden vroeger 15 jaar in de isoleercel doorgebracht, maar intussen toch de stap gezet om zich te verbeteren. Zij hadden misschien zelfs nog een kans om ooit vrij te komen. Maar dan zijn we naar High Desert gegaan, om een soort gemeenschappelijke therapiesessie bij te wonen, met mensen die al jarenlang in isolatie zitten, en daar ook nooit meer zullen uitkomen. Ze zaten met handen en voeten vastgeketend aan lessenaars die in de grond gebetonneerd waren. Dat vond ik de meest hartverscheurende plek, omdat er echt geen sprankeltje hoop meer te bespeuren was. En dat zie je dus ook in de ogen van die mensen: complete apathie.

“Daarom ziet Roman er aan het begin van de film zo doods uit. Hij is een spook, hij heeft alle hoop opgegeven en weet dat hij de rest van zijn dagen gaat slijten in de isoleercel. Hij is compleet afgestompt. 23 uur op 24 hoort hij alleen maar het gesuis van zijn cel. Dat voelt volgens mij alsof je 25 valiums hebt geslikt. Dus dat was voor mij de uitdaging: hoe laat je bij zo iemand het leven weer naar binnen sijpelen? Hoe komt er weer een straaltje licht in die donkere bunker?”

Waar hebben jullie de film opgenomen?

“In Nevada State Prison, de oudste gevangenis van Nevada. Die wordt sinds een paar jaar niet meer gebruikt, omdat er 500 meter verderop een gloednieuw, modern complex is gebouwd. Maar in de oude gevangenis, waar wij draaiden, was wel nog een gaskamer in gebruik voor de terdoodveroordeelden. Een van de griezeligste plekken die ik ooit heb gezien... Toen we tijdens onze eerste rondleiding die ruimte binnenkwamen, ben ik na vijf seconden weer buiten gegaan. Ik wist nog niet eens waarvoor ze gebruikt werd, maar er hing een energie waarvan ik heel ongemakkelijk werd.

“Verder was het wel zeer dankbaar om in dat gebouw te kunnen filmen. Het geeft de film een echte textuur, die je niet kunt nabootsen in een studio. Alles wat er op de muren gekrast en geschreven staat, komt van mensen die daar jaren gespendeerd hebben. Dat kun je allemaal inademen als acteur.”

Hielp het ook dat er op de set echte ex-gevangenen rondliepen?

“Ja, veel figuranten en kleinere rollen waren mensen die nota bene in diezelfde gevangenis hadden gezeten. Soms tien, vijftien jaar. En enkelen van hen hadden zelfs aan het paardenprogramma deelgenomen. Dat was heel inspirerend, en het dwong me ook om tot het uiterste te gaan. Ik dacht: ‘Je gaat je hand in je strot moeten rammen en je hart eruit halen, ter ere van die mensen’. Want ik was hun verhaal aan het vertellen, en zij waren er getuige van. Dat gaf me vuur.”

Je bent ook peter van Rescaled, een beweging die pleit voor kleinere en humanere detentiehuizen. Komt dat door je ervaringen met The Mustang?

“Nee, gevangenisdirecteur en mensenrechtenactivist Hans Claus had ten tijde van Le Fidèle al contact opgenomen met regisseur Michaël Roskam, en zo is het project op mijn radar gekomen. Rescaled wil detentie veel minder steriel en institutioneel maken, en inzetten op menselijkheid. Gevangenen zouden moeten kunnen samenleven in een omgeving waar veel minder gewelddadige druk bestaat, zodat ze kunnen focussen op hun onafhankelijkheid en zelfontplooiing. Want dat is in het huidige gevangeniswezen vrijwel onmogelijk. De industriële gevangeniscomplexen die nu bestaan, doen mensen nog meer van zichzelf vervreemden. Is dat zinvol? Want als ze weer vrijkomen, wat voor individuen laten we dan op de samenleving los? Eigenlijk worden mensen in de gevangenis meestal grotere monsters dan toen ze binnenkwamen.”

Wat hoop je met je engagement te bereiken?

“Dat er op beleidsniveau een discussie ontstaat, waardoor de leefomstandigheden effectief verbeteren. Want we leven in de 21ste eeuw, maar veel gevangenissen in ons land zijn nog altijd heel 19de-eeuws. Merksplas, Dendermonde, Sint-Gillis, zelfs de Begijnenstraat: geloof mij, dat zijn derdewereldtaferelen.”

Hoe weet jij dat?

“Door omstandigheden ben ik daar weleens geweest, om mensen te bezoeken. Ik heb behoorlijk wat jeugdvrienden in de gevangenis zien draaien. En ik durf te zeggen dat de meesten daar niet als betere mensen zijn uitgekomen. Ook al beteren ze hun levenswandel, toch blijven ze verder leven met de schade van de duisternis die ze in de gevangenis hebben opgelopen. Ik zeg absoluut niet dat criminelen gepamperd moeten worden, maar om een positieve transformatie teweeg te brengen, is er een liefdevolle onverbiddelijkheid nodig. Nu is er enkel die onverbiddelijkheid.”

Waarom ben je eigenlijk zo begaan met dit thema?

“Ik ben in het algemeen begaan met het lot van mensen die het minder getroffen hebben. Daar zullen wel dieperliggende persoonlijke redenen voor zijn, maar die kan ik niet meteen benoemen. (lacht) Maar ik merk het ook in de rollen die ik kies: ik heb vaak de neiging om mensen te verdedigen waarop neergekeken wordt. Ik vind het interessant om een steen op te heffen, en mensen te dwingen om te kijken naar wat zich daaronder afspeelt. En hen daar toch de schoonheid van te doen inzien. Als je daarin slaagt, dan ben je als acteur iets heel waardevols aan het doen.”

‘The Mustang’ sluit op 18/10 Film Fest Gent af, in aanwezigheid van Matthias Schoenaerts en Laure de Clermont-Tonnerre. Vanaf 23/10 speelt de film in de bioscoop.