Direct naar artikelinhoud
Nu is ze ­charmant, maar straks, als je geliefde thuiskomt, is alle ­aandacht weer voor haar
ColumnJohn John & Missy

Nu is ze ­charmant, maar straks, als je geliefde thuiskomt, is alle ­aandacht weer voor haar

Bart Eeckhout is hoofdredacteur bij De Morgen en papa van John John (10) en Missy (6).

Jij hebt er geen idee van hoe graag ik je zie”, zucht je. Ongedurig danst ze om je heen. Nu is ze ­charmant, maar straks, als je geliefde thuiskomt, is alle ­aandacht weer voor haar. Het doet je enkel nog meer smachten naar een blijk van ­erkenning. Voor jou, van haar.

“Praat je wel genoeg met haar?”, heeft je lief al gevraagd. “Als je haar echt graag ziet, moet je dat ook tonen.” Dus vraag je nu of zij ook een goede dag heeft gehad – ze ­antwoordt niet – ­terwijl je haar bakje vol makreelpaté schept. Minoes schrokt het bord onverstoorbaar leeg.

De manier waarop jij met de huiskat omgaat, is soms pijnlijk identiek aan hoe je dat met je ­kinderen doet. Beken nu maar dat je een helikopter­vader bent. Natuurlijk besef je dat opvoeden ook loslaten ­betekent. John John en Missy moeten hun plan leren trekken, ­willen ze ­overleven in de jungle daarbuiten. Maar dat belet toch niet dat je gauw nog even mag helpen met boterhammen smeren en sokken aantrekken? Dan gaat het nog zo snel.

Zo ook de kat. Als de kat naar buiten wil, en dat wil ze verdraaid vaak in jullie kattenluikloze huis, schiet er ­ standaard een vreemde spanning door je lijf. Na vijf minuten sta je al zelf met je neus tegen het keukenraam. Waar zit ze? Onder het afdakje? In de boom, of – lieve hemel – ze is toch niet over het muurtje geklommen?

Je maakt jezelf wijs dat het heel normaal is dat ze even rondzwerft en dat je haar dus niet meteen ziet. Nog eens vijf minuten later loop je al te speuren in je stadstuintje. Verwonderd kijken je kinderen toe hoe je op de buik bij de auto op het koertje gaat liggen: zit ze soms onder de wagen? En dan telkens die dwaze, over­bodige zucht van opluchting als ze gewoon onder de struik zit. Als ze nog maar uit eigen beweging aanstalten maakt om weer naar binnen te komen, schiet je al recht om de deur te ­openen. Hou je vrienden nabij, en je katten nog nabijer.

Het noopt tot de vraag: hoe ver laat jij je kinderen uit het zicht verdwijnen? Dagelijks steek je de grens over tussen zorgzaam en overbezorgd. Bijna ­letterlijk als een helikopter hang je over hun schouders terwijl ze huiswerk maken: dt-fout corrigeren hier, sommetje herberekenen daar. Als een hobbel op de levensweg opduikt, schiet je ­vooruit om alvast de ­glooiing glad te strijken. Niet ­verstandig, maar de liefde is ­sterker dan jezelf.

Je geliefde kijkt het maar sceptisch aan. “Wij zijn geen lakeien”, moppert ze, terwijl je de trap op snelt om vlug een nieuw rokje voor Missy te zoeken. Ze heeft, zoals altijd, gelijk, maar het is dat of te laat komen op school.

“Minoes wil nog naar buiten”, zegt John John ­diezelfde avond. “Het is al zeven uur. Straks wordt het donker”, sputter je tegen. Je zoon staat op om de deur te openen. Hij haalt de schouders op. “Ze komt wel vanzelf terug. Dat doet ze altijd.”

Zou hij beseffen dat je met hem omgaat zoals je dat met Minoes doet?

Foto: Damon De Backer