Direct naar artikelinhoud
Oorlog in Syrië

In de warroom van Erdogan: de verborgen missies achter Operatie Vredesbron

De Turkse regering kijkt vanuit hoofdstad Ankara toe hoe Turkse troepen de grens met Noord-Syrië oversteken.Beeld EPA

Wat bezielt de Turkse president Recep Erdogan om het noorden van Syrië binnen te vallen? Rob Vreeken ontleedt de motieven van de invasie. Het decimeren van de Koerdische entiteit in Syrië is de belangrijkste.

Met de invasie in het noorden van Syrië geeft de Turkse president Recep Tayyip Erdogan, nu hij daarvoor van Donald Trump groen licht heeft gekregen, gehoor aan een aloud Turks instinct: afkeer van het Koerdisch nationalisme. Die zit in het dna van de Turkse staat. Het Turks-nationalistische bloed kruipt waar het niet gaan kan.

Het decimeren van de Koerdische entiteit in Syrië is de belangrijkste drijfveer voor wat zo lieflijk Operatie Vredesbron wordt genoemd. Er moet een eind worden gemaakt aan dat wat sinds 2012 onder de naam ‘Rojava’ was ontstaan en in de strijd tegen IS steeds groter is geworden.

Met een geniale vondst heeft Erdogan daar een tweede doelstelling aan toegevoegd: het herhuisvesten van twee miljoen Syrische vluchtelingen in de beoogde 30 kilometer brede ‘veiligheidszone’ langs de grens. De twee doelen zijn handig verstrengeld. Het verhuisplan ondergraaft de Koerdische identiteit van het gebied.

Hoe dan ook vangt Erdogan diverse vliegen in één klap. Hij zet Europa klem. Hij staat straks sterker in het diplomatieke eindspel om Syrië. Binnenlands kan zijn AK-partij wel een opsteker gebruiken, met de economische malaise en na het verlies bij de lokale verkiezingen. Het gemor neemt toe over de aanwezigheid van 3,6 miljoen Syrische vluchtelingen. Hij drijft de oppositie – de CHP en de Koerdisch gezinde HDP – uit elkaar.

De ideologische achtergrond

Maar dat is allemaal bijvangst. Operatie Vredesbron is op de eerste plaats een ideologische uitdaging, ondanks alle retoriek over terroristisch gevaar. Turkije duldt geen autonoom gebied aan zijn zuidgrens waar de gedachte van het Koerdisch nationalisme gestalte krijgt. Een levensvatbaar Rojava zou een lichtend voorbeeld zijn voor de Koerden in het zuidoosten van Turkije. Het kan het vlammetje van de gedroomde autonomie – in de vorm van een staat of anderszins – brandend houden.

Al 35 jaar is Turkije in oorlog met de PKK. De voorgeschiedenis van het conflict voert op z’n minst terug tot de stichting van Turkije in 1923. Bijna honderd jaar na dato is het voor de Turkse staat niet te verteren dat de Koerden achter haar rug, in Syrië, bewerkstelligen wat ze in Turkije nooit is gelukt.

Eerder al moesten de Turken toezien hoe in het noorden van Irak een autonoom Koerdisch gebied (de KRG) ontstond. Daar hebben ze zich tandenknarsend mee verzoend, ook al omdat de leiders van de KRG zelf afkerig zijn van de PKK.

Maar een tweede autonoom gebied erbij, in buurland Syrië? Een enclave nog wel onder controle van een partij die aan de PKK gelieerd is, en er in Turkse ogen zelfs een onderafdeling van vormt? Dat was te veel van het goede. “Turkije voelt zich omsingeld”, zegt Turkije-kenner Joost Lagendijk vanuit Istanbul.

Ook het bestuursmodel van de Syrische Koerden is Ankara een doorn in het oog. Met het ‘democratisch confederalisme’ – een door PKK-leider Abdullah Öcalan ontwikkeld systeem met lokale raden – werd sinds 2005 al geëxperimenteerd in het zuidoosten van Turkije. Een Koerdisch bestuursnetwerk fungeerde als een dubbele macht naast het officiële overheidsbestel.

De militaire doelen

Daarnaast dient de bufferzone uiteraard een militair doel. Voorkomen moet worden dat Noord-Syrië een uitvalsbasis wordt voor de PKK. Geen bizarre gedachte, gezien de banden tussen de PKK en de Syrisch-Koerdische militie YPG. Bij de Turkse bevolking is dat gevaar er jarenlang in gehamerd. Voor Erdogan dreigde gezichtsverlies als hij niet ooit zijn vele dreigementen in daden zou omzetten.

Maar is het gevaar werkelijk zo groot? “Ik heb daar grote twijfels bij”, zegt Dirk Rochtus van de Katholieke Universiteit Leuven. “Noord-Syrië is minder bergachtig dan Noord-Irak. Een echte dreiging is er niet.” Ook Lagendijk ziet geen direct gevaar. “Wat hebben de Syrische Koerden Turkije aangedaan? Niets.”

Eigenlijk hebben de Turken met Operatie Vredesbron zelfs een vijand gecreëerd die tot nu toe feitelijk niet bestond. Van de YPG had Turkije geen centje last. Vanaf deze week echter is de militie daadwerkelijk met het Turkse leger in gevecht. Een langdurige guerrilla ligt in het verschiet, een strijd die zich mogelijk wél zal uitstrekken tot Turks grondgebied. Een “eindeloze opstand” dreigt, zei een YPG-woordvoerder tegen persbureau Reuters.

Koerdische wortels

Het instellen van een 30 kilometer brede zone zal niet geheel en al een eind maken aan de Koerdische enclave. Maar onttakeld wordt ze wel. De grensstrook omvat zeven belangrijke Koerdische steden. De meeste Koerden wonen in de zone. De culturele wortels van de Koerden liggen langs de grens.

Bovendien zal het vestigen van 2 miljoen voor het merendeel Arabische vluchtelingen in de grensstrook het Koerdisch karakter van het gebied verwateren. “Onder het oog van het Turkse leger stort dan het Koerdisch bestuur in”, aldus Rochtus.

De vraag is wel of de Turken meteen al 30 kilometer diep Syrië zullen binnendringen. “Ik zie het niet gebeuren”, zegt Lagendijk. “Het is een veel te grote onderneming. Ik denk dat ze na 10 kilometer stilhouden, de victorie uitroepen en dan eerst even zien of het houdbaar is.”